crisisberaad
Uiterlijk
- cri·sis·be·raad
- samenstelling van crisis en beraad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | crisisberaad | crisisberaden |
verkleinwoord | crisisberaadje | crisisberaadjes |
het crisisberaad o
- overleg dat nodig is in verband met een acute ernstige situatie
- De burgemeester en het hoofd van de politie kwamen naar aanleiding van de aanslag in crisisberaad bijeen..
- Het woord crisisberaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.