schoolengels

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schoolengels    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• school·en·gels

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  school  en  Engels 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schoolengels	schoolengelzen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het schoolengels o

1. (onderwijs) het Engels zoals men dat op school heeft geleerd

Gangbaarheid

• Het woord schoolengels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.