aardappelzak
Uiterlijk
- aard·ap·pel·zak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardappelzak | aardappelzakken |
verkleinwoord | aardappelzakje | aardappelzakjes |
de aardappelzak m
- (voeding) (landbouw) (jute)zak waarin met aardappels kan vervoeren
- ▸ Tijdens de derde dodo-expeditie onderzochten de wetenschappers 65 aardappelzakken vol fosielrijk materiaal die vorig jaar tijdens een andere tocht werden gevonden. Het expeditieteam vond 54 dodobotten, die behoren tot minstens twee dodo’s.[2]
- ▸ Als kind begroef ze haar moeder in een massagraf. Een geschonken aardappelzak beschermde haar in de oorlogsdagen tegen de koude van de Oekraïense winter. Rita Schweibes: „Wij wilden blijven leven, want zo zijn we geschapen.”[3]
- (kleding) (pejoratief) lompe, vormeloze kleding voor dikke mensen
- ▸ Als we een model onze nieuwe collectie laten showen, laten we zien dat XXL-kleding niet saai en lelijk hoeft te zijn. Een groot shirt is allang geen aardappelzak meer, het is fashion."[4]
- Het woord aardappelzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Verzameling botten van dodo’s ontdekt” (11 november 2008), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron mr. Richard Donk“Rita Schweibes overleefde concentratiekamp in Oekraïne” (24 mei 2013), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Arjan te Bogt“Vroomshoops kledingbedrijf zoekt XXXXXXL-mode” (26-10-2017), Tubantia
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal