Onderzeedienst: verschil tussen versies
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Kuching naar Kuching Utara), met behulp van pop-ups |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(12 tussenliggende versies door 11 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Km-onderzeedienst.svg|miniatuur|Logo Onderzeedienst]] |
|||
[[Bestand:4 walrusklasse onderzeeboten.jpg|thumb|De vier Nederlandse onderzeeboten (2007)]] |
|||
De '''Onderzeedienst''' is het onderdeel van de [[Koninklijke Marine]] dat zorg draagt voor de uitrusting van de [[onderzeeboot|onderzeeboten]] en de opleiding van de bemanningen. |
De '''Onderzeedienst''' is het onderdeel van de [[Koninklijke Marine]] dat zorg draagt voor de uitrusting van de [[onderzeeboot|onderzeeboten]] en de opleiding van de bemanningen. De huidige onderzeedienst zetelt op de [[Nieuwe Haven (Den Helder)|Nieuwe Haven]] in [[Den Helder]] en telt ongeveer vierhonderd mensen personeel. |
||
De |
De Onderzeedienst is, net als de Mijnendienst, voortgekomen uit de voormalige [[Torpedodienst]] van de marine. De eerste onderzeeboot van de marine heette eerst [[Hr. Ms. O 1|Hr.Ms. ''Onderzeesche Torpedoboot O1]]. De onderzeedienst is opgericht op 21 december [[1906]]. |
||
Een goed bewaard geheim was dat tijdens de [[Koude Oorlog]] de Nederlandse onderzeeboten succesvolle [[spionage]]missies uitvoerden, waarbij inlichtingen over de marine van de [[Sovjet-Unie]] verzameld werden. Van 1968 tot en met 1975 vonden ca. zeventien inlichtingenmissies plaats in de [[Noordelijke IJszee]]. Na 1975 verschoof het zwaartepunt naar de [[Middellandse Zee]], waar Nederlandse onderzeeboten tussen 1985 en 1991 elf patrouilles uitvoerden rond de ankerplaatsen waar Sovjet-marineschepen samenkwamen.<ref>Jaime Karreman, ''In het diepste geheim, Spionage-operaties van Nederlandse onderzeeboten van 1968 tot 1991'', BWV Media, Amsterdam 2017, p. 223 e.v.</ref> |
|||
De huidige onderzeedienst zetelt op de [[Nieuwe Haven (Den Helder)|Nieuwe Haven]] in [[Den Helder]] en telt ongeveer 400 mensen personeel. |
|||
Op 15 juli 2005 zijn de Onderzeedienst en de Mijnendienst opgehouden te bestaan als zelfstandige diensten, nadat de vaandels van beide diensten in aparte ceremonieën zijn overgedragen door de commandanten aan de Commandant Zeemacht in Nederland (CZMNED), |
Op 15 juli 2005 zijn de Onderzeedienst en de Mijnendienst opgehouden te bestaan als zelfstandige diensten, nadat de vaandels van beide diensten in aparte ceremonieën zijn overgedragen door de commandanten aan de Commandant Zeemacht in Nederland (CZMNED), viceadmiraal [[Jan Willem Kelder|J.W. Kelder]]. De marine heeft vier onderzeeboten van de [[Walrusklasse]]: de [[Zr.Ms. Walrus (1992)|''Walrus]], [[Zr.Ms. Zeeleeuw (1990)|''Zeeleeuw]], [[Zr.Ms. Dolfijn (1993)|''Dolfijn]] en [[Zr.Ms. Bruinvis (1994)|''Bruinvis]]. |
||
==Tweede Wereldoorlog - Nederlands-Indië== |
==Tweede Wereldoorlog - Nederlands-Indië== |
||
Met name in december 1941 kwam de Onderzeedienst in Nederlands-Indië volop in actie |
Met name in december 1941 kwam de Onderzeedienst in Nederlands-Indië volop in actie. |
||
Op 12 december 1941 werd bij Kota Baroe het Japanse SS ''Toro Maru'' door de onderzeeboot [[Hr. Ms. K XII|Hr. Ms. ''K XII'']] vernietigd. Dezelfde dag werden door de onderzeeboot [[Hr. Ms. O 16|Hr. Ms. ''O 16'']] op de rede van Patani (in de Golf van Siam) de Japanse troepentransportschepen ''Tosan Maru'', ''Asosan Maru'', ''Sakuru Maru'' en ''Ayata Maru'' met torpedo's tot zinken gebracht. De ''O 16'' liep op 15 december 1941 nabij Singapore op een Japanse mijnenlijn. Slechts één opvarende wist zich te redden en zwemmend (35 uur) een onbewoond eiland te bereiken. |
|||
⚫ | Op 19 december 1941 werd de onderzeeboot [[Hr. Ms. O 20|Hr. Ms. ''O 20'']] op 35 mijl ten noordoosten van Kota Bahru (oostkust van Maleisië) door de Japanse torpedobootjager ''Uranami'' met dieptebommen aangevallen en beschadigd, waarna hij door de eigen bemanning tot zinken werd gebracht. De commandant en zes bemanningsleden kwamen hierbij om het leven. De overige 32 bemanningsleden werden de volgende dag door een Japanse jager opgepikt en krijgsgevangen gemaakt. |
||
* Op 12 december 1941 werden door de onderzeeboot [[Hr. Ms. O 16]], onder commando van de luitenant-ter-zee der eerste klasse [[Anton Bussemaker|A.J. Bussemaker]], (onder bevel gesteld van de Commander in Chief Eastern Fleet), op de rede van Patani (in de Golf van Siam) vier Japanse troepentransportschepen: de ''Tosan Maru'', ''Asosan Maru'', ''Sakuru Maru'' en de ''Ayata Maru'' met torpedo's tot zinken gebracht. |
|||
⚫ | |||
* Op 15 december 1941 liep de onderzeeboot [[Hr. Ms. O 16]], onder commando van de luitenant-ter-zee der eerste klasse A.J. Bussemaker, nabij Singapore op een Japanse mijnenlijn. Slechts één opvarende, C. de Wolf, wist zich te redden en al zwemmend (35 uur) een onbewoond eiland te bereiken. Bij [[Koninklijk Besluit]] van 8 januari 1942 werd Bussemaker postuum benoemd tot Ridder der 4e klasse der Militaire Willemsorde, wegens zijn heldhaftige actie van 12 december 1941 waarbij vier Japanse troepentransportschepen konden worden vernietigd. |
|||
Een van de eerste geallieerde successen na de Japanse [[aanval op Pearl Harbor]] werd op 23 december 1941 voor de kust van [[Kuching (stad)|Kuching]] behaald door een gecombineerde actie van de Koninklijke Marine. Een Japanse invasievloot die op weg was in zuidelijke richting naar Brits-Borneo werd gespot. De Nederlandse onderzeeboot [[Hr. Ms. K XIV|Hr. Ms. ''K XIV'']] kreeg van een patrouillerende ''[[Dornier Do 24]]''-vliegboot de locatie, koers en snelheid van het Japanse konvooi door en viel de Japanners bij verrassing in ondiepe wateren voor het landingshoofd bij Kuching aan. Achtereenvolgens werden de ''Katori Maru'', de ''Hioyshi Maru'', de ''Hokai Maru'' en de torpedobootjager ''Daisantonan Maru'' tot zinken gebracht. Door handig manoeuvreren wist de ''K XIV'' naar [[Surabaya (Oost-Java)|Surabaya]] te ontkomen. |
|||
⚫ | |||
⚫ | Op 24 december 1941 bracht [[Hr. Ms. K XVI|Hr. Ms. ''K XVI]] de Japanse torpedobootjager ''Sagiri'' tot zinken, nabij de baai van Kuching. Ook wist de ''K XVI'' de Japanse jager ''Marakumo'' te beschadigen. Het was de eerste torpedering van Japanse oorlogsschepen in de Tweede Wereldoorlog.{{Bron?||2019|11|10}} Het zou de laatste actie van de ''K XVI'' zijn; de volgende dag werd hij op 60 mijl ten noordwesten van Kuching door de Japanse onderzeeboot ''I 66'' getorpedeerd. Alle 36 bemanningsleden kwamen hierbij om het leven. |
||
⚫ | |||
Na de Tweede Wereldoorlog werd de Onderzeedienst onderscheiden met de Militaire Willemsorde. In 1964 werd aan de Onderzeedienst een vaandel toegekend waaraan de Militaire Willemsorde werd gehecht. Het vaandel vermeldt de opschriften "Zuid-Chinese Zee 1941-42" en "Middellandse Zee 1941-44". |
|||
* Een van de eerste geallieerde successen na de Japanse [[aanval op Pearl Harbor]] werd behaald op 23 december 1941 voor de kust van [[Kuching Utara|Kuching]] op [[Sarawak (staat)|Sarawak]] – Borneo door een gecombineerde actie van de Koninklijke Marine. Slechts 16 dagen na de aanval op Pearl Harbor werd een Japanse invasievloot gespot die op weg was in zuidelijke richting naar Brits-Borneo. De Nederlandse onderzeeboot [[Hr. Ms. K XIV]], gewaarschuwd voor hun positie, werd naar het westen gestuurd om een onderschepping te maken. Commandant van de onderzeeboot was toen luitenant-ter-zee eerste klasse [[Carel Adrianus Johannes van Well Groeneveld|C.A.J. van Well Groeneveld]]. De Japanse vloot veranderde echter in de nacht van koers naar het oosten op weg naar de stranden van Kuching - de tegenovergestelde richting aan die van de K XIV. De [[Marine Luchtvaartdienst]] groep GVT1 was met drie Dornier Do 24 watervliegtuigen gestationeerd te [[Pontianak (stad)|Pontianak]]. De patrouillerende Dornier 24 vliegboot X-35 van de Marine Luchtvaartdienst, onder de luitenant-ter-zee der tweede klasse-vlieger (KMR) P. Jaapies, merkte de Japanse invasievloot op haar nieuwe koers op. Door een opmerkelijke toevallige ontmoeting werd ook de K XIV aan het oppervlak gesignaleerd en wist de vliegboot X-35 middels lichtsignalen het bericht de locatie, koers en snelheid van het Japanse konvooi door te geven aan de K XIV. Terwijl de vliegboot X-35 de verkenningsvliegtuigen van het konvooi weglokte voer de K XIV bij daglicht aan de oppervlakte op de vijand af en bereikte hem na het invallen van de duisternis. Hierdoor was de K XIV in staat om de Japanners bij verrassing in ondiepe wateren voor het landingshoofd bij Kuching aan te vallen waardoor de Japanners een gevoelige klap kregen. Zo kunnen achtereenvolgens de 'Katori Maru', de 'Hioyshi Maru' en de 'Hokai Maru' tot zinken worden gebracht. Ten slotte kan bovendien nog de Japanse torpedobootjager 'Daisantonan Maru' tot zinken worden gebracht. De X-35 slaagde erin om, ondanks het feit dat ze werd bestookt door Japanse 'Pete' watervliegtuigen van een Japanse zware kruiser, veilig terug te keren naar de basis. Ook de K XIV wist door handig manoeuvreren naar Soerabaja te ontkomen. |
|||
⚫ | |||
==Bekende commandanten== |
==Bekende commandanten== |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
{{Appendix|2= |
|||
⚫ | |||
{{References}} |
|||
⚫ | |||
}} |
|||
[[Categorie:Nederlandse marine]] |
[[Categorie:Nederlandse marine]] |
||
[[Categorie:Ridder in de Militaire Willems-Orde]] |
[[Categorie:Ridder in de Militaire Willems-Orde|*]] |
Huidige versie van 27 okt 2024 om 21:17
De Onderzeedienst is het onderdeel van de Koninklijke Marine dat zorg draagt voor de uitrusting van de onderzeeboten en de opleiding van de bemanningen. De huidige onderzeedienst zetelt op de Nieuwe Haven in Den Helder en telt ongeveer vierhonderd mensen personeel.
De Onderzeedienst is, net als de Mijnendienst, voortgekomen uit de voormalige Torpedodienst van de marine. De eerste onderzeeboot van de marine heette eerst Hr.Ms. Onderzeesche Torpedoboot O1. De onderzeedienst is opgericht op 21 december 1906.
