eetmoment

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  eetmoment    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• eet·mo·ment

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  eten ww  en  moment zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	eetmoment	eetmomenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het eetmoment o

1. keer dat men een maaltijd tot zich neemt; het tijdstip dat men een maaltijd tot zich neemt

   • Ippel vergelijkt het drinkdieet qua populariteit met veganisme. ,,Er zijn maar heel weinig pure veganisten, maar veel mensen trekken er wel lessen uit. Ze gaan bijvoorbeeld vaker plantaardig eten, maar niet altijd." Dat zou ook zo gaan met het vloeibaremaaltijdenregime, denkt de trendwatcher. ,,Zeer weinigen zullen elke dag en elk eetmoment zo'n drinkmaaltijd nemen, maar af en toe bij bijvoorbeeld tijdgebrek. Toch zie ik het niet snel in de Albert Heijn liggen."  
   • Een zichtbaar vette maaltijd geeft aan de zintuigen door dat er voldoende energie is ingenomen. Bij het volgende eetmoment zorgen onder andere hormonen er voor dat er eerder een verzadigingsmoment wordt bereikt. Hoe dat precies werkt, moet nog nader worden onderzocht.  
   • De eerste jaren pakten ze de dozen zelf in. In skipak in het magazijn. ‘De dag erop belden we om te vragen wat de klanten ervan vonden.’ De box kon eerst alleen in Amsterdam worden besteld. ‘De yup omarmde het concept als eerste.’ Daarna kwamen de randstedelijke gezinnen. ‘Cruciaal is dat een gezin een vast eetmoment heeft op een dag.’ Met bij voorkeur niet al te oude kinderen, die hebben sport of bijles rond etenstijd en dat maakt een gezinsmaaltijd lastig.  

Gangbaarheid

• Het woord eetmoment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eetmoment" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.