zwartvisser
Uiterlijk
- Geluid: zwartvisser (hulp, bestand)
- zwart·vis·ser
- samenstelling van zwart bn en visser zn
- Naamwoord van handeling van zwartvissen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwartvisser | zwartvissers |
verkleinwoord |
de zwartvisser m
- sportvisser die vist zonder in het bezit te zijn van een geldige visakte
- Het woord zwartvisser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.