Naar inhoud springen

Jacob I van La Marche

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jacob I van La Marche
1319-1362
Portret van graaf Jacob I van La Marche, gemaakt in de 19e eeuw.
Portret van graaf Jacob I van La Marche, gemaakt in de 19e eeuw.
Graaf van La Marche
Periode 1341-1362
Voorganger Lodewijk I
Opvolger Peter I
Vader Lodewijk I van Bourbon
Moeder Maria van Holland

Jacob I van La Marche (circa 1319 - Lyon, 6 april 1362) was van 1341 tot aan zijn dood graaf van La Marche en van 1351 tot 1360 graaf van Ponthieu. Hij behoorde tot het huis Bourbon.

Jacob I was de vierde zoon van hertog Lodewijk I van Bourbon en diens echtgenote Maria, dochter van graaf Jan II van Holland. In 1341 volgde hij zijn vader op als graaf van La Marche.

Hij nam deel aan verschillende campagnes in de Honderdjarige Oorlog. In 1341 en 1342 vocht hij aan de zijde van Karel van Blois tegen Jan van Montfort in de Bretoense Successieoorlog en in 1346 vocht hij in de Slag bij Crécy, waarbij hij gewond geraakte. In juni 1347 commandeerde hij de Franse troepenmacht aan de grens met het graafschap Vlaanderen. In 1349 werd hij aangesteld tot kapitein-generaal van Languedoc, nadat de Engelse krijgsheer Hendrik van Grosmont, de hertog van Lancaster, tot diep in de provincie wist door te dringen. Op 22 februari 1350 nam hij het commando in handen van de Franse troepen in Moissac. Jacob begon onmiddellijk onderhandelingen met Lancaster met twee pauselijk legaten als bemiddelaar. Dit leidde tot een wapenstilstand die aanvankelijk enkel gold voor Languedoc en andere provincies waar Jacob luitenant was, maar in april 1350 uitgebreid werd tot heel Frankrijk. In 1351 werd Jacob door koning Jan II van Frankrijk aangesteld tot graaf van Ponthieu.

In 1354 werd hij benoemd tot connétable van Frankrijk, maar in mei 1356 nam hij ontslag uit deze functie. Later dat jaar vocht hij mee in de Slag bij Poitiers, waarbij Jacob door de Engelsen werd gevangengenomen. Hij werd vrijgelaten nadat de Fransen en de Engelsen in mei 1360 het Verdrag van Brétigny sloten, waarbij Jacob het graafschap Ponthieu moest afstaan aan koning Eduard III van Engeland.

Hoewel het officieel tot vrede kwam tussen Frankrijk en Engeland, werd Frankrijk geteisterd door verwoestingen van de Grandes Compagnies, de vroegere hulptroepen van koning Edward III van Engeland die na het Verdrag van Brétigny ontslagen werden. Koning Jan II van Frankrijk gaf Jacob en Jean de Tancarville de opdracht om de Grandes Compagnies neer te slaan voor ze Bourgondië konden aanvallen. Jacob en Tancarville verzamelden hun leger in Brignais. Omdat ze ervan overtuigd waren dat de Grandes Compagnies hen niet openlijk zouden aanvallen, werden er amper beveiligingsmaatregelen genomen. Het was dan ook een enorme verrassing toen de Compagnies in de ochtend van 6 april 1362 het kamp aanvielen. Het Franse leger werd in de daaropvolgende veldslag verslagen, terwijl Jacob en zijn zoon Peter I dodelijk gewond geraakten. Jacob stierf dezelfde dag nog, Peter enkele dagen later.

Huwelijk en nakomelingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Jacob huwde in 1335 met Johanna van Châtillon, dochter van Hugo van Châtillon, heer van Leuze. Ze kregen vier kinderen:

  • Isabella (1340-1371), huwde in 1362 met burggraaf Lodewijk II van Beaumont en in 1364 met graaf Burchard VII van Vendôme
  • Peter I (1342-1362), graaf van La Marche
  • Jan I (1344-1393), graaf van La Marche
  • Jacob (1346-1417), baron van Thury, huwde rond 1385 met Margaretha, vrouwe van Preaux, Dangu en Thury

Kwartierstaat (voorouders)

[bewerken | brontekst bewerken]

Lodewijk IX van Frankrijk
(1214-1270)

Margaretha van Provence
(1221-1295)
 

Jan van Bourbon
(1231-1268)

Agnes II van Bourbon
(1237-1288)
 

Jan van Avesnes
(1218-1257)

Aleid van Holland
(1228-1284)
 

Hendrik V van
Luxemburg

(1221-1281)

Margaretha van Bar
(1220-1275)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Robert van Clermont
(1256-1317)
 
 
 

Beatrix van Bourbon
(1257-1310)
 
 
 
 
 

Jan II van Avesnes
(1247-1304)
 
 
 

Filippa van Luxemburg
(1252-1311)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Lodewijk I van Bourbon
(1279-1341)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Maria van Avesnes
(1280–1354)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Peter I van Bourbon
(1311-1356)
 

Johanna van Bourbon
(1312-1402)
 

Margaretha van Bourbon
(1313-1362)
 

Maria van Bourbon
(1315-1387)
 

Filips van Bourbon
(1316-na 1327)
 

Jacob I van La Marche
(1319-1362)
 

Beatrix van Bourbon
(ca. 1320-1383)