Naar inhoud springen

Bohuslav Martinů

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bohuslav Martinů
1943 in de VS Afbeelding:Bohuslav Martinu Centre in Policka
1943 in de VS
Afbeelding:Bohuslav Martinu Centre in Policka
Geboren Polička, 8 december 1890
Overleden Liestal (Zwitserland), 28 augustus 1959
Land Vlag van Tsjechië Tsjechië
Nevenberoep muziekpedagoog
Instrument viool
(en) IMDb-profiel
(en) Allmusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek
Gedenkplaat voor Bohuslav Jan Martinů

Bohuslav Jan Martinů (Polička, 8 december 1890Liestal (Zwitserland), 28 augustus 1959) was een Tsjechisch componist, muziekpedagoog en violist. Hij geldt naast Leoš Janáček als de belangrijkste Tsjechische componist van de 20ste eeuw.

Hij werd geboren in het plaatsje Polička als zoon van Ferdinand en Karolina Martinů. Op zevenjarige leeftijd kreeg hij zijn eerste vioollessen van de lokale kleermaker, Josef Černovský. In 1906 werd Martinů toegelaten op het Praagse Conservatorium, maar in 1908 werd hij daar eerst tijdelijk en in 1910 definitief vanaf gestuurd vanwege “onverbeterlijke achteloosheid”, waarna hij besloot om het vak zichzelf aan te leren. Enkele jaren later, in 1914 slaagde hij voor het staatsexamen (nadat hij in 1911 een keer gezakt was) en ging aan het werk.

In 1923 vertrok hij naar Parijs, om verder te studeren bij Albert Roussel, met als doel zijn componeertechniek te verbeteren en zich een eigen expressietechniek aan te leren. Dankzij zijn uitzonderlijke talent en doorzettingsvermogen slaagde hij in zijn opzet. In 1935 werd hij onderscheiden met de staatsprijs voor Mariaspelen (Hry o Marii), een oratorium waarin onder meer Mariken van Nieumeghen is verwerkt. In Parijs werd Martinů een van de centrale figuren van de Parijse School, die bestond uit componisten uit uiteenlopende landen die zich in de Franse hoofdstad gevestigd hadden.

In 1931 trouwde hij met Charlotte Quennehen. Eind jaren dertig bloeide er een vriendschap op met de componiste Vítězslava Kaprálová. Met het begin van de Tweede Wereldoorlog besloten Martinů en zijn vrouw naar de Verenigde Staten te emigreren alwaar zij zich vestigden in New York. De Koude Oorlog weerhield hen ervan om terug te keren naar Tsjechië, dat in die periode tot het Oostblok behoorde. In 1952 werd Martinů Amerikaans staatsburger. Niettemin verliet het paar in 1957 de Verenigde Staten om zich in het plaatsje Schönenberg vlak bij Bazel te vestigen. Hier componeerde hij zijn laatste grote werk, de opera Griekse Passie (Řecké Pašije), op een zelfgeschreven libretto dat gebaseerd is op een roman van de Griekse schrijver Nikos Kazantzakis. Omdat de compositie niet wilde vlotten en hij de instemming met het resultaat van Nikos Kazantzakis erg belangrijk vond, besloot hij het werk eraan tijdelijk te stoppen. In de tussentijd (1958) componeerde hij nog een opera: de eenakter Ariane (Ariadna). In dit werk is de karakterrol van Ariane een eerbetoon aan de sopraan Maria Callas, van wie zijn vrouw een groot bewonderaar was. Uiteindelijk slaagde hij erin, kort voor zijn sterfbed in 1959, de Griekse Passie te voltooien. De première van de Griekse Passie vond plaats op 9 juni 1961 in Zürich, die van Ariane vond plaats in hetzelfde jaar in Brno.

Martinů's oeuvre telt liefst 400 werken. Zijn muziek kent dan ook een grote verscheidenheid, van de meer vocale stukken als het Epos van Gilgamesj (Epos o Gilgamešovi) tot het meer jazzachtige La Revue de Cuisine. Martinů's werk werd gecatalogiseerd door de Belgische musicoloog Harry Halbreich en draagt daardoor een H-nummer.

