circustent
Uiterlijk
- Geluid: circustent (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsɪrkʏsˌtɛnt / (3 lettergrepen)
- cir·cus·tent
- samenstelling van circus zn en tent zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | circustent | circustenten |
verkleinwoord | circustentje | circustentjes |
- tijdelijk bouwsel uit masten waarover een groot dak van zeildoek is gespannen, met daaronder een plaats waar voorstellingen worden gegeven en voorzieningen voor het publiek
- De circustent werd met tien mensen opgezet.
- ▸ In een door hemzelf opgezette circustent, presenteerde hij een door hemzelf bedacht en gepresenteerd programma van een uur, inclusief een eigen paardennummer. Geheel in de oude circustraditie, waarin het eigenlijk draait om de paarden en de clowns en acrobaten fungeren als divertissement tussendoor.[1]
- Het woord circustent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "circustent" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Ite Rümke“Hooggeeerd publiek” (22 december 1994) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %