Historische atlas/Oudheid
Oudheid
[bewerken]Geografie in de oudheid
[bewerken]Strabo (ca. 64 v. Chr. - 19 na Chr.) was een Griekse historicus, wiens werk Geographika een beschrijving van de toen bekende wereld bevatte. Aan de hand van deze beschrijving kunnen we een kaart tekenen die de wereld afbeeldt zoals ze door Strabo werd beschreven.
Enige tijd later zou Claudius Ptolemaeus(87 - 150 n.Chr.) met zijn Cosmographia of Geographia, een gids voor het maken van kaarten met een lijst van de geografische lengte en breedte van ca. 350 plaatsen een werk uitbrengen aan de hand waarvan men een serie kaarten kon tekenen van de gehele aan de auteur bekende wereld.
Oude Nabije Oosten
[bewerken]In de Vruchtbare Sikkel zijn de oudste bewijzen van landbouw, met name emerkoren, gedateerd op 8500 v. Chr. Hiermee is het de oudste bewezen landbouw ter wereld, want andere landbouwgebieden, zoals in China en in verschillende delen van de Amerika's, ontwikkelden zich pas later.
Het gebied was geschikt voor landbouw, omdat er een regelmatige regenval is en er voor domesticatie geschikte plantensoorten voorkomen. De later zeer vruchtbare rivierdalen van de Eufraat en Tigris werden pas na de introductie van irrigatie rond 6000 v. Chr. geschikt voor landbouw. De grenzen van het gebied dat vruchtbare sikkel genoemd wordt, zijn niet precies gedefinieerd, maar het gebied is ongeveer 400.000 à 500.000 vierkante kilometer groot.
Oude Egypte
[bewerken]De beschavingen van het Oude Egypte ontstonden aan de oevers van de Nijl, de grootste rivier van Afrika. De Nijl bracht water en vruchtbaar slib naar een gebied dat zonder de Nijl een levenloze vlakte zou zijn. Niet voor niets wordt Egypte het geschenk van de Nijl genoemd. Het bijzondere overstromingsritme van deze rivier heeft ook zijn invloed gehad op de culturen aan haar oevers, die zich moesten schikken naar dit ritme. Dat de Nijl dan ook aanbeden werd als was ze een godheid, hoeft dan ook niet te verbazen.
Op de kaart hiernaast zijn de belangrijkste sites en streken uit de geschiedenis van Egypte aangeduid. We zijn de opdeling van Egypte in Opper- en Neder-Egypte, het Sinaïschiereiland en het aan Egypte grenzende Neder-Nubië. Merk ook de cataracten op de Nijl op, die lange tijd de grens van het Egyptische rijk vormden en door enkele farao's verder richting Neder-Nubië verlegd is geweest om al snel daarna terug verloren te gaan.
Hellas
[bewerken]Op deze kaart zijn Thebe en Sparta met hun respectievelijke bondgenoten aangeduid, alsook de Tweede Delisch-Attische zeebond. De strijd om de hegemonie over Hellas werd uitgevochten tussen deze twee poleis tussen 371 en 362 v. Chr. Thebe won de strijd, maar moest ze al snel weer afstaan aan Macedonië, een "vreemde" natie, die volop aan het uitbreiden was. Dit zou uiteindelijk leiden tot het uitgestrekte rijk van Alexander de Grote.
Alexander de Grote
[bewerken]Het uitgestrekte rijk van Alexander de Grote werd in de luttele tijd van tien jaar opgebouwd. Het liep van Macedonië in het noorden tot India in het oosten en Egypte in het zuidwesten. Deze kaart toont de veldtocht van Alexander en de zeetocht die Nearchus voor hem ondernam. Het rijk van Alexander de Grote zal slechts overtroffen worden door dat van de toen net republikeins geworden stadstaat Rome.
