grendelt
Uiterlijk
- gren·delt
vervoeging van |
---|
grendelen |
grendelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grendelen
- Jij grendelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grendelen
- Hij grendelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van grendelen
- Grendelt!
- Het woord grendelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.