Het modaal inkomen is een referentie-inkomen dat door het Nederlandse Centraal Planbureau (CPB) gebruikt wordt om o.a. de maatschappelijke effecten van politieke beslissingen (bijvoorbeeld op het gebied van belastingen) op de meeste Nederlanders te bepalen. Het modaal inkomen is het meest voorkomende inkomen, oftewel de modus van alle inkomens en moet niet verward worden met het gemiddelde inkomen. De modus is bruikbaarder dan het gemiddelde omdat het de extremen (bijstandsniveau of miljardairs) buiten beschouwing laat.
Het modaal inkomen is in de Nederlandse inkomenspolitiek 79% van het gemiddeld inkomen per arbeidsjaar.[1] Dit wordt door het Centraal Planbureau (CPB) vastgesteld op grond van historische gegevens. Tot 2013 werd het modaal inkomen gedefinieerd als het inkomen net onder de vroegere maximale premie-inkomensgrens voor de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het CPB gebruikt het begrip als referentiepunt in veel van zijn publicaties.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gebruikt ook het mediaan inkomen, dat halverwege de inkomensverdeling ligt, dat wil zeggen dat de helft van de inkomenstrekkers meer verdient dan het mediaan inkomen en de andere helft minder. Weer een ander begrip is het gestandaardiseerd inkomen, dat is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden; op deze manier worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden.
In Nederland gebruikt men het begrip modaal inkomen als referentiepunt voor de bepaling van inkomenseffecten van maatregelen door de overheid. Hoewel de letterlijke betekenis anders suggereert is het een geprikt inkomensniveau.
Het bruto modale inkomen was volgens het CPB in 2017 € 34.000 (vakantietoeslag meegerekend), per maand is dat € 2.623 (bruto, exclusief 8% vakantietoeslag). Voor 2018 werd dit bedrag op € 34.500 geschat, voor 2019 op € 35.000 en voor 2020 op € 36.000.
De naam Jan Modaal is voortgekomen uit dit begrip. Jan Modaal wordt gebruikt om iemand met een modaal inkomen mee aan te duiden, soms echter met de bijbetekenis middelmatig of de gewone man.