Diadochenrijken
[bewerken]Rome
[bewerken]De stad Rome ontstond op de verschillende heuvels waarvan de Palatijn, het Capitool en de Quirinaal als eerste bewoond werden. De nederzettingen zouden zich verder uitspreiden over de Aventijn, de Coelius, de Esquilijn en de Viminaal. Uit deze nederzettingen zou Rome groeien, dat eens de hoofdstad van een wereldrijk zou zijn, maar toen nog maar net begonnen was met haar omvorming tot stadstaat.
Op deze kaart is duidelijk te zien hoe het Imperium Romanum uitgroeide tot het grootste rijk in de antieke wereld. De eerste grote uitbreiding vond plaats in 133 v. Chr. met de inlijving van Pergamon als de provincia Asia in het Imperium Romanum, tesamen met de tijdens de Punische Oorlogen veroverde provinciae Sicilia, Sardinia en Hispania (rood). Tegen 44 v. Chr maakte héél Gallia samen met grote delen van Klein-Azië en Noord-Afrika deel uit van het groeiende Imperium Romanum (oranje). Wanneer Augustus in 14 n. Chr. zijn laatste adem uitblaast, heeft het rijk zowel in het noorden (Germania en Pannonia) als in het zuiden (Alexandria et Aegyptus) en het oosten (Galatia) (geel) een uitbreiding gekend. In 117 kwam er onder Traianus een laatste uitbreiding naar het oosten met Armenia en Mesopotamia als tijdelijke bezittingen, alsook enkele kleinere uitbreidingen in het noorden (groen). Langzaamaan zal dit reusachtige imperium afbrokkelen, totdat enkel het Byzantijnse Rijk overbleef als laatste erfgenaam van het eens zo machtige Romeinse Rijk. Ook dit rijk was uiteindelijk gedoemd onder te gaan.
Gallia
[bewerken]Op deze kaart zijn de verschillende Gallische stammen aangeduid. Dit zijn de Allobroges, Andes, Arverni, Batavi(?), Bituriges, Cardurci, Carnutes, Cubi, Haedui, Helvetii, Lemovices, Leuci, Lingones, Parisii, Petrocorii, Pictones, Santones, Senones, Sequani, Tectosages, Tricasses, Veneti, Vocontii en Volcae. En de Aduatici, Atrebati, Eburones, Mediomatrici, Menapii, Morini, Nervii, Remi(?), Suessioni, Taxandri en Treveri in Gallia Belgica. Dit waren de stammen die Julius Caesar aantrof toen hij Gallia binnenviel.
Byzantijnse Rijk
[bewerken]Op dit summier stadsplan van Constantinopel zijn duidelijk de Lycusrivier, de Hagia Sofia, de Buculeon, Blachernae, de Gouden Poort én de muren van Constantijn en die van Theodosius te zien. |
Expansie en verval van het Byzantijnse Rijk
[bewerken]______________________ | Met de veroveringen van Belisarius voor Justinianus (527-565) werd de Middellandse Zee weer een beetje de Mare Nostrum van weleer. Het veroverde gebied brokkelde echter al snel weer af na de dood van Justinianus. |
Bij het aantreden van de twaalfjarige Alexius Comnenus (1180-1183) was het rijk slechts een schim van wat het ooit geweest was. Enkel Griekenland en een deel van Klein-Azië (waar de khan van Rum zijn rijk had) bleven in bezit van de Byzantijnen, terwijl de rest verloren ging aan de Arabieren. | |
De vierde kruistocht bracht Constantinopel voor de eerste keer ten val. Het Latijnse Keizerrijk wordt gesticht en de erfgenamen van het Byzantijnse Rijk (het keizerrijk Nicaea, het keizerrijk Trebizonde en het despotaat Epirus) moeten hun toevlucht nemen tot de overgebleven resten van het Byzantijnse Rijk. | |
Na de herovering van Constantinopel Michael Palaeologus in 1261 kon het rijk beginnen aan het herstel. Dit was echter van korte duur door de interne conflicten die bleven broeien in Constantinopel. Hierdoor verliezen ze enorm veel gebied aan hun vijanden en zal uiteindelijk in 1453 Constantinopel ingenomen worden door de Turken. |