Naar inhoud springen

Artur Schnabel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Artur Schnabel

Artur Schnabel (soms als Arthur geschreven[1] ) (Lipnik, 17 april 1882 - Axenstein, Morschach, 15 augustus 1951) was een Oostenrijks pianist en componist.

Schnabel was student van onder andere Theodor Leschetizky[2] in Wenen. Hij werd in 1919 docent aan de Hochschule für Musik in Berlijn, maar week in 1934 uit naar Londen, vanwege zijn joodse afkomst. Schnabel was vooral bekend door zijn vertolkingen van werken uit de traditie van de Duitse en Oostenrijkse klassieke muziek. Vooral zijn interpretaties van Ludwig van Beethoven, Franz Schubert, Wolfgang Amadeus Mozart, en Johannes Brahms zijn beroemd.

Het familiegraf in januari 2024.

Schnabel vond zijn laatste rustplaats op de begraafplaats van Schwyz, de hoofdstad van het gelijknamige kanton. Ook begraven in het graf waren zijn vrouw Therese, geboren Behr (1876–1959), die ook muzikant was, hun zoon Karl Ulrich (1909–2001), die ook pianist was, en zijn vrouw Helen, geboren Fogel (1911– 1974), een pianist uit de VS, en haar kleinzoon Claude Alain Mottier (1972-2002), die ook pianist werd en buiten zijn schuld omkwam bij een verkeersongeval, liggen begraven. In 2006 heeft de gemeente Schwyz het familiegraf tot monument verklaard, waardoor het permanent beschermd is tegen verwaarlozing.

Zo klassiek als zijn pianorepertoire was, zo progressief was Schnabel's eigen componeren. Hij was bevriend met Arnold Schönberg, en schreef ook zelf voornamelijk in de atonale stijl. Hij componeerde onder andere symfonieën, een rhapsodie voor orkest, pianoconcerten, solostukken voor piano, strijkkwartetten en kamermuziekwerken.

Schnabel gaf de pianowerken van Beethoven uit, en werkte met Fleisch aan edities van werken van Mozart en Brahms. Ook was hij auteur van het boek "Music and the line of the most resistance" (1942).