Mare Frigoris
Mare Frigoris (Latijn: "zee der kou") is een mare op de naar de Aarde toegekeerde kant van de Maan.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Mare Frigoris is een vlakte van vloedbasalt dat zich gevormd heeft in de buitenste ringen van het inslagbekken van de Oceanus Procellarum. Dit bekken werd gevormd in het tijdperk Vroeg Imbrium. Het basalt van de oostelijke Mare Frigoris is gevormd in het tijdperk Laat Imbrium, van de westelijke Mare Frigoris is het basalt afkomstig uit het Eratosthenium.
Locatie
[bewerken | brontekst bewerken]Mare Frigoris bevindt zich ten noorden van de Mare Imbrium en strekt zich over meer dan 1000 kilometer uit ten noorden en oosten van de Mare Serenitatis. Ten zuiden van Mare Frigoris bevindt zich de donkerkleurige inslagkrater Plato.
Naamgeving
[bewerken | brontekst bewerken]De benaming Mare Frigoris werd gegeven door Giovanni Battista Riccioli [1]. Eerder gaven Michael van Langren en Johannes Hevelius er respectievelijk de benamingen Mare Astronomicum [2] en Mare Hyperboreum [3] aan.
Mädler's square
[bewerken | brontekst bewerken]Ten oosten van de krater Fontenelle aan de noordelijke rand van Mare Frigoris bevindt zich een schijnbaar rechthoekig gebied dat door vroegere maanwaarnemers Mädler's square werd genoemd. Het betreft hier een geval van Pareidolie, te vergelijken met het "gezicht op Mars" dat slechts onder een bepaalde lichtinval een menselijk gezicht toont.
Sinus Roris en handboeivormige formaties
[bewerken | brontekst bewerken]Het westelijke uiteinde van Mare Frigoris, omstreeks de prominente inslagkrater Harpalus, kreeg van Giovanni Battista Riccioli (1598-1671) de benaming Sinus Roris (Baai van de Dauw). In dit gebied, tussen de komvormige kraters Markov G en Louville P, komen een aantal formaties voor die qua vorm doen denken aan handboeien. Deze formaties kunnen, mits lokale lage zonnestand, waargenomen worden m.b.v. amateurtelescopen en aangekoppelde webcams.
Trivia
[bewerken | brontekst bewerken]- Spinvis heeft een lied geschreven met de titel Mare Frigoris.
Literatuur en maanatlassen
[bewerken | brontekst bewerken]- Mary Adela Blagg: Named Lunar Formations.
- T.W. Webb: Celestial Objects for Common Telescopes, Volume One: The Solar System (met beschrijvingen van telescopisch waarneembare oppervlaktedetails op de maan).
- Tj.E. De Vries: De Maan, onze trouwe wachter.
- A.J.M. Wanders: Op Ontdekking in het Maanland.
- Hugh Percy Wilkins, Patrick Moore: The Moon.
- Times Atlas of the Moon, edited by H.A.G. Lewis.
- Patrick Moore: New Guide to the Moon.
- Harold Hill: A Portfolio of Lunar Drawings.
- Antonin Rukl: Moon, Mars and Venus (pocket-maanatlasje, de voorganger van Rukl's Atlas of the Moon).
- Antonin Rukl: Atlas of the Moon.
- Harry de Meyer: Maanmonografieën (Vereniging Voor Sterrenkunde, 1969).
- Tony Dethier: Maanmonografieën (Vereniging Voor Sterrenkunde, 1989).
- Ewen A. Whitaker: Mapping and Naming the Moon, a history of lunar cartography and nomenclature.
- The Hatfield Photographic Lunar Atlas, edited by Jeremy Cook.
- William P. Sheehan, Thomas A. Dobbins: Epic Moon, a history of lunar exploration in the age of the telescope.
- Ben Bussey, Paul Spudis: The Clementine Atlas of the Moon, revised and updated edition.
- Charles A. Wood, Maurice J.S. Collins: 21st Century Atlas of the Moon.
Referenties
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Ewen A. Whitaker: Mapping and Naming the Moon, a history of lunar cartography and nomenclature, page 215
- ↑ Ewen A. Whitaker: Mapping and Naming the Moon, a history of lunar cartography and nomenclature, page 198
- ↑ Ewen A. Whitaker: Mapping and Naming the Moon, a history of lunar cartography and nomenclature, page 204