In Hengelo ( province of Overijssel) a rural settlement was excavated by SOB Research, and the po... more In Hengelo ( province of Overijssel) a rural settlement was excavated by SOB Research, and the pottery was studied by the author. The pottery belongs to the Rhein-Weser-Germanische tradition and dates mainly in the 1st and 2nd centurys AD. The fill of a water well contained, not only a huge number of potsherds and other archaeological material, but also fragments of a kiln. Considering the fabric of the clay, the absence of signs of a very high oven-temperature, the absence of soot, the S-shaped profile of the dome and its relative height and narrowness, it is argued that the kiln was used for processing smoked or dried meat.
A mysterious Roman kiln from Hengelo (province of Overijssel). In Hengelo (province of Overijssel... more A mysterious Roman kiln from Hengelo (province of Overijssel). In Hengelo (province of Overijssel) a rural settlement was excavated by SOB Research, and the pottery was studied by the author. The pottery belongs in the Rhein-Weser-Germanische tradition and dates mainly from the 1st and 2nd centuries AD. The fill of a well contained not only a huge number of potsherds and other archaeological material, but also fragments of a kiln. Considering the fabric of the clay, the absence of signs of a very high oven temperature, the absence of soot, the S-shaped profile of the dome and its relative height and narrowness, it is argued that the kiln was used for processing smoked or dried meat.
De aanleiding voor het archeologisch onderzoek bestaat uit het voornemen van Rotij Grondontwikkel... more De aanleiding voor het archeologisch onderzoek bestaat uit het voornemen van Rotij Grondontwikkeling Oost BV, om ten noorden van Wijnbergen een ca. 3,35 ha groot terrein te ontwikkelen ten behoeve van woningbouw. Tijdens diverse vooronderzoeken was reeds aangetoond dat op een groot deel van het plangebied, archeologische resten kunnen worden verwacht uit de steentijd, IJzertijd en Middeleeu
archeologisch onderzoek nabij Selwerd, Groningen, alwaar restanten van een steenoven werden aange... more archeologisch onderzoek nabij Selwerd, Groningen, alwaar restanten van een steenoven werden aangetroffen. Deze steenoven kan waarschijnlijk worden gekoppeld aan het laatmiddeleeuwse Kasteel Selwerd te Groningen.
Tussen maart en 20 april 2012 heeft een archeologische opgraving plaats gevonden op een terrein t... more Tussen maart en 20 april 2012 heeft een archeologische opgraving plaats gevonden op een terrein ten zuiden van Biervliet (gem. Terneuzen). Dit onderzoek is uitgevoerd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) uit Groningen, in opdracht van Rijkswaterstaat. De aanleiding voor het onderzoek is het feit dat Rijkswaterstaat het tracé van de N61, Zeeuws-Vlaanderen zal verleggen. In een eerdere fase van onderzoek was het terrein gedeselecteerd voor nader onderzoek en daarmee vrijgegeven. Door een toevalsvondst bleek dat er toch archeologische waarden in de bodem aanwezig waren. Rijkswaterstaat heeft daarom, in overleg met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), besloten om een extra bureau-, boor-en proefsleuvenonderzoek uit te laten voeren. Deze onderzoeken bevestigden de archeologische waarden op het plangebied. Aangezien de archeologische resten, als gevolg van de te verwachten zetting van het wegtalud, niet in situ kunnen worden behouden, heeft Rijkswaterstaat, in overleg met RCE, besloten tot behoud ex situ. Hoewel het terrein dus feitelijk was vrijgegeven, stelde Rijkswaterstaat zich bereid om alsnog te willen investeren in een archeologisch onderzoek, echter met een gelimiteerd budget. De onderzoeksstrategie en de uitwerking is hierop aangepast (zie p. 1 van paragraaf 2.6). Ten behoeve van deze opgraving is een Programma van Eisen (PvE) opgesteld door drs. H.M.P. Bouwmeester en drs. C.A.M. van Rooijen, namens RCE.
Uit de 18e-en 19e eeuw werden aan de oostkant van werkput 1 de voorgangers van de recente funderi... more Uit de 18e-en 19e eeuw werden aan de oostkant van werkput 1 de voorgangers van de recente funderingen aangetroffen (afb. 2.12). Deze oudere voorlopers konden worden gedateerd aan de hand van het metselwerk en geassocieerd aardewerk. Deze huisjes waren bescheiden van formaat. De breedte van de pandjes was circa 5 m en ze waren waarschijnlijk niet veel langer dan ongeveer 12 m (afb. 2.13). Het deel van het huis in het noordoosten van de werkput komt overeen met kadasternummer 1277 van de kadastrale minuut. Het pand in het noordwesten is kadasternummer 1278 inclusief een uitbouw in westelijke richting. Volgens de plattegrond van J.F. van Druten (1903) en tevens op de kadastrale minuut van 1832 was achter deze huisjes een onbebouwd gedeelte. Door 20e-eeuwse verstoringen kon dit niet volledig worden geverifieerd maar het is zeer aannemelijk dat dit inderdaad het geval was. Vondstmateriaal in de vorm van scherven van bloempotten duiden op het gebruik van tuinen. Een vergelijking met kaartmateriaal van de westelijke helft van de werkput leverde problemen op. Aan de noordkant werden resten van 18e-eeuwse bebouwing teruggevonden, waarschijnlijk behorend bij kadasternummers 1271 en 1275 van de kadastrale minuut uit 1832. Aan de zuidkant werden echter resten van funderingen gevonden met een afwijkende oriëntatie. De hoofdrichting was vrijwel oost-west, in tegenstelling tot de overige funderingen die ook in deze periode meer noordoostzuidwest was. De oost-west georiënteerde structuur bestond uit een brede vleilaag voor een fundering die voor een lengte van ca. 15 m vervolgd kon worden. Iets voor het midden van de werkput maakte de vleilaag een hoek in zuidelijke richting. Evenwijdig aan deze smallere fundering lagen op onregelmatige afstanden nog vier noord-zuid georiënteerde vleilagen. In de tussenruimtes werd onmiskