eenheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  eenheid    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈenhɛit / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• een·heid

Woordherkomst en -opbouw

• van Middelnederlands eenheit, op te vatten als afgeleid van  een ht  met het achtervoegsel -heid als leenvertaling van Latijn unitas; in de betekenis van ‘hecht samenhangend geheel’ aangetroffen vanaf 1461

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	eenheid	eenheden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de eenheid v

1. bij elkaar horend geheel met kenmerkende eigenschappen.

   • Deze mensen werden door deze dreiging tot een eenheid samengesmeed met gemeenschappelijk doel. 
   • De mobiele eenheid (ME) is een groep politieagenten die als geheel op verschillende plekken kan worden ingezet bij de bestrijding van rellen. 

2. het gevoel dat je met velen één bent

   ▸ Nationale eenheid is nou eenmaal makkelijker te vangen in termen als democratie en vrijheid, dan in de persoon van een bolwangige veertiger.

3. maat waarin hoeveelheden worden uitgedrukt.

   • De coulomb is de eenheid van lading. 

4. woonruimte

   • De lounge is een vrijstaande eenheid. 

Verwante begrippen

• [2] grootheid, prefix, voorvoegsel, lengte, lengtemaat, massa, snelheidsmaat, tijd, tijdseenheid, oppervlakte, oppervlaktemaat, inhoud, inhoudsmaat

Hyponiemen

   

Drie-eenheid Heilige Drie-eenheid NAVO-eenheid SI-eenheid aanhoudingseenheid afstemeenheid aleenheid antiterreureenheid antiterrorisme-eenheid arbeidseenheid artillerie-eenheid aso-eenheid asocialeneenheid astronomische eenheid basiseenheid bedrijfseenheid beheerseenheid besturingseenheid bestuurseenheid bijstandseenheid bluseenheid bodansky-eenheid bratra-eenheid collipeenheid commando-eenheid controle-eenheid dam-eenheid drie-eenheid duweenheid elite-eenheid energie-eenheid explosieveneenheid geldeenheid genie-eenheid gevechtseenheid gewichtseenheid groepseenheid grondeenheid guerrilla-eenheid hateenheid infanterie-eenheid informatie-eenheid internetpolitie-eenheid interventie-eenheid klankeenheid kosteneenheid landmachteenheid leefeenheid legereenheid lengte-eenheid lichteenheid luchteenheid maateenheid marine-eenheid marinierseenheid massa-eenheid meeteenheid militie-eenheid mobiele eenheid moslimeenheid munteenheid natuurwaarde-eenheid observatie-eenheid opleidingseenheid oppervlakte-eenheid organisatie-eenheid pantsereenheid planck-eenheid politie-eenheid potentiaaleenheid productie-eenheid rechtseenheid regeringseenheid rekeneenheid rekeningseenheid reserve-eenheid schaaleenheid snellereactie-eenheid subeenheid svedberg-eenheid taaleenheid tankeenheid tijdeenheid tijdseenheid transporteenheid twee-eenheid verbindingseenheid verkeerseenheid verkenningseenheid verkoopeenheid verkoopseenheid vervuilingseenheid verwerkingseenheid vierbakseenheid vlooteenheid volkseenheid volume-eenheid vrachteenheid warmte-eenheid werkeenheid wildbeheereenheid wooneenheid x-eenheid zelfmoordeenheid zelfverdedigingseenheid ångströmeenheid

Afgeleide begrippen

   

Eenheidsvakcentrale eenhedenstelsel eenheidsbeleven eenheidsbesef eenheidsbeweging eenheidscel eenheidscirkel eenheidscultuur eenheidsdenken eenheidseconomie eenheidsfront eenheidsgedachte eenheidsinterval eenheidskabinet eenheidskanselier eenheidsklasse eenheidskorps eenheidslading eenheidslijst eenheidsmaat eenheidsmarkt eenheidsmatrix eenheidsmodel eenheidsmunt eenheidsorganisatie eenheidspartij eenheidspolitie eenheidsprijs eenheidsregering eenheidssalaris eenheidsschool eenheidsstaat eenheidsstatuut eenheidsstreven eenheidsstructuur eenheidstaal eenheidstaat eenheidstarief eenheidstype eenheidsvakorganisatie eenheidsvector eenheidsvierkant eenheidswet eenheidsworst eenheidswortel

Vertalingen

    1. bij elkaar horend geheel met kenmerkende eigenschappen   

Engels: unity (en)

    2. maat waarin hoeveelheden worden uitgedrukt   

Engels: unit (en) Frans: unité (fr) v

Spaans: unidad (es) v

Gangbaarheid

• Het woord eenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eenheid" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Afrikaans

Uitspraak

• geluid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	eenheid	eenhede

Zelfstandig naamwoord

eenheid

1. eenheid