Martinů publiceerde tevens de eerste encyclopedie over de vernieuwingen in de muzieknotatie gedurende de 20ste eeuw. Het boek bevat zeer weinig tekst, en bestaat overwegend uit afbeeldingen.

Werken voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1942 Symfonie Nr. 1, H 289
  • 1943 Symfonie Nr. 2, H 295
  • 1944 Symfonie Nr. 3, H 299
  • 1945 Symfonie Nr. 4, H 305
  • 1946 Symfonie Nr. 5, H 310
  • 1953 Symfonie Nr. 6, H 343 (Symfonische fantasieën)

Concerten voor instrumenten

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1924 Concertino in c-klein, voor cello, blazers, piano en slagwerk, H 143
  • 1925 Concert Nr. 1, D-groot, voor piano en orkest, H 149
  • 1926 Divertimento (Concertino), voor piano (linke hand) en orkest, H 173
  • 1932-1933 Concert Nr. 1, voor viool en orkest, H 232bis
  • 1930 rev.1955 Concert Nr. 1, voor cello en orkest, H 196
  • 1932 Sinfonia concertante Nr. 1, voor twee orkesten, H 219
  • 1934 Concert Nr. 2, voor piano en orkest, H 237
  • 1937 Concerto grosso, voor kamerorkest, H 263
  • 1938 Concertino, voor piano en orkest, H 269
  • 1938 Dubbelconcert voor 2 strijkorkesten, piano en pauken
  • 1939 rev.1944 Suite concertante, D-groot , voor viool en orkest, H 276
  • 1940 Sinfonietta giocosa, voor piano en orkest, H 282
  • 1940 Sonata da camera, voor cello en kamerorkest, H 283
  • 1941 Concerto da camera, voor viool en strijkorkest met piano en slagwerk, H 285
  • 1943 Concert, voor 2 piano's en orkest, H 292
  • 1943 Concert Nr. 2, voor viool en orkest, H 293
  • 1945 Concert Nr. 2, voor cello en orkest, H 304
  • 1948 Concert Nr. 3, voor piano en orkest, H 316
  • 1949 Sinfonia concertante Nr. 2, voor viool, hobo, fagot, cello en kamerorkest, H 322
  • 1952 Rhapsody-Concerto, voor altviool en orkest, H 337
  • 1955 Concert, voor hobo en orkest, H 353
  • 1956 Concert Nr. 4 "Incantation", voor piano en orkest, H 358
  • 1958 Concert Nr. 5 "Fantasia concertante", voor piano en orkest, H 366

Andere orkestwerken

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1924 Half-Time, Rondo, H 142
  • 1927 La bagarre, H 155
  • 1938 Tre ricercari, H 267
  • 1943 Mahnmal für Lidice, H 296
  • 1946 Toccata e due canzoni, H 311
  • 1950 Sinfonietta "La Jolla", voor kamerorkest en piano, H 328
  • 1954-1955 Les Fresques de Piero della Francesca, H 352
  • 1957 The rock, symfonische prelude
  • 1957-1958 The parables, voor orkest
  • 1958 Parabeln, H 367

Werken voor harmonieorkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1939 Polní mše (La Messe aux Champs d'Honneur), voor bariton (solo), mannenkoor en blaasorkest
  • Militaire mars voor het Tsjechische leger in Frankrijk, voor harmonieorkest
  • 1918 Česká Rapsodie ('Tsjechische rapsodie'), cantate H 118
  • 1939 Polní mše ('Veldmis'), cantate H 279
  • 1955 Otvírání studánek ('De opening van de bronnen'), cantate H 354
  • 1957 Gilgameš ('Het Gilgamesj-Epos'), cantate H 351

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]
Voltooid in titel aktes première libretto
1926-1927 Voják a tanečnice (The soldier and the dancer), H 162 3 aktes 1928, Brno J.L. Budín, pseudoniem van Jan Löwenbach (1880-1972)
1928 Les Larmes du couteau, H 169 1 akte 1969, Brno Georges Ribemont-Dessaignes
1928-1929 Les Trois Souhaits (of: Les vicissitudes de la vie) (film-opera), H 175 3 aktes 1971, Brno Georges Ribemont-Dessaignes
1929 Le Jour de bonté, H 194 3 aktes; (3e akte onvoltooid) 2003, České Budějovice Georges Ribemont-Dessaignes
1933-1934 Hry o Marii (Marienspiele), H 236 4 aktes 1935, Brno Vítězslav Nezval, Henri Ghéon, Vilém Závada, Julius Zeyer, volksteksten samengesteld van Bohuslav Martinů
1935 Hlas lesa (Dee Stem van het woud) (Radio-opera), H 243 1 akte 1935, Praag Vítězslav Nezval
1935 Veselohra na mostě (Komedie op de brug) (Radio-opera), H 247 1 akte 1937, Praag Václav Kliment Klicpera
1936 Divadlo za bránou (Das Vorstadttheater), H 251 3 aktes 1936, Brno de componist, Leo Štraus naar Jean-Gaspard Debureau, Molière en volkstexten
1937 Julietta, H 253 3 aktes 16 maart 1938, Praag, Nationale opera Snář, pseudoniem van Traumbuch; de componist, naar Georges Neveux
1937 Alexandre bis, H 255 1 akte 1964, Mannheim André Wurmser
1951-1952 What Men Live by, H 336 1 akte 1953, New York de componist, naar Lev (Leo) Nikolajevitsj Tolstoj (Russisch: Лев Николаевич Толстой)
1952 The Marriage, H 341 1 akte 7 februari 1953, New York, NBC Television Opera;

13 maart 1954, Hamburg, Staatsopera (toneel-première)

de componist, naar Nikolaj Vasiljevitsj Gogol (Russisch: Никола́й Васи́льевич Го́голь)
1953 Plainte contre inconnu, H 344 3 aktes fragment, niet uitgevoerd de componist, naar Georges Neveux
1953-1954 Mirandolina, H 346 3 aktes 17 mei 1959, Praag, Smetana Theater de componist, naar Carlo Goldoni
1954-1957 The Greek Passion (1e versie), H 372 4 aktes 1999, Bregenz de componist, naar Nikos Kazantzakis
1957-1959 Die Griechische Passion ( 2e versie) 4 aktes 1961, Zürich de componist, naar Nikos Kazantzakis
1958 Ariane, H 370 1 akte 2 maart 1961, Gelsenkirchen de componist, naar Georges Neveux «Le Voyage de Thésée»
  • 7 strijkkwartetten
  • 2 nonetten (1924–1925; 1959)
  • 5 vioolsonates
  • 3 cellosonates (1939; 1941; 1952)
  • fluitsonate (1945)
  • hobokwartet (1947)


