echtbreekster
Uiterlijk
- Geluid: echtbreekster (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɛxtbrekstər / (3 lettergrepen)
- echt·breek·ster
- naamwoord van handeling van echtbreken met het achtervoegsel -ster [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | echtbreekster | echtbreeksters |
verkleinwoord |
de echtbreekster v
- vrouw die een scheiding aanvraagt; getrouwde vrouw die een liefdesrelatie aangaat met een andere man of vrouw
- ▸ Hij stamelde dat de koningin van Schotland een echtbreekster was en werd verdacht van moord en dat hij een man was die ervan hield op een veilig hoofdkussen te slapen.[2]
- ▸ „Die meid heeft geen zelfrespect”, schreef die laatste online. „Ze spreekt af met getrouwde mannen die kinderen hebben, terwijl ze zelf niet eens nakomelingen wil. Karma is a bitch. Knoop dat maar goed in je oren, echtbreekster. Je krijgt nog wel wat je verdient.”[3]
- vrouwelijke vorm van echtbreker
- Het woord echtbreekster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885
- ↑ Weblink bron Sven Van Malderen“Fotografe schiet kinderen en liefdesrivale dood om ex te kwetsen” (12-08-2017), Tubantia