basisstructuur
Uiterlijk
- ba·sis·struc·tuur
- samenstelling van basis zn en structuur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basisstructuur | basisstructuren |
verkleinwoord |
de basisstructuur v
- de groep voorzieningen die altijd nodig zijn en waarop later nog extra zaken kunnen worden toegevoegd
- ▸ Het toekennen van de subsidie toont volgens Altink aan dat Nederland vooroploopt in de orkestrale pop- en jazzmuziek. "Het is goed voor het land en zelfs de wereld dat het Metropole Orkest behouden blijft. Het is fijn te weten dat de minister vindt dat wij een plekje in de basisstructuur verdienen."[1]
- Het woord basisstructuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Behoud Metropole Orkest goed voor land en wereld'” (Maandag 8 juni 2015, 09:17), NOS