bachařův

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /baxar̝uːf/

Woordafbreking

• ba·cha·řův

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord bachař met het achtervoegsel -ův

Bijvoeglijk naamwoord

bachařův

1. (spreektaal) gevangenisbewaarders, de gevangenisbewaarder zijn; eigendom van de gevangenisbewaarder

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	bachařův		bachařova	bachařovo	bachařovi	bachařovy		bachařova
genitief	bachařova		bachařovy	bachařova	bachařových
datief	bachařovu		bachařově	bachařovu	bachařovým
accusatief	bachařova	bachařův	bachařovu	bachařovo	bachařovy			bachařova
vocatief	bachařův		bachařova	bachařovo	bachařovi	bachařovy		bachařova
locatief	bachařově / bachařovu		bachařově	bachařově / bachařovu	bachařových
instrumentalis	bachařovým		bachařovou	bachařovým	bachařovými

Verwante begrippen

• bachařka v