sportzak
Uiterlijk
- sport·zak
- samenstelling van sport zn en zak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportzak | sportzakken |
verkleinwoord |
de sportzak m
- tas waarin men zijn sportspullen kan bewaren en vervoeren
- ‘We proberen elk club afzonderlijk te adviseren over hoe zij de risico’s kunnen inperken die bij smartphonegebruik horen, afhankelijk van hun accommodatie en clubcultuur, maar het begint natuurlijk bij het maken van goede afspraken, zoals wanneer en waar de smartphone in de sportzak hoort te blijven.’[1]
- Bij havenarbeider Renzo Q, de ‘penningmeester’ van de bende, werd in sportzakken ruim één miljoen euro aan contanten gevonden. Bij een vrouwelijk lid van de bende werd dan weer een voorraadje van twee kilo cocaïne gevonden.[2]
- Het woord sportzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sportzak" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ de Standaard 22/02/2017 om 12:50 door edm ‘Smartphones horen niet thuis in de kleedkamer’
- ↑ de Standaard 08/10/2015 om 08:06 door jvt Antwerps gerecht rolt cocaïnenetwerk op
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be