lievenswaardig
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From lieven (“to love”) + -s + waardig (“worthy”).
Adjective
[edit]lievenswaardig (comparative lievenswaardiger, superlative lievenswaardigst)
From lieven (“to love”) + -s + waardig (“worthy”).
lievenswaardig (comparative lievenswaardiger, superlative lievenswaardigst)