topinamboer

Helianthus tuberosus

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  topinamboer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• to·pi·nam·boer

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans topinambour

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	topinamboer	topinamboers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de topinamboer m

1. (plantkunde) benaming voor vaste planten uit het geslacht Helianthus 
2. (voeding) eetbare stengelknol van planten uit het geslacht Helianthus 

Schrijfwijzen

• topinambour, topinambur

Synoniemen

• aardartisjok, aardpeer, jeruzalemartisjok

Vertalingen

   1. zie: aardartisjok   

Gangbaarheid

• Het woord topinamboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] topinamboer in het Nederlands Soortenregister N
• [1] topinamboer op Wikidata
• [1] aardpeer op "Wilde planten in Nederland en België" ♣