Kabinet-Venetiaan III
Kabinet-Venetiaan III | ||||
---|---|---|---|---|
Kabinet in Suriname | ||||
Venetiaan in 2003
| ||||
Premier | Ramdien Sardjoe (VHP; vp) | |||
Partij(en) | Regering (29)
Oppositie (22) | |||
4 augustus 2005-2010 | ||||
Start | 4 augustus 2005 | |||
Eind | 24 mei 2010 | |||
Voorganger | Kabinet-Venetiaan II | |||
Opvolger | Kabinet-Bouterse I | |||
Staatshoofd | Ronald Venetiaan (NPS) | |||
lijst van Surinaamse kabinetten | ||||
|
Het kabinet-Venetiaan III was een Surinaams kabinet onder leiding van president Ronald Venetiaan namens de NPS. In deze periode was Ramdien Sardjoe vicepresident namens de VHP, en in deze hoedanigheid premier van het kabinet. Het kabinet regeerde van 4 augustus 2005 tot en met 24 mei 2010[1] en volgde op de verkiezingen van 25 mei 2005.
Op 24 december 2009 vonden rellen in het dorpje Papatam bij Albina plaats. Honderden marrons vielen Brazilianen en Chinezen aan. Er vielen dertien gewonden en twintig Braziliaanse vrouwen worden verkracht; honderden mensen raakten hun onderkomen kwijt. Aanleiding vormde de dood van een marron.
Economie
[bewerken | brontekst bewerken]Nadat Venetiaan tijdens zijn tweede kabinet de economie wederom van een crisis naar groei had geleid, zette hij dit beleid in zijn derde kabinet voort. Een jaar voor dit kabinet werd in Suriname de Surinaamse dollar ingevoerd. In de jaren erna groeide de Surinaamse economie en bleef de inflatie laag. De regering-Venetiaan profiteerde daarbij van de stijgende prijzen van grondstoffen.[2]
Met Nederlandse verdragsmiddelen werd een groot deel van de buitenlandse schuld afgelost. Tussen 2000 en 2009 daalde de schuld aan het buitenland van 54% tot 13%. De lege schappen van de winkels kwamen vol te liggen, waaronder met luxe consumptiegoederen uit Amerika en Europa.[2]
Aan het eind van het decennium werd gevreesd dat de nieuwe verkiezingen opnieuw Bouterse/Wijdenbosch aan de macht zouden helpen. Het NRC schreef bijvoorbeeld in september 2009: "Het grootste economische risico voor Suriname lijkt te liggen in de verkiezingen van 2010." Teltring (73) had op dat moment al aangegeven het jaar erop te zullen vertrekken. Jim Bousaid, directeur van de Hakrinbank, liet weten lange deposito's aan te trekken ter bescherming tegen een eventuele bankrun na de verkiezingen.[3]
Samenstelling
[bewerken | brontekst bewerken]Tijdens de verkiezingen van 25 mei 2000 behaalde het Nieuw Front 33 zetels, na de verkiezingen van 2005 zakte dit terug naar 23 zetels; de NPS en SPA verloren respectievelijk 8 en 2 zetels. De VHP en PL behielden hun zetelaantal.
In het kabinet hadden de volgende ministers zitting:[1]
- ↑ a b Jules Sedney, De toekomst van ons verleden, derde editie, 2017, pagina 200 en 259, ISBN 978-99914-0-109-6
- ↑ a b Ivo Evers & Pieter van Maele, 'Bouterse aan de macht', hoofdstuk 3: 'Een economische jojo', ISBN 9789023472933, 2012
- ↑ Hans Buddingh', Het economische wonder aan de Surinamerivier, NRC, 10 september 2009. Gearchiveerd op 9 augustus 2022.
Voorganger: kabinet-Venetiaan II |
Surinaams kabinet 2005-2010 |
Opvolger: kabinet-Bouterse I |