Naar inhoud springen

veevoeder

Uit WikiWoordenboek
opening van een veevoederfabriek
  • vee·voe·der
enkelvoud meervoud
naamwoord veevoeder veevoeders
verkleinwoord

het veevoedero

  1. (veeteelt) (voeding) voedsel voor landbouwhuisdieren al of niet in de fabriek gemaakt
    • “Produceer meer, met minder.” Minder pesticiden, minder mest, minder brandstof. De technologische vernieuwingen maken dit mogelijk, alleen moeten die sneller ingang vinden: drones om schimmel op te sporen, robots om onkruid te bestrijden, technieken om veevoeder efficiënter te maken.’[1] 
    • De omzetdaling van zes procentpunt is volgens het veevoederbedrijf te wijten aan de lagere grondstoffenprijzen en de daling van de Britse pond, vermoedelijk veroorzaakt door de Brexit.[2] 
94 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. de Standaard 30 NOVEMBER 2017
  2. Tubantia 14-MAART-2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be