Het maximum aantal rijdsters per land bedroeg (artikel 9.2.043):
• Alle landen:
5 startplaatsen + 3 reserves
Daarnaast ontvingen de uittredend wereldkampioene, de leidster van de wereldbeker (artikel 9.2.044) en de continentale kampioenen (artikel 9.2.009) een persoonlijke startplaats: