Meers (toponiem)
Het woord meers (vroeger: meersch) of mars betekent 'moeras' of 'drassig land'. Een meers duidt op laaggelegen, natte grond, die alleen geschikt was als seizoensweide of hooiland, meestal begroeid met houtige in plaats van (in een moeras) kruidachtige plantensoorten.
Het woord meers is ontleend aan het Middenlatijnse mariscum 'moeras, drassig land', Oud-Nederlands meriska 'weide aan het water'. Als zodanig is het nauw verwant met het Engelse marsh en het Duitse Marsch, Oud-Fries mersk. De Duitse (en in mindere mate de Engelse) benamingen worden echter sinds de 12e eeuw vooral gebruikt om bedijkte zeeklei- en rivierlandschappen aan te duiden.
Synoniemen zijn onder andere broek, venne, moer en wis of wisch ('natte weide').
In Vlaanderen is een meers meestal een 'verland moeras' dat slechts af en toe nog eens onder water komt te staan, als het tenminste niet intensief bemalen wordt ten gunste van de landbouw. Dat laatste wordt inmiddels waar mogelijk vermeden ter bevordering van de biodiversiteit.
Meers en zijn synoniemen vinden we terug in verschillende eigennamen: Vandermeersch, Vandenbroek, Vandevennet, Vandermoeren, Vermeersch, etc.
Bepaalde gemeenten hebben het woord meers in hun naam, zoals Meerssen in de provincie Limburg, Nederland.
Meers vinden we terug in verscheidene plaatsnamen zoals Assebroek en de Assebroekse Meersen, Moerbrugge, de Kalkense Meersen, de Gentbrugse Meersen, het Gentse recreatiedomein Blaarmeersen. Ook de Antwerpse winkelstraat Meir was oorspronkelijk een meers.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Made (hooiland)
- Moeras
- Broek (landschap)
- Zeekleilandschap (Duits: Marsch)