rechte
Uiterlijk
- rech·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechte | rechten |
verkleinwoord | rechtetje | rechtetjes |
- (wiskunde) een rechte lijn
- De zijden van een driehoek zijn drie rechten.
1. een rechte lijn
rechte
- datief onzijdig van recht, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
- buiten rechte
- in rechte (aanspreken)
- ten rechte
rechte
- verbogen vorm van de stellende trap van recht
vervoeging van |
---|
rechten |
rechte
- aanvoegende wijs van rechten
- Het woord rechte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rechte" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Datief in het Nederlands
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %