De wegwedstrijd bij de elite begon pas echt na aanvallen van Erik Breukink en Maurizio Fondriest. Er ontstond een groep van om en nabij de veertig renners. Fondriest viel met nog ongeveer anderhalve ronde te gaan opnieuw aan en kreeg ditmaal steun van Marc Madiot. Op de beklimming was het onrustig. De Colombiaan Álvaro Mejía was een van de sterksten op de klim en kwam samen met Gianni Bugno, Steven Rooks en Miguel Indurain als eerste boven. Ondanks de kleine voorsprong van het kwartet en de vele pogingen van Mejía in de slotfase, bereikten de vier samen de laatste rechte lijn. Bugno zette van ver aan, maar wist stand te houden. Rooks en Indurain werden respectievelijk tweede en derde.
Bij de vrouwen was er Nederlands succes. Leontien van Moorsel behaalde het goud - haar eerste medaille op het Wereldkampioenschap wielrennen.
In 2007 werd het WK ook in Stuttgart georganiseerd. De wedstrijd werd toen gewonnen door Paolo Bettini, die voor de tweede keer op rij de wereldtitel pakte. Het parcours was een stuk anders dan in 1991.