generator
Uiterlijk
Niet te verwarren met: generátor |
- Geluid: generator (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɣenəˈrɑtɔr / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌχenəˈratɔr/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌɣenəˈratɔr/
- ge·ne·ra·tor
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘toestel dat gas of stroom opwekt’ voor het eerst aangetroffen in 1843 [1]
- Naamwoord van handeling van genereren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | generator | generatoren generators |
verkleinwoord | generatortje | generatortjes |
de generator m
- een apparaat of persoon die iets genereert (doet ontstaan)
- de persoon van wie de actie uitgaat
- (elektrotechniek) (werktuigbouwkunde) een machine die mechanische energie, binnenkomend via een draaiende as, omzet in elektrische energie
- Om in dit afgelegen gebied toch over stroom te beschikken, hadden zij vroeger een generator, maar nu zijn ze overgestapt op zonnepanelen.
- (techniek) toestel tot het verkrijgen van gas
- [1] bron, verwekker
- [3] dynamo, signaalgever, energiebron, spanningbron, stroombron
- [1] generatie
- [1] getalgenerator
- [3] blokgolfgenerator, dieselgenerator, functiegenerator, gelijkstroomgenerator, noodstroomgenerator, sinusgenerator, toongenerator, turbogenerator, wisselstroomgenerator, wobbulator, zwaaigenerator
- [4] gasgenerator, generatorgas, generatorveld
- [1] maker, producent, verwekker, opwekker, voortbrenger
- [3] benzineaggregaat, dieselaggregaat, noodstroomaggregaat, oscillator, spanningsbron, stroombron
1. een apparaat of persoon die iets genereert (doet ontstaan)
3. een machine die stroom opwekt
4. toestel tot het verkrijgen van gas, gasgenerator
- Het woord generator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "generator" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "generator" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ator in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Elektrotechniek in het Nederlands
- Werktuigbouwkunde in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %