Naar inhoud springen

kajuit

Uit WikiWoordenboek
  • ka·juit
enkelvoud meervoud
naamwoord kajuit kajuiten
verkleinwoord kajuitje kajuitjes

de kajuitv / m

  1. overdekte gemeenschappelijke verblijfplaats op schepen
    • De kajuit was voorzien van een kachel voor de koudere tijden. 
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]