natura
Uiterlijk
- na‧tu‧ra
enkelvoud | meervoud |
---|---|
natura | nature |
natura v
- de vrouwelijke vorm van naturus, het toekomstig deelwoord van nasci ww "worden geboren", dus: "zij die zal worden geboren"
nātūra v
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | nātūra | nātūrae |
genitief | nātūrae | nātūrārum |
datief | nātūrae | nātūrīs |
accusatief | nātūram | nātūrās |
ablatief | nātūrā | nātūrīs |
vocatief | nātūra | nātūrae |
- na‧tu‧ra
enkelvoud | meervoud |
---|---|
natura | naturas |
natura v
- natura in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Categorieën:
- Woorden in het Italiaans
- Woorden in het Italiaans van lengte 6
- Woorden in het Italiaans met audioweergave
- Woorden in het Italiaans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Italiaans
- Woorden in het Latijn
- Woorden in het Latijn met audioweergave
- Woorden in het Latijn met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord van de 1ste verbuiging in het Latijn
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 6
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Woorden in het Spaans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans