Naar inhoud springen

hangar

Uit WikiWoordenboek
  • han·gar
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘overdekte bergplaats’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1895 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hangar hangars
verkleinwoord hangartje hangartjes

de hangarm

  1. (luchtvaart) een opslagplaats voor een of meer vliegtuigen.
90 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]