Een goed bewaard geheim was dat tijdens de Koude Oorlog de Nederlandse onderzeeboten succesvolle spionagemissies uitvoerden, waarbij inlichtingen over de marine van de Sovjet-Unie verzameld werden. Van 1968 tot en met 1975 vonden ca. zeventien inlichtingenmissies plaats in de Noordelijke IJszee. Na 1975 verschoof het zwaartepunt naar de Middellandse Zee, waar Nederlandse onderzeeboten tussen 1985 en 1991 elf patrouilles uitvoerden rond de ankerplaatsen waar Sovjet-marineschepen samenkwamen.[1]
Op 15 juli 2005 zijn de Onderzeedienst en de Mijnendienst opgehouden te bestaan als zelfstandige diensten, nadat de vaandels van beide diensten in aparte ceremonieën zijn overgedragen door de commandanten aan de Commandant Zeemacht in Nederland (CZMNED), viceadmiraal J.W. Kelder. De marine heeft vier onderzeeboten van de Walrusklasse: de Walrus, Zeeleeuw, Dolfijn en Bruinvis.
Tweede Wereldoorlog - Nederlands-Indië
[bewerken | brontekst bewerken]Met name in december 1941 kwam de Onderzeedienst in Nederlands-Indië volop in actie.
Op 12 december 1941 werd bij Kota Baroe het Japanse SS Toro Maru door de onderzeeboot Hr. Ms. K XII vernietigd. Dezelfde dag werden door de onderzeeboot Hr. Ms. O 16 op de rede van Patani (in de Golf van Siam) de Japanse troepentransportschepen Tosan Maru, Asosan Maru, Sakuru Maru en Ayata Maru met torpedo's tot zinken gebracht. De O 16 liep op 15 december 1941 nabij Singapore op een Japanse mijnenlijn. Slechts één opvarende wist zich te redden en zwemmend (35 uur) een onbewoond eiland te bereiken.
Op 19 december 1941 werd de onderzeeboot Hr. Ms. O 20 op 35 mijl ten noordoosten van Kota Bahru (oostkust van Maleisië) door de Japanse torpedobootjager Uranami met dieptebommen aangevallen en beschadigd, waarna hij door de eigen bemanning tot zinken werd gebracht. De commandant en zes bemanningsleden kwamen hierbij om het leven. De overige 32 bemanningsleden werden de volgende dag door een Japanse jager opgepikt en krijgsgevangen gemaakt.
Op 20 december 1941 liep de onderzeeboot Hr. Ms. K XVII op de thuisreis naar de vlootbasis in Singapore, nabij Tioman in de Zuid-Chinese Zee, in een pas gelegd Japans mijnenveld, en verging met de hele bemanning.
Een van de eerste geallieerde successen na de Japanse aanval op Pearl Harbor werd op 23 december 1941 voor de kust van Kuching behaald door een gecombineerde actie van de Koninklijke Marine. Een Japanse invasievloot die op weg was in zuidelijke richting naar Brits-Borneo werd gespot. De Nederlandse onderzeeboot Hr. Ms. K XIV kreeg van een patrouillerende Dornier Do 24-vliegboot de locatie, koers en snelheid van het Japanse konvooi door en viel de Japanners bij verrassing in ondiepe wateren voor het landingshoofd bij Kuching aan. Achtereenvolgens werden de Katori Maru, de Hioyshi Maru, de Hokai Maru en de torpedobootjager Daisantonan Maru tot zinken gebracht. Door handig manoeuvreren wist de K XIV naar Surabaya te ontkomen.
Op 24 december 1941 bracht Hr. Ms. K XVI de Japanse torpedobootjager Sagiri tot zinken, nabij de baai van Kuching. Ook wist de K XVI de Japanse jager Marakumo te beschadigen. Het was de eerste torpedering van Japanse oorlogsschepen in de Tweede Wereldoorlog.[bron?] Het zou de laatste actie van de K XVI zijn; de volgende dag werd hij op 60 mijl ten noordwesten van Kuching door de Japanse onderzeeboot I 66 getorpedeerd. Alle 36 bemanningsleden kwamen hierbij om het leven.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de Onderzeedienst onderscheiden met de Militaire Willemsorde. In 1964 werd aan de Onderzeedienst een vaandel toegekend waaraan de Militaire Willemsorde werd gehecht. Het vaandel vermeldt de opschriften "Zuid-Chinese Zee 1941-42" en "Middellandse Zee 1941-44".
Bekende commandanten
[bewerken | brontekst bewerken]Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Jaime Karreman, In het diepste geheim, Spionage-operaties van Nederlandse onderzeeboten van 1968 tot 1991, BWV Media, Amsterdam 2017, p. 223 e.v.