2-jarig
Uiterlijk
- 2-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 2-jarig |
verbogen | 2-jarige |
partitief | 2-jarigs |
2-jarig
- 2 jaren durend
- Gedurende dit 2-jarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 2 jaar
- Bij de brand viel helaas een 2-jarig slachtoffer.
- Het woord 2-jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.