Hiram C. Miller
Uiterlijk
Hiram Carney Miller (Honey Brook, 1867 – West Chester[1], 30 juni 1941) was een Amerikaans componist, dirigent en muziekuitgever.
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Miller was een autodidact als muzikant, kunstschilder en papierhandelaar. Hij werd lid van de Sadsburyville Band. Al spoedig werd hij dirigent van dit harmonieorkest. Als componist was hij eveneens autodidact, maar schreef rond driehonderd marsen, dansen en ouvertures[2]. Om zijn werken te publiceren richtte hij een eigen muziekuitgeverij in Parkesburg op. Hij behoort tot de pioniers van de ontwikkeling van de amateuristische blaasmuziekbeoefening in de Verenigde Staten.
Composities (Uittreksel)
[bewerken | brontekst bewerken]Werken voor harmonieorkest
[bewerken | brontekst bewerken]- 1896 Our next President, mars
- 1897 Normandie, ouverture
- 1898 American Triumph Overture
- 1898 Tanawa, mars
- 1900 P of I.R. (princess of Iran Band Manchester)
- 1900 Clintons 50th, mars
- 1901 Battleship Alabama, mars
- 1902 Tolono Overture
- 1906 National reform, mars
- 1912 Our glorious Nation, mars
- 1912 Spirit of Liberty, ouverture
- 1918 World Wide Liberty, mars
- 1921 American Bandsman, mars
- 1924 A shure shot, mars
- 1932 Growth of a Great Nation, mars
- Pico (Parkesburg Iron Co.), mars
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
- Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
- Jeb H. Perry: Variety obits. An index to obituaries in Variety, 1905-1978, Metuchen, N.J.: Scarecrow Press, 1980, 311 p.
- Leon Joseph Bly: The March in American Society, Ann Arbor: University Microfilms, 1978, 307 p.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ Er bestaan andere bronnen, die Parkersburg (West Virginia) als overlijdensplaats documenteren
- ↑ Necrologie bron in het dagblad New York Times van 2 juli 1941