terugtrekken
Uiterlijk
- te·rug·trek·ken
- samenstelling van terug bw en trekken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugtrekken |
trok terug |
teruggetrokken |
klasse 3 | volledig |
terugtrekken
- wederkerend (militair) een eerder binnengetroken of veroverd gebied verlaten
- Amerika heeft zich na tien jaar nog steeds niet teruggetrokken uit Afghanistan.
- De keuze tussen het afdammen van riviermondingen of terugtrekken naar hogere gronden is een zorg voor de zeer lange termijn, wanneer de zeespiegelstijging kan oplopen tot meerdere meters [1]
- overgankelijk een uitgestoken lichaamsdeel weer verwijderen
- Hij trok snel zijn hand terug toen hij voelde hoe heet de plaat was.
- wederkerend naar een minder openbare of zichtbare plaats gaan
- ▸ 'Moeder en ik moeten vroeg op voor de kerstdienst, dus met jullie welnemen trekken wij ons terug.[2]
- Het woord terugtrekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "terugtrekken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ www.nu.nl (25-sep-2019)
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 3 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %