frietketel
Uiterlijk
- Geluid: frietketel (hulp, bestand)
- friet·ke·tel
- samenstelling van friet en ketel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frietketel | frietketels |
verkleinwoord | frietketeltje | frietketeltjes |
de frietketel m
- (huishouden) het vat met vet waar de frieten in worden gefrituurd
- Het woord frietketel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frietketel" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be