Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

verafschuwd

  1. past participle of verafschuwen

Declension

edit
Declension of verafschuwd
uninflected verafschuwd
inflected verafschuwde
positive
predicative/adverbial verafschuwd
indefinite m./f. sing. verafschuwde
n. sing. verafschuwd
plural verafschuwde
definite verafschuwde
partitive verafschuwds