  • Annalen van de operagezelschappen in Nederland 1886-1995, Amsterdam: Den Uitgave van Theater Instituut Nederland, 1996, 1276 p.
  • Miroslav K. Cerny: De Griekse Passie: Martinů's levenswerk, Adem 28:82-4+ N2 1992
  • Jarmila Gabrielová: Von der ”Tschechischen Rhapsodie“ zu ”Der Soldat und die Tanzerin“ – Wandlungen der Idee der Nationalmusik im frühen Schaffen von Bohuslav Martinů,[1]
  • Jaroslav Mihule: Martinů. Osud skladatele (”Martinu. Ein Komponistenschicksal“), Praha 2002, S. 67.
  • Jaroslav Mihule: Martinu: Na tema z Prodane nevesty, Hudebni Rozhledy 46:231-2 N5 1993
  • Arístides Incháustegui, Blanca Delgado Malagón: Indice Onomastico, in: Vida musical en Santo Domingo (1940-1965), Banco de Reservas, Publicación Especial, Editora Corripio, C. por A. Santo Domingo, D. N., 1998. 529 p., ISBN 9945-036-01-7
  • Wanda Dobrovska: Bohuslav Martinu Festival '95, Czech Music N1:10-11 1996
  • Stewart Gordon: Other European Composers of the Twentieth Century, in: A History of Keyboard Literature. - Music for the Piano and its Forerunners, New York: Schirmer Books, 1996, 566 p., ISBN 978-0-534-25197-0
  • Milan Kuna: Bohuslav Martinu Vaclavu Talichovi po roce 1945, Hudební věda 32:187+ N2 1995
  • K. B. Jiraka, Milan Kuna: Bohuslav Martinu: trauma K, Hudební věda 31:99-105 N1 1994
  • Joachim Braun, Vladimír Karbusický, Heidi Tamar Hoffmann: Die Komponisten, in: Verfemte Musik: Komponisten in den Dikaturen unseres Jahrhunderts - Dokumentation des Kolloquiums vom 9-12 Januar 1993 in Dresden, Frankfurt am Main: Peter Lang, 1995, 460 p., ISBN 3-631-47618-3
  • Jaromír Havlík: Martinu Symfonie Da Requiem (nekolik poznamek ke III. symfonii), Hudební věda 32:249-56 N3 1995
  • Milena Dosoudilová: Martinu by the Berlin Philharmonic, Music News From Prague N5-6:8 1994
  • Milena Dosoudilová: Martinu in his native town, Music News From Prague N1:5-8 1991
  • T. Berny, Tomislav Volek: Z dopisu Josefu Huttrovi (I): dopisy Bohuslava Martinů, Hudební věda 31:452-63 N4 1994
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Katerina Mayrova: Z cinnosti Nadace Bohuslava Martinů v Praze v roce 1992, Hudebni Rozhledy 46:187 N4 1993
  • Václav Nosek: The Greek Passion, Music News From Prague N1-2:1-3, 1993
  • Václav Nosek: Introducing works by Bohuslav Martinu, Music News From Prague N5-6:1-2 1993
  • Václav Nosek: Introducing opera works by Bohuslav Martinu: The Theatre behind the Gate, Music News From Prague N9-10:1-2 1993
  • Helena Havlikova: Introducing opera works by Bohuslav Martinu: Jeux de Marie (The Miracle of Our Lady), Music News From Prague N11-12:1-2 1993
  • Helena Havlikova: Introducing opera works by Bohuslav Martinu: Ariadne, Music News From Prague N3-4:1-3 1993
  • Helena Havlikova: Introducing opera works by Bohuslav Martinu: Mirandolina, Music News From Prague N7-8:1-2 1993
  • Helena Havlikova: An introduction to the opera works by B. Martinu, Music News From Prague N9-10:1-2 1992
  • Jacques-Emmanuel Fousnaquer, Claude Glayman, Christian Leble: Musiciens de notre temps depuis 1945, Paris: Editions Plume, 1992, 542 p., ISBN 2-908034-32-8
  • Franco Rossi, Michele Girardi: Il teatro la Fenici: chronologia degli spettacoli 1938-1991, Venezia: Albrizzi Editore, 1992, 650 p., ISBN 88 317 5509 9
  • Hanns-Werner Heister, Walter-Wolfgang Sparrer: Komponisten der Gegenwart, Edition Text & Kritik, München, 1992, ISBN 978-3-88377-930-0
  • Jaroslav Jiránek: Narodni rysy hudebni reci Bohuslava Martinů (Die nationalen Züge der Musiksprache von B.Martinů), Hudební věda 28:115-24 N2 1991
  • J. Mackova: Bohuslav Martinu in Bulgaria, Music News From Prague N7-8:12 1991
  • Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music: composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
  • Marija Bergamo: Brno Bohuslav Martinů, njegovi ucenici, pritjatelji i suvremenici, 1-3. 10. 1990, Arti Musices 22:101-4 N1 1991
  • V. Vyslouzilova: Martinu-Kolloquium und Workshop der zeitgenössischen Musik in Brünn 1990, Österreichische Musikzeitschrift 46:163-4 Mar-Apr 1991
  • Z. Petraskova: An exhibition on Bohuslav Martinu's world, Music News From Prague N2-3:4-5 1991
  • Harry Halbreich: Bohuslav Martinů, Fayard, 1968. ISBN 3-795705657
  • Harry Halbreich: Bohuslav Martinů Werksverzeichnis, Dokumentation und Biographie. Zürich: Atlantis Verlag, 1968 (384 p.), tweede herziene en uitgebreide uitgave, Edition Schott, Mainz 2007. ISBN 978-3-7957-0565-7
  • Karel Van Eycken: Bohuslav Martinu, eigen uitgave, 1984, 422 p.
  1. Bron: PDF-bestand op uni-leipzig.de (niet meer beschikbaar)
Zie de categorie Bohuslav Martinů van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
[bewerken | brontekst bewerken]