De Grand Prix van Argentinië was de eerste WK-Grand Prix uit de geschiedenis die buiten Europa werd georganiseerd. In totaal waren er slechts 17 starters. Voor de meeste privérijders was de verre reis onbetaalbaar en van de weinige nog bestaande fabrieksteams bleef MV Agusta thuis. Alleen Honda verscheen met een behoorlijke delegatie omdat de 125cc-wereldtitel voor het grijpen lag en Yamaha stuurde in elk geval Fumio Ito. In totaal bereikten - over drie klassen verspreid - slechts 11 deelnemers de finish. Een kleine mijlpaal was de eerste WK-overwinning voor Matchless.
In de 500cc-race stonden slechts zes coureurs aan de start, waarvan er slechts twee over de finish reden. Europese privérijders waren er niet, maar de CanadeesFrank Perris wel. Hij was door een derde plaats in de GP van Zweden op schootsafstand van de derde plaats in het WK gekomen. Bob McIntyre en Alistair King stonden nog voor hem, maar die kwamen niet naar Argentinië. De Argentijn Jorge Kissling won de race voor zijn landgenoot Juan Carlos Salatino. Perris viel tien ronden voor het einde uit, maar toen waren de andere deelnemers ook al uitgevallen. Perris werd als derde geklasseerd, kreeg zijn vier punten en eindigde in de WK-stand inderdaad op de derde plaats.
De 125cc-race werd gewonnen door Tom Phillis, maar hij kreeg flinke tegenstand van Jim Redman. Zonder deelname van Ernst Degner kon Phillis met gemak wereldkampioen worden, maar voor Redman stond de derde plaats in de WK-stand op het spel, zeker nu Luigi Taveri er ook niet was. Toch moest Redman 0,1 seconde toegeven op Phillis, waardoor hij in de eindstand vierde werd. Kunimitsu Takahashi finishte als derde.
Ernst Degner stond na de Grand Prix van Zweden nog aan de leiding van het 125cc-wereldkampioenschap, maar hij vluchtte vanuit Zweden naar het vrije Westen en kon dus niet meer over zijn (Oost-Duitse) MZ RE 125 beschikken. Hij reisde na zijn vlucht rechtstreeks naar het Verenigd Koninkrijk waar hij een 125cc-EMC leende, waarschijnlijk de machine die al door Mike Hailwood en Phil Read was gebruikt. Dat was nodig omdat hij slechts in de punten hoefde te eindigen om wereldkampioen te worden. De EMC arriveerde echter te laat in Argentinië. Degner zelf was er wel, ongetwijfeld met financiële steun van Suzuki, dat hem bij zijn vlucht had geholpen. Degner zag een complot in het te laat arriveren van zijn machine, hetzij tussen het DDR-regime en de linkse Argentijnse regering, hetzij tussen de communisten en invloedrijke naar Argentinië uitgeweken Nazi's. Hij had inderdaad gemakkelijk punten kunnen scoren in de Argentinië, waar in de 125cc-race slechts zeven rijders de finish haalden.
Bronnen, noten en/of referenties
Luigi & Gianna Rivola: De geschiedenis van de motorsport, oorsprong en ontwikkeling, 1993 Uitgeverij Uniepers b.v., Abcoude ISBN 90 6825 131 7
↑ abcdeMZ had na de vlucht uit de DDR van Ernst Degner niets meer te winnen en was vooral niet uit op vluchtpogingen van meer Oost-Duitse coureurs.
↑ ab Het team van MZ kwam niet naar Argentinië en Alan Shepherd maakte deel uit van het fabrieksteam.
↑Benelli had Silvio Grassetti niet eens in alle Europese GP's laten starten en het had geen nut om naar Argentinië te reizen.
↑Moto Morini had zich met Tarquinio Provini het hele seizoen vooral toegelegd op het Italiaans kampioenschap en startte bijna nooit in WK-races.
↑Gary Hocking was al aan het begin van het seizoen uit de 250cc-klasse teruggetrokken om zich te concentreren op de 350- en de 500cc-klasse.
↑Ernst Degner had na zijn vlucht uit de DDR een 125cc-EMC geleend om zijn wereldtitel zeker te kunnen stellen, maar die machine arriveerde te laat in Argentinië.