bismak
Uiterlijk
- bi·smak
bismak m
- bijsmaak
- «Skummet melk synes jeg smaker som farget vann med bismak.»
- Magere melk, denk ik, smaakt net als gekleurd water met bijsmaak.
- «Skummet melk synes jeg smaker som farget vann med bismak.»
- (figuurlijk) bijsmaak, zweem
- «Hennes medfølelse hadde en bismak av skadefryd.»
- Haar medelijden had een zweem van leedvermaak.
- «Hennes medfølelse hadde en bismak av skadefryd.»
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bismak | bismaken | bismaker | bismakene |
genitief | bismaks | bismakens | bismakers | bismakenes |
- bi·smak
bismak m
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bismak | bismaken | bismakar | bismakane |
genitief |
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 6
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Voorvoegsel bi- in het Noors
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Figuurlijk in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 6
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Voorvoegsel bi- in het Nynorsk
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Figuurlijk in het Nynorsk