NBN en 1998-1 Anb
NBN en 1998-1 Anb
NBN en 1998-1 Anb
30
Normklasse: B 03
E
regels voor gebouwen - Nationale bijlage
TE
Eurocode 8 - Calcul des structures pour leur résistance aux séismes - Partie 1: Règles générales, actions
sismiques et règles pour les bâtiments - Annexe nationale
IT
Eurocode 8 - Design of structures for earthquake resistance - Part 1: General rules, seismic actions and rules
for buildings - National annex
M
M
O
C
R
O
R
Vervangt : NBN ENV 1998-1-1 (1995), NBN ENV 1998-1-2 (1995), NBN ENV 1998-1-3 (1995), NBN ENV
M
Deze norm is de nationale bijlage die de toepassingsvoorwaarden van de norm NBN EN 1998-1, 1e uitg.,
januari 2005 in België bepaalt. De norm NBN EN 1998-1 mag in België slechts samen met zijn nationale
bijlage worden toegepast.
N
IO
AT
N
Commissie: Draagsysteemberekening
Indice de classement: B 03
E
bâtiments - Annexe nationale
TE
Eurocode 8 - Ontwerp en berekening van aardbevingsbestendige constructies - Deel 1: Algemene regels,
seismische belastingen en regels voor gebouwen - Nationale bijlage
IT
Eurocode 8 - Design of structures for earthquake resistance - Part 1: General rules, seismic actions and rules
for buildings - National annex
M
M
O
C
R
O
R
Remplace: NBN ENV 1998-1-1 (1995), NBN ENV 1998-1-2 (1995), NBN ENV 1998-1-3 (1995) , NBN ENV
M
La présente norme est l'annexe nationale définissant les conditions d'application en Belgique de la norme
NBN EN 1998-1, 1e éd., janvier 2005. La norme NBN EN 1998-1 ne peut être utilisée en Belgique qu'en
combinaison avec son annexe nationale.
N
IO
AT
N
E
aardbevingsbelasting en algemene eisen voor draagsystemen»
• NBN ENV 1998-1-2:1995 «Eurocode 8 - Ontwerpbepalingen voor
TE
aardbevingsbeveiligend ontwerpen van draagsystemen – Deel 1-2 : Algemene regels-
Algemene regels voor gebouwen»
• NBN ENV 1998-1-3:1995 «Eurocode 8 - Ontwerpbepalingen voor
IT
aardbevingsbeveiligend ontwerpen van draagsystemen – Deel 1-3 : Algemene regels-
Welbepaalde regels voor verscheidene bouwstoffen en bouwdelen»
M
• NBN ENV1998-1-1:2002 NAD «Eurocode 8 – Ontwerp en dimensionering van
aardschokbestendige structuren - Deel 1-1 : Algemene regels- Aardschokken en
M
algemene voorschriften voor structuren»
• NBN ISO 3010 «Grondslagen voor het ontwerp van draagsystemen -
O
Aardbevingsbelastingen op bouwwerken (ISO 3010:1988) »
C
2. De Europese normen (EN) waarnaar de tekst van deze norm met hun Engelse titel verwijst,
R
dragen in België de volgende Nederlandstalige titels :
O
(CEN) (NBN)
IR
bevestigingsmiddelen
1:2005:
5.4.1.2.2(1) Tenzij θ ≤ 0,1 (zie 4.4.2.2(2)), Tenzij θ ≤ 0,1 (zie 4.4.2.2(2)), behoren de
behoren de afmetingen van de afmetingen van de dwarsdoorsnede van
dwarsdoorsnede van primaire primaire seismische kolommen niet
N
1
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
5.11.3.2(3) Voor prefab raamwerksystemen Voor prefab raamwerksystemen met
met scharnierende kolom- scharnierende kolom-liggerverbindingen,
liggerverbindingen, behoren de behoort de verbinding van de kolommen
kolommen ter hoogte van de voet ter hoogte van de voet overeenkomstig
volledig ingeklemd te zijn in de 5.11.2.1.2 ontworpen te zijn.
funderingen overeenkomstig
5.11.2.1.2.
6.2(3) a werkelijke maximale vloeigrens De karakteristieke bovengrenswaarde
fy,max
6.6.3(5) in EN 1993-1-1:2004, Hoofdstuk 6. in EN 1993-1-8:2005.
6.6.3(6) EN 1993- 1-8:2004, 6.2.4.1. EN 1993-1-8:2005, 6.2.6.1
E
C.3.2.2(2) F FRd2
C.3.3.1 (2) AT ≥ Rd2 AT ≥ 0,5 ×
TE
f yd,T f yd,T
IT
De verbeteringen begrepen in het corrigendum EN 1998-1:2004/AC:2009 behoren te worden
M
aangebracht in de Nederlandstalige versie (in voorbereiding) van NBN EN 1998-1:2005
M
O
C
R
O
R
IR
M
AL
N
IO
AT
N
2
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
1. Deze norm NBN EN 1998-1-ANB:2011 is de “Annexe Nationale - Nationale Bijlage” (ANB) die
de toepassingsvoorwaarden van de norm NBN EN 1998-1:2005 in België bepaalt. De norm NBN
EN 1998-1:2005 omvat deze nationale bijlage NBN EN 1998-1 ANB:2011 met een normatief
karakter in België. Hij vervangt vanaf de datum van de publicatie in het Belgische Staatsblad van
de bekrachtiging van de norm NBN EN 1998-1 ANB:2011 de volgende normen :
E
aardbevingsbeveiligend ontwerpen van draagsystemen – Deel 1-1 : Algemene regels-
aardbevingsbelasting en algemene eisen voor draagsystemen»
TE
• NBN ENV 1998-1-2:1995 «Eurocode 8 - Ontwerpbepalingen voor
aardbevingsbeveiligend ontwerpen van draagsystemen – Deel 1-2 : Algemene regels-
Algemene regels voor gebouwen»
IT
• NBN ENV 1998-1-3:1995 «Eurocode 8 - Ontwerpbepalingen voor
aardbevingsbeveiligend ontwerpen van draagsystemen – Deel 1-3 : Algemene regels-
M
Welbepaalde regels voor verscheidene bouwstoffen en bouwdelen»
• NBN ENV1998-1-1:2002 NAD «Eurocode 8 – Ontwerp en dimensionering van
M
aardschokbestendige structuren - Deel 1-1 : Algemene regels- Aardschokken en
algemene voorschriften voor structuren»
O
• NBN ISO 3010 «Grondslagen voor het ontwerp van draagsystemen -
C
Aardbevingsbelastingen op bouwwerken (ISO 3010:1988) »
2. Deze ANB werd voorbereid door de commissie E25008 ‘Ontwerp en berekening van
R
aardbevingsbestendige constructies’ van het NBN.
O
• enerzijds, op Europees vlak, conform de regels van CEN, als bijlage met een
N
informatief karakter van het deel 1 van Eurocode 8, gepubliceerd door het NBN als
IO
5. Het gebruik van NBN EN 1998-1:2005 voor bouwwerken is gekoppeld aan het geheel van de
N
Eurocodes (normen NBN EN 1990 tot NBN EN 1999), samen met hun ANB’s.
In afwachting van de volledige publicatie van deze EN’s zullen voor elk afzonderlijk project,
indien nodig, de ontbrekende voorschriften worden bepaald.
Indien de EN bestaat zonder de corresponderende ANB, zullen voor elk individueel project de
toepassingsvoorwaarden worden vastgelegd (in het bijzonder de waarden van de nationaal
bepaalde parameters).
3
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
6. Nationaal bepaalde parameters (NDP) die niet zijn vastgelegd door de Nationale Bijlage (vrije
keuze per afzonderlijk project), alsook een aantal andere berekeningshypothesen die geen NDP
zijn :
Paragraafnummer Beschrijving
- (alle NDP’s zijn vastgelegd in deze Nationale Bijlage)
E
TE
IT
M
M
O
C
R
O
R
IR
M
AL
N
IO
AT
N
4
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
1 Algemeen
1.1 Onderwerp en toepassingsgebied
1.1.2 Toepassingsgebied van de EN 1998-1
E
verplaatsingsrichtgetal voor de berekening onder toenemende druk (“push-over”). Deze
bijlagen behouden hun informatief karakter in België.
TE
2 Prestatie-eisen en toetsingscriteria
IT
2.1 Fundamentele eisen
M
(1) OPMERKING 1: De in de EN 1998-1 aanbevolen waarden zijn normatief. De waarden van
PNCR en TNCR voor de eis ten aanzien van bezwijken zijn respectievelijk gelijk aan 10 % en
M
475 jaar.
O
OPMERKING 3: De in de EN 1998-1 aanbevolen waarden zijn normatief. De waarden van
C
PDLR en TDLR voor de eis van beperking van schade zijn respectievelijk gelijk aan 10 % en
95 jaar.
R
O
3 Bodemomstandigheden en seismische belasting
3.1 Bodemgesteldheid
R
3.1.1 Algemeen
IR
gebruiken, zonder onderzoek aanvullend aan datgene noodzakelijk voor het ontwerp met
betrekking tot de niet-seismische belastingen, voor zover de kennis van de bodem ter
plaatse van de constructie voldoende wordt geacht door de bouwheer op basis van het
AL
5
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
Afzettingen van zeer Dichtgepakte Dichtgepakte
TE
dichtgepakt zand, grind of zeer granulaire bodems: granulaire bodems:
stijve klei, van ten minste
enkele tientallen meters dikte, 360 – > 15 > 20 / > 2
B > 50 > 250
IT
gekenmerkt door een 800 Cohesieve bodems Cohesieve bodems
geleidelijke verhoging van de (klei of harde leem): (klei of harde leem):
mechanische eigenschappen
M
met de diepte. >5 > 25 / > 2
M
Dichtgepakte Dichtgepakte
Diepe afzettingen van granulaire bodems: granulaire bodems:
dichtgepakt of middelmatig
O
gepakt zand, grind of stijve 180 – 70 – 5 - 15 6 – 20 / 1 - 2
C 15 – 50
klei, met een dikte van enkele 360 250 Cohesieve bodems Cohesieve bodems
tientallen tot honderden
meters.
C (klei of harde leem):
1,5 – 5
(klei of harde leem):
5 – 25 / 0,5 – 2
R
Dichtgepakte Dichtgepakte
O
voornamelijk zacht tot sterk (klei of harde leem): (klei of harde leem):
samenhangende grond.
< 1,5 < 5 / < 0,5
M
oppervlaktelaag met vs
waarden van type C of D en
E
een dikte variërend tussen
N
ongeveer 5 m en 20 m, liggend
op stijver materiaal met vs >
IO
800 m/s.
* De waarden in rekening te brengen voor de bepaling van het bodemtype zijn de gemiddelde
waarden van de grondeigenschappen.
6
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
3.2 Seismische belasting
3.2.1 Seismische zones
(2) De normatieve zoneringskaart voor België is gegeven in Figuur 1. België heeft 5 zones
waar de maximale horizontale referentieversnelling agR op rotsniveau respectievelijk de
volgende waarden aanneemt :
Seismische zone 0 : Geen significante versnelling
Seismische zone 1 : agR = 0,39 m/s2 of 0,04 g
Seismische zone 2 : agR = 0,59 m/s2 of 0,06 g
Seismische zone 3 : agR = 0,78 m/s2 of 0,08 g
Seismische zone 4 : agR = 0.98 m/s2 of 0,10 g
E
De lijst van Belgische gemeenten met aanduiding van de seismische zone waar ze deel
van uitmaken wordt in tabelvorm gegeven op het einde van deze ANB.
TE
IT
M
M
O
C
R
O
R
IR
M
AL
N
IO
(4) OPMERKING: De zones beschouwd als zones met beperkte seismiciteit zijn deze
waarvoor het produkt ag S niet uitstijgt boven 0,10 g. De te beschouwen waarde van ag is
N
(5) OPMERKING: De zones beschouwd als zones met zeer beperkte seismiciteit zijn deze
waarvoor het produkt ag S niet uitstijgt boven à 0,06 g.
7
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
3.2.2 Basisvoorstelling van de seismische belasting
3.2.2.1 Algemeen
E
BIJKOMENDE OPMERKING (aanvullende niet-tegenstrijdige informatie): Indien het elastisch
TE
responsspectrum gebruikt wordt om er het elastisch verplaatsingsresponsspectrum aan te ontlenen
vertrekkend van de uitdrukking (3.7), dient een waarde van de parameter TD gelijk aan 2,0 s in
aanmerking genomen te worden.
IT
3.2.2.3 Verticaal elastisch responsspectrum
M
(1) OPMERKING: Het verticaal elastisch responsspectrum is van het type 2 en de waarden
M
van de parameters S, TB, TC en TD die er de vorm van vastleggen, zijn deze gegeven in
tabel 3.4 voor het type 2.
O
3.2.2.5 Ontwerpspectra voor de elastische berekening
(4) C
OPMERKING: De voor gebouwen te hanteren waarde van β wordt aanbevolen in de EN
R
1998-1 (β = 0,2). Deze waarde is eveneens de standaardwaarde voor andere
O
bouwwerken. Nochtans mag een alternatieve waarde voorgeschreven worden in de
Nationale Bijlagen van de desbetreffende EN 1998-onderdelen.
R
8
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
4.3 Constructieve berekening
4.3.3 Berekeningsmethoden
4.3.3.1 Algemeen
E
huidige Nationale Bijlage.
De toepassing van niet-lineaire methoden bij gebouwen op seismische ondersteuning
TE
wordt behandeld in artikel 10 van EN 1998-1.
IT
4.4 Veiligheidstoetsen
M
4.4.2 Uiterste grenstoestand
4.4.2.5 Sterkte van horizontale schijfconstructies
M
OPMERKING: De in de EN 1998-1 aanbevolen waarden zijn normatief. De waarde van γd
O
(2)
is gelijk aan 1,3 voor brosse bezwijkvormen en 1,1 voor ductiele bezwijkvormen.
4.4.3
4.4.3.2
Schadebeperking
C
Beperking van de relatieve verplaatsing tussen verdiepingen
R
O
(5) OPMERKING: Het gebruik van ductiliteitsklassen M en H is niet onderworpen aan enige
geografische beperking.
N
(10) OPMERKING: Ingeval een specifiek kwaliteitsplan van toepassing is, aanvullend aan de
AT
5.2.4 Veiligheidstoetsing
9
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
5.4 Ontwerp en berekening voor DCM
5.4.1 Geometrische voorwaarden en materialen
5.4.1.2 Geometrische voorwaarden
5.4.1.2.2 Kolommen
(1) Tenzij θ ≤ 0,1 (zie 4.4.2.2(2)), behoren de afmetingen van de dwarsdoorsnede van
primaire seismische kolommen niet kleiner te zijn dan : hc = max {lcf / 25; 0,25}
hc is de hoogte van de dwarsdoorsnede van de kolom (in m);
E
lcf is de afstand tussen het buigpunt en de kolomuiteinden, bij buiging in een vlak
TE
evenwijdig met de beschouwde kolomafmeting (in m).
IT
5.4.3.5 Grote licht gewapende wanden
5.4.3.5.2 Dwarskrachtweerstand
M
(1) OPMERKING: De waarde van ρw,min is de minimale waarde aangegeven in de EN 1992-1-
M
1 en in zijn Nationale Bijlage voor wanden.
O
5.8 Betonnen funderingselementen
5.8.2 Kettingbalken en funderingsbalken
(3) C
OPMERKING: De waarden van bw,min en hw,min zijn:
R
Voor gebouwen tot 3 bouwlagen (gelijkvloers + 2 verdiepingen):
bw,min= 0,15 m en hw,min = 0,20 m
O
(4) OPMERKING: De waarden van tmin en ρs,min zijn respectievelijk gelijk aan 0,12 m en
M
0,2 %. Platen moeten bovendien een minimale wapeningssectie vertonen van 3 cm² per
meter in breedtezin.
AL
(5) OPMERKING: De waarde van ρb,min is gelijk aan 0,2 % per zijde, of dus 0,4 %.
Kettingbalken en funderingsbalken moeten bovendien een minimale wapeningssectie
vertonen van 3 cm².
N
IO
5.11.1.3.2 Energie-dissipatie
(3) OPMERKING: Het gebruik van de 3 ductiliteitsklassen is aan geen enkele bijzondere
N
beperking onderhevig.
5.11.1.4 Gedragsfactoren
10
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
5.11.1.5 Berekening van de tijdelijke toestand
5.11.3 Elementen
5.11.3.2 Kolommen
E
volgt gelezen worden:
TE
Voor prefab raamwerksystemen met scharnierende kolom-liggerverbindingen, behoort de
verbinding van de kolommen ter hoogte van hun voet overeenkomstig 5.11.2.1.2
ontworpen te zijn.
IT
5.11.3.4 Grote prefab paneelwanden
M
(7) OPMERKING: De in de EN 1998-1 aanbevolen waarde is normatief. Het minimaal te
M
voorzien langswapeningspercentage ρc,min in de vulmortel van de voegen in grote prefab
O
paneelwanden welke deel uitmaken van het aan de seismische belasting
weerstandbiedend systeem, bedraagt 1 %.
6
6.1
Specifieke regels voor staalgebouwen
Algemeen
C
R
6.1.2 Ontwerpconcepten
O
OPMERKING 2: Het gebruik van rekenregels a) en b), noch het gebruik van
ductiliteitsklassen is aan beperkingen onderhevig. In het bijzonder is het gebruik van de
M
6.1.3 Veiligheidstoetsen
AL
met de wind. Deze waarden zijn bepaald in de Nationale Bijlage aan de EN 1993-1-1.
AT
6.2 Materialen
versie van de EN 1998-1:2004 vermeld in het voorstel voor de huidige ANB. (a) moet als
volgt gelezen worden :
6.6 Regels voor het ontwerp, berekening en detaillering van momentstijve raamwerken
6.6.1 Ontwerp- en berekeningscriteria
E
(1)P BIJKOMENDE OPMERKING (aanvullende en niet-tegenstrijdige informatie): Met gebouwen met
TE
één verdieping bedoelt men een gebouw met slechts één gelijkvloers.
6.6.3 Kolommen
IT
(5) Er weze herinnerd aan de editoriale verbetering aan te brengen in de Nederlandstalige
M
versie van de EN 1998-1:2004 vermeld in het voorstel voor de huidige ANB. (5) moet als
volgt gelezen worden :
M
De overdracht van de krachten van de liggers naar de kolommen behoort te voldoen aan
de ontwerp- en de berekeningsregels zoals in EN 1993-1-8:2005.
O
C
(6) Er weze herinnerd aan de editoriale verbetering aan te brengen in de Nederlandstalige
versie van de EN 1998-1:2004 vermeld in het voorstel voor de huidige ANB. (6) moet als
volgt gelezen worden :
R
Vwp,Rd de dwarskrachtweerstand van de lijfplaat is in overeenstemming
O
met EN 1993-1-8:2005, 6.2.6.1.
R
6.6.4 Ligger-kolomverbindingen
IR
ductiliteitsklassen.
Gelaste flenzen. Lijf gebout aan een schetsplaat gelast DCL, DCM en DCH
op het lijf van de kolom. Verzwakking van de flenzen.
N
Flenzen gebout op voetplaten gelast aan de flenzen van DCL, DCM en DCH
de kolom middels volle weerstandslassen. Gebout lijf.
(4) BIJKOMENDE OPMERKING (aanvullende en niet-tegenstrijdige informatie): Met gebouw met twee
E
verdiepingen bedoelt men een gebouw met gelijkvloers + één verdieping.
TE
6.7.4 Liggers en kolommen
IT
de factor γpb voor de schatting van de post-kritieke weerstand van de gedrukte diagonalen
bedraagt 0,3.
M
7 Specifieke regels voor staal-betongebouwen
M
7.1 Algemeen
7.1.2 Ontwerpconcepten
O
C
(1) OPMERKING 1: De in de EN1998-1 aanbevolen waarde is normatief. De waarde van de
gedragsfactor q voor laag dissipatief gedrag bedraagt 1,5.
R
OPMERKING 2: Het gebruik van ontwerpconcepten a) tot c), noch het gebruik van de
O
ductiliteitsklassen zijn onderworpen aan beperkingen. In het bijzonder is het gebruik van
de ductiliteitsklassen M en H aan geen enkele geografische beperking onderworpen.
R
7.1.3 Veiligheidstoetsen
IR
alsmede hun opmerkingen zijn van toepassing voor de keuze van de waarde van partiële
materiaalfactoren te hanteren in de seismische ontwerpsituatie voor gemengde staal-
betongebouwen.
AL
(4) BIJKOMENDE OPMERKING (aanvullende niet-tegenstrijdige informatie): De alinea 6.2 (3) en zijn
opmerkingen zijn van toepassing voor de keuze van de waarde van de oversterktefactor in
N
7.7 Regels voor het ontwerp, berekening en detaillering van momentstijve raamwerken
7.7.2 Berekening
AT
13
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
(1) OPMERKING: Er is geen gebruiksbeperking voor elementen van groepen 1, 2 en 4 in
primaire seismische elementen. Elementen van groep 3 moeten een interne dragende
wand bevatten om gebruikt te worden in primaire seismische elementen.
Er is geen gebruiksbeperking voor elementen van groepen 1, 2, 3 en 4 in secundaire
seismische elementen.
De referentie voor de bepaling van de steengroepen is de NBN EN 1996-1 ANB.
E
aanvaardbaar voor zover de waarde van de karakteristieke druksterkte van het
TE
metselwerk, berekend volgens de EN 1996-1 (paragraaf 3.6.1) en zijn Nationale Bijlage
voor het tewerkgestelde geheel van stenen en mortel, ten minste 1,5 N/mm² bedraagt en
voor zover een lichte wapening in de mortelbanen geplaatst wordt.
IT
Voor een gegeven gebouw is het toegestaan elementen van verschillende sterkte te
gebruiken voor de verschillende verdiepingen van een constructie, voor zover ze aan de
M
hiervoor vermelde minimumcriteria voldoen en de sterkte van de constructie verzekerd is.
