wrok
Uiterlijk
- wrok
- In de betekenis van ‘rancune’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1550 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wrok | |
verkleinwoord | wrokje | wrokjes |
de wrok m
- blijvend gevoel van onvrede over geleden of vermeend onrecht
- ▸ Eerder werd al bekend dat verdachte Tetsuya Yamagami wrok tegen Abe koesterde, omdat de politicus volgens hem verbonden was aan een religieuze groep. Het is niet duidelijk waarom de 41-jarige man uiteindelijk Abe als slachtoffer koos.[2]
1.
vervoeging van |
---|
wrokken |
wrok
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wrokken
- Ik wrok.
- gebiedende wijs van wrokken
- Wrok!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wrokken
- Wrok je?
- Het woord wrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wrok" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "wrok" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Verdachte van moord op oud-premier Abe had eerst ander doelwit” (09 juli 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be