Naar inhoud springen

venijnboompje

Uit WikiWoordenboek
  • ve·nijn·boom·pje

het venijnboompjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord venijnboom
    • Uit het onderzoek is gebleken dat in het voer, dat de dieren maandag kregen, naalden en blaadjes hebben gezeten van het giftige venijnboompje Taxus Baccata. De giftige naalden en bladeren kwamen van een boompje, dat door een particulier gesnoeid was. [1]