M
9.2.3 Mortel
O
(1) OPMERKING: De in de EN 1998-1 aanbevolen waarde is normatief. De minimumsterkte
fm,min vereist voor de mortel bedraagt 5 N/mm² voor ongewapend of omkaderd metselwerk,
C
inbegrepen het metselwerk dat gebruik maakt van dunne mortelvoegen of op basis van
niet cementeuze materialen, en bedraagt 10 N/mm² voor gewapend metselwerk.
R
9.2.4 Metselwerkvoegen
O
gebruiksbeperking.
De niet gevulde voegen met mechanische verbindingen tussen metselwerkstenen worden
IR
zover hun gedrag onder horizontale belasting gevalideerd wordt in termen van weerstand en
IO
ductiliteit.
met behulp van geprefabriceerde metselwerkpanelen zijn toegestaan. Er wordt verwezen naar
sectie 5.11.3.4 van de EN 1998-1 voor informatie over de criteria vereist met betrekking tot de
vertikale voegen . Voor de horizontale voegen, zijn de criteria omtrent de niet geprefabriceerde
N
(1) BIJKOMENDE OPMERKING (bijkomende niet-tegenstrijdige informatie): Voor zover het gebouw
regelmatig is in grondplan, mag de primaire seismische constructie verschillend geklasseerd
worden (ongewapend metselwerk, omkaderd metselwerk of gewapend metselwerk) voor elk van
de 2 weerstandbiedende hoofdrichtingen van het gebouw.
14
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
Bijlage, voor zover het gebouw maximaal 2 bouwlagen (gelijkvloers en één verdieping)
beslaat. De zolderruimte (dakruimte) boven volledige verdiepingen wordt niet in rekening
gebracht in het aantal bouwlagen.
E
uitsluitend in overeenstemming met de EN 1996 toestaan, ontslaan niet van de veiligheidstoetsing
bepaald in paragraaf 9.6 van de EN 1998-1.
TE
(3) OPMERKING : Ongewapend metselwerk in overeenstemming met de EN 1998-1 en de
huidige Nationale Bijlage mag gebruikt worden wat het niveau van de seismische
IT
belasting ook weze.
M
(4) OPMERKING 1: Voor metselwerk van type a) en b) bepaald in 9.2.4 (1), worden de
normatieve bovengrenswaarden van de gedragsfactor q aangegeven in Tabel 9.1-ANB.
M
O
Tabel 9.1-ANB: Bouwwijzen en bovengrenswaarde van de gedragsfactor
Bouwwijze C Gedragsfactor q
Constructies die Constructies die
R
regelmatig zijn in onregelmatig zijn in
hoogterichting hoogterichting
O
Ongewapend metselwerk 1,50 1,50
uitsluitend in overeenstemming met
R
de EN 1996
Ongewapend metselwerk in
IR
bepaling van ingebonden metselwerk in de zin van de EN 1996. Het betreft metselwerk voorzien
van elementen van gewapend beton of metselwerk in verticale en in horizontale richting.
N
De reservefactor αu / α1 kan bekomen worden uit een globale statische niet-lineaire analyse en
kan in geen geval aangenomen worden boven 2.0. In afwezigheid van een niet-lineaire analyse,
mogen de volgende waarden aangenomen worden:
Een waarde van αu / α1 = 1,00 moet gebruikt worden indien het materiaal een brosse
bezwijkvorm vertoont.
15
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
verbindingen vereist tussen vloerplaten en wanden of tussen dak en wanden is verzekerd indien
aan de volgende voorwaarden is voldaan.
TE
a) De weerstand van de verbindingen in de richting loodrecht op elke snijlijn vloerplaat-wand is
verzekerd over de ganse lengte van die lijn en is minstens gelijk aan Ffw.
b) De weerstand van de verbindingen in de richting loodrecht op elke snijlijn wand-wand is
IT
verzekerd over de ganse lengte van die lijn en is minstens gelijk aan Fww.
c) De waarde van de weerstand Ffw bedraagt 16 kN/m voor γI I ag S ≥ 0,1 g en bedraagt 8 kN/m
M
voor γI ag S < 0,1 g voor vloerplaten bevestigd op de 4 kanten. Waarden van Ffw? voor
M
verschillende connectievoorwaarden en waarden van Fww? kunnen gevonden worden in de
specifieke technische documenten (zie 9.5.1 (3) – Bijkomende opmerking 3).
O
(2) BIJKOMENDE OPMERKING (aanvullende niet-tegenstrijdige informatie): De snijlijnen vloerplaat-
C
wand of dak-wand bestaan uit kettingbalken. De geschiktheid van de kettingbalken is verzekerd
wanneer de axiale weerstand van de gemeenschappelijke zone minstens 70 kN bedraagt. De
gemeenschappelijke zone bestaat uit een hoogte van de wand gelijk aan 4 tef gecentreerd op de
R
snijlijn en uit een breedte van de vloerplaat gelijk aan 0,6 m, voor zover de verbinding vloerplaat-
wand in staat is een kracht gelijk aan 70 kN op een correcte manier over te brengen in langse
O
afschuiving.
R
(5) OPMERKING: Normatieve waarden van tef,min, (hef/tef)max en (l / h)min worden aangegeven
in Tabel 9.2-ANB.
E
TE
BIJKOMENDE OPMERKING (aanvullende niet-tegenstrijdige informatie): de praktische gevolgen
van 9.2, 9.3 en 9.5 in termen van technologische schikkingen zijn samengevat in tabel 9.4-ANB.
IT
Tabel 9.4-ANB: Voorwaarden te vervullen voor een gebouw in metselwerk
M
Niveau van de Aantal Minimaal te respecteren technologische
M
seismische bouwlagen* bepalingen **
belasting
O
γI ag S ≤ 0,06 g Toepassing van de EN 1996 alleen – seismische belasting
verwaarloosbaar
OF
R
** De criteria voor materialen gedefinieerd in sectie 9.2 moeten bovendien steeds getoetst
worden indien γI ag S > 0,06 g, met uitzondering van het criterium 9.2.2 voor de sterkte van
IO
*** De dikte tef,min is de minimum dikte van de afschuifwanden (wanden die deel uitmaken
AT
NATIONALE NIET TEGENSTRIJDIGE AANVULLINGEN AAN 9.5.1 (na (6) aan te brengen)
(7)P Schouwen en andere slanke verticale elementen moeten beschouwd worden als elementen van de
primaire constructie en als zodanig getoetst worden.
(8) De eis van alinea (7)P hierboven mag beschouwd worden als zijnde voldaan :
- indien één van de vlakken van de schouw zich bevindt op minder dan 1m van de nok van het dak
en de top van de schouw minder dan 0,55 m boven de nok uitsteekt.
17
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
- indien de schijfconstructie in het dak lokaal versterkt is rondom de schouw om een horizontale
stabiliserende kracht op te nemen gelijk aan 25% van het gewicht van de schouw, en dit in de twee
hoofdrichtingen van het gebouw.
(9)P De schouwpijp moet bestaan uit van het metselwerk van de schouw onderscheiden elementen.
E
9.6 Veiligheidstoetsing
TE
(3) OPMERKING: De voor de toetsingen in de uiterste grenstoestand van de seismische
γM
IT
ontwerpsituatie te hanteren partiële materiaalfactoren (voor de
metselwerkeigenschappen) en γs (voor de eigenschappen van het wapeningsstaal)
M
bedragen respectievelijk 1,5 en 1,0.
M
BIJKOMENDE OPMERKING (aanvullende niet-tegenstrijdige informatie): De veiligheidstoetsing
kan op drie manieren gebeuren:
O
a/ door voor het betreffend gebouw een volledige studie uit te voeren met oog voor de bepalingen
9.1 tot 9.6 van de EN 1996,
C
b/ door een plan uit te werken dat voldoet aan de regels betreffende de “eenvoudige gebouwen in
metselwerk” zoals aangegeven in 9.7.2,
c/ door een plan uit te werken dat in overeenstemming is met type-oplossingen die bestudeerd zijn
R
met respect voor de bepalingen 9.1 tot 9.6. In het bijzonder, voor de gebouwen behorend tot
belangrijkheidsklasse I of II, kunnen deze type-oplossingen zich beperken tot het toepassen van
O
paragrafen 9.2 en 9.7.2 van de EN 1998-1 en zijn Nationale Bijlage, eveneens beschouwd worden
IO
9.7.2 Regels
18
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
- De eigenschappen van de materialen stemmen minimaal overeen met de alinea’s 9.2 (2) en (3).
De factor k voorgesteld in de EN 1998-1 voor een karakteristieke sterkte gelijk aan 12 N/mm² is
dus zonder voorwerp in de huidige Nationale Bijlage.
- De initiële karakteristieke schuifsterkte bedraagt 0,15 N/mm².
- De afschuifwanden zijn doorlopend over de hoogte van het gebouw.
- De constructieve berekening berust op de veronderstelling dat de afschuifwanden werken als
balken, met een forfaitaire overdracht van het buigmoment naar de horizontale elementen
(vloerplaten en verdeelbalken) gelijk aan 20 %.
E
dwarsdoorsnede van de afschuifwanden.
TE
BIJKOMENDE OPMERKING 3 (aanvullende niet-tegenstrijdige informatie): De tabel 9.5-ANB
verschaft versnellingsintervallen γI agR S te beschouwen in de tabel 9.3-ANB voor gewone
gebouwen (γI = 1) in functie van de zone (cf. Figuur 1-ANB) en het bodemtype. Indien γI agR S
IT
kleiner of gelijk is aan 0,06 g, mag de seismische belasting worden verwaarloosd.
M
Tabel 9.5-ANB: In de tabellen 9.3-ANB en 9.4-ANB voor gewone gebouwen (γI = 1) te
beschouwen waarden van de versnelling, in functie van de zone en het bodemtype
M
Bodemtype
O
A B C D E
Zone
0
ag [g]
0.00 ≤ 0.06 g ≤ 0.06 g
C ag S
≤ 0.06 g ≤ 0.06 g ≤ 0.06 g
R
1 0.04 ≤ 0.06 g ≤ 0.06 g ≤ 0.06 g ≤ 0.075 g ≤ 0.075 g
2 0.06 ≤ 0.06 g ≤ 0.09 g ≤ 0.09 g ≤ 0.12 g ≤ 0.12 g
O
insprongen ten opzichte van de rechthoekige vorm mag boven een percentage pmax gelijk
aan 15 % van de totale oppervlakte boven de beschouwde verdieping niet uitstijgen.
N
(5) OPMERKING: De aanbevolen waarden zijn normatief. Het maximale verschil tussen de
IO
19
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
(pA,min)
TE
Ongewapend 1 1,0 % 1,0 % 1,5 % 2,0 % 3,0 %
metselwerk 2 2,0 % 2,0 % 2,5 % 5,0 % 7,5 %
IT
3 3,0 % 3,5 % 5,5 % 8,5 % n/a
M
4 5,0 % 5,5 % 8,5 % n/a (*) n/a
5 6,5 % 8,0 % n/a n/a n/a
M
Omkaderd 2 1,5 % 2,0 % 2,5 % 3,0 % 3,5 %
O
metselwerk 3 2,0 % 2,5 % 3,5 % 4,0 % n/a
C
4 4,0 % 4,5 % 5,0 % n/a n/a
5 6,0 % 8,0 % n/a n/a n/a
R
Gewapend 2 1,5 % 2,0 % 2,0 % 2,0 % 3,5 %
O
metselwerk 3 2,0 % 2,0 % 2,5 % 3,0 % 5,0 %
4 3,0 % 4,0 % 4,5 % 5,0 % n/a
R
10 Funderingsisolatie
N
20
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
Bijlage B : Bepaling van het verplaatsingsrichtgetal bij niet-lineaire statische
TE
“pushover” berekening
IT
M
Bijlage C : Ontwerp van platen in gemengde staal-betonliggers in ligger-
M
kolomverbindingen van momentstijve raamwerken
O
Bijlage C van NBN EN 1998-1:2005 is normatief in België.
C
Er weze herinnerd aan de editoriale verbetering aan te brengen in de Nederlandstalige versie van
de EN 1998-1:2004 vermeld in het voorstel voor de huidige ANB. (C.6) en (C.12) moeten als volgt
R
gelezen worden :
O
FRd 2
AT ≥ 0,5 ×
R
.
f yd ,T
IR
M
AL
N
IO
AT
N
21
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
Postcode Seismische
2008 Gemeente Arrondissement Provincie Gewest zone
1070 Anderlecht Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1000 Brussel Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1050 Elsene Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1040 Etterbeek Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1140 Evere Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1080 Ganshoren Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1090 Jette Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1080 Koekelberg Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
E
1160 Oudergem Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1030 Schaarbeek Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
TE
1080 Sint-Agatha-Berchem Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1060 Sint-Gillis Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
IT
1080 Sint-Jans-Molenbeek Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1030 Sint-Joost-ten-Node Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
M
1200 Sint-Lambrechts-Woluwe Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
M
1150 Sint-Pieters-Woluwe Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1180 Ukkel Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
O
1190 Vorst Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
C
1170 Watermaal-Bosvoorde Brussel Hoofdstad Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
1320 Beauvechain Nivelles Brabant Wallon Région Wallonne 1
R
1420 Braine-l'Alleud Nivelles Brabant Wallon Région Wallonne 2
1440 Braine-le-Château Nivelles Brabant Wallon Région Wallonne 2
O
22
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
6000 Charleroi Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
TE
6200 Châtelet Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
6180 Courcelles Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
IT
6240 Farciennes Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
6220 Fleurus Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
M
6140 Fontaine-l'Evêque Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
6280 Gerpinnes Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
M
6210 Les Bons Villers Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
O
7170 Manage Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
6110 Montigny-le-Tilleul Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
6230 Pont-à-Celles Charleroi Hainaut
CRégion Wallonne 4
R
7180 Seneffe Charleroi Hainaut Région Wallonne 4
7300 Boussu Mons Hainaut Région Wallonne 4
O
23
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
6470 Sivry-Rance Thuin Hainaut Région Wallonne 2
TE
6530 Thuin Thuin Hainaut Région Wallonne 4
7640 Antoing Tournai Hainaut Région Wallonne 2
IT
7620 Brunehaut Tournai Hainaut Région Wallonne 2
7760 Celles Tournai Hainaut Région Wallonne 1
M
7730 Estaimpuis Tournai Hainaut Région Wallonne 1
7900 Leuze-en-Hainaut Tournai Hainaut Région Wallonne 3
M
7750 Mont-de-l'Enclus Tournai Hainaut Région Wallonne 1
O
7740 Pecq Tournai Hainaut Région Wallonne 1
7600 Péruwelz Tournai Hainaut Région Wallonne 3
7610 Rumes Tournai Hainaut
CRégion Wallonne 1
R
7500 Tournai Tournai Hainaut Région Wallonne 1
4540 Amay Huy Liège Région Wallonne 2
O
24
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
4420 Saint-Nicolas Liège Liège Région Wallonne 4
TE
4100 Seraing Liège Liège Région Wallonne 4
4630 Soumagne Liège Liège Région Wallonne 4
IT
4140 Sprimont Liège Liège Région Wallonne 4
4870 Trooz Liège Liège Région Wallonne 4
M
4600 Visé Liège Liège Région Wallonne 4
4770 Amel Verviers Liège Région Wallonne 4
M
4880 Aubel Verviers Liège Région Wallonne 4
O
4837 Baelen Verviers Liège Région Wallonne 4
4760 Büllingen Verviers Liège Région Wallonne 4
4790 Burg-Reuland Verviers Liège
CRégion Wallonne 3
R
4750 Bütgenbach Verviers Liège Région Wallonne 4
4820 Dison Verviers Liège Région Wallonne 4
O
25
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
4300 Waremme Waremme Liège Région Wallonne 3
TE
4219 Wasseiges Waremme Liège Région Wallonne 1
6700 Arlon Arlon Luxembourg Région Wallonne 0
IT
6717 Attert Arlon Luxembourg Région Wallonne 0
6790 Aubange Arlon Luxembourg Région Wallonne 0
M
6630 Martelange Arlon Luxembourg Région Wallonne 0
6780 Messancy Arlon Luxembourg Région Wallonne 0
M
6600 Bastogne Bastogne Luxembourg Région Wallonne 1
O
6687 Bertogne Bastogne Luxembourg Région Wallonne 1
6637 Fauvillers Bastogne Luxembourg Région Wallonne 1
6670 Gouvy Bastogne
C
Luxembourg Région Wallonne 2
R
6660 Houffalize Bastogne Luxembourg Région Wallonne 1
6680 Sainte-Ode Bastogne Luxembourg Région Wallonne 1
O
Marche-en-
6960 Manhay Famenne Luxembourg Région Wallonne 2
Marche-en-
6900 Marche-en-Famenne Famenne Luxembourg Région Wallonne 1
N
Marche-en-
6950 Nassogne Famenne Luxembourg Région Wallonne 1
IO
Marche-en-
6987 Rendeux Famenne Luxembourg Région Wallonne 1
Marche-en-
AT
E
5537 Anhée Dinant Namur Région Wallonne 2
TE
5570 Beauraing Dinant Namur Région Wallonne 1
5555 Bièvre Dinant Namur Région Wallonne 1
IT
5590 Ciney Dinant Namur Région Wallonne 1
5500 Dinant Dinant Namur Région Wallonne 1
M
5575 Gedinne Dinant Namur Région Wallonne 1
5360 Hamois Dinant Namur Région Wallonne 1
M
5540 Hastière Dinant Namur Région Wallonne 1
O
5370 Havelange Dinant Namur Région Wallonne 1
5560 Houyet Dinant Namur Région Wallonne 1
5520 Onhaye Dinant Namur
C Région Wallonne 2
R
5580 Rochefort Dinant Namur Région Wallonne 1
5377 Somme-Leuze Dinant Namur Région Wallonne 1
O
27
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
2620 Hemiksem Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
TE
2540 Hove Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
2920 Kalmthout Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
IT
2950 Kapellen Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
2550 Kontich Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
M
2547 Lint Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
2390 Malle Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
M
2640 Mortsel Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
O
2845 Niel Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
2520 Ranst Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
2840 Rumst Antwerpen
C
Antwerpen Vlaams Gewest 1
R
2627 Schelle Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
2970 Schilde Antwerpen Antwerpen Vlaams Gewest 1
O
28
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
2430 Laakdal Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 2
TE
2275 Lille Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 2
2450 Meerhout Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 2
IT
2330 Merksplas Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 2
2400 Mol Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 3
M
2250 Olen Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 1
2360 Oud-Turnhout Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 3
M
2380 Ravels Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 3
O
2470 Retie Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 3
2310 Rijkevorsel Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 2
2300 Turnhout Turnhout
C
Antwerpen Vlaams Gewest 2
R
2290 Vorselaar Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 1
2350 Vosselaar Turnhout Antwerpen Vlaams Gewest 2
O
29
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
3840 Borgloon Tongeren Limburg Vlaams Gewest 3
TE
3870 Heers Tongeren Limburg Vlaams Gewest 3
3717 Herstappe Tongeren Limburg Vlaams Gewest 4
IT
3730 Hoeselt Tongeren Limburg Vlaams Gewest 3
3720 Kortessem Tongeren Limburg Vlaams Gewest 3
M
3620 Lanaken Tongeren Limburg Vlaams Gewest 4
3630 Maasmechelen Tongeren Limburg Vlaams Gewest 4
M
3770 Riemst Tongeren Limburg Vlaams Gewest 4
O
3700 Tongeren Tongeren Limburg Vlaams Gewest 4
3790 Voeren Tongeren Limburg Vlaams Gewest 4
3830 Wellen Tongeren Limburg
C Vlaams Gewest 2
R
9300 Aalst Aalst Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
9470 Denderleeuw Aalst Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
O
30
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
9090 Melle Gent Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
TE
9820 Merelbeke Gent Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
9180 Moerbeke Gent Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
IT
9810 Nazareth Gent Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
9850 Nevele Gent Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
M
9860 Oosterzele Gent Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
9830 Sint-Martens-Latem Gent Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
M
9950 Waarschoot Gent Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
O
9185 Wachtebeke Gent Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
9930 Zomergem Gent Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
9870 Zulte Gent
C
Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
R
9660 Brakel Oudenaarde Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
9667 Horebeke Oudenaarde Oost-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
O
31
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
1840 Londerzeel Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
TE
1830 Machelen Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
1860 Meise Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
IT
1785 Merchtem Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
1745 Opwijk Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
M
3090 Overijse Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
1670 Pepingen Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 2
M
1760 Roosdaal Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
O
1640 Sint-Genesius-Rode Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 2
1600 Sint-Pieters-Leeuw Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
1820 Steenokkerzeel Halle-Vilvoorde
C
Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
R
1740 Ternat Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
1800 Vilvoorde Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams Gewest 1
O
32
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
8730 Beernem Brugge West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
TE
8370 Blankenberge Brugge West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8000 Brugge Brugge West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
IT
8340 Damme Brugge West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8490 Jabbeke Brugge West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
M
8300 Knokke-Heist Brugge West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8020 Oostkamp Brugge West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
M
8820 Torhout Brugge West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
O
8210 Zedelgem Brugge West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8377 Zuienkerke Brugge West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8600 Diksmuide Diksmuide
C
West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
R
8650 Houthulst Diksmuide West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8680 Koekelare Diksmuide West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
O
33
NBN EN 1998-1 ANB (2011)
E
8890 Moorslede Roeselare West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
TE
8800 Roeselare Roeselare West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8840 Staden Roeselare West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
IT
8850 Ardooie Tielt West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8720 Dentergem Tielt West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
M
8760 Meulebeke Tielt West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8780 Oostrozebeke Tielt West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
M
8740 Pittem Tielt West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
O
8755 Ruiselede Tielt West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8700 Tielt Tielt West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8710 Wielsbeke Tielt
C
West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
R
8750 Wingene Tielt West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
8690 Alveringem Veurne West-Vlaanderen Vlaams Gewest 1
O
34
N
AT
IO
N
AL
M
IR
R
O
R
C
O
M
M
IT
TE
E