hes
Uiterlijk
- hes
- In de betekenis van ‘kiel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1851 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hes | hessen |
verkleinwoord | hesje | hesjes |
- boerenkiel
- kort jasje
- Toen de hesjes werden uitgedeeld, bleek Seedorf in het basisteam te zitten.
- Het woord hes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hes" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "hes" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- hes
Naar frequentie | 27299 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | hes | hesere | hesest |
o enkelvoud | hest | |||
meervoud | hese | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
hese | hesere | heseste |
hes
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 74 %
- Prevalentie Vlaanderen 52 %
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 3
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Noorse woorden naar herkomst uit het Oudnoords
- Bijvoeglijk naamwoord in het Noors