ontboden
Uiterlijk
- ont·bo·den
- vervoeging van ontbieden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ie-oo (IPAː /iː/ - /oː/)
vervoeging van |
---|
ontbieden |
ontboden
- meervoud verleden tijd van ontbieden
- Wij ontboden.
- Jullie ontboden.
- Zij ontboden.
- Wij ontboden.
- voltooid deelwoord van ontbieden
- Het woord ontboden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.