evenwijdig

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From even (even) +‎ wijd (wide) +‎ -ig (-y).

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌeː.və(n)ˈʋɛi̯.dəx/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: even‧wij‧dig
  • Rhymes: -ɛi̯dəx

Adjective

[edit]

evenwijdig (comparative evenwijdiger, superlative evenwijdigst)

  1. (geometry) parallel

Declension

[edit]
Declension of evenwijdig
uninflected evenwijdig
inflected evenwijdige
comparative evenwijdiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial evenwijdig evenwijdiger het evenwijdigst
het evenwijdigste
indefinite m./f. sing. evenwijdige evenwijdigere evenwijdigste
n. sing. evenwijdig evenwijdiger evenwijdigste
plural evenwijdige evenwijdigere evenwijdigste
definite evenwijdige evenwijdigere evenwijdigste
partitive evenwijdigs evenwijdigers