Naar inhoud springen

bouwkunst

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 18 mrt 2024 om 01:15 (top: lidwoord voor trefwoord, doorloop 1.3)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • bouw·kunst
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwkunst bouwkunsten
verkleinwoord - -

de bouwkunstv

  1. (kunst), (wetenschap), (techniek), de kunst en de leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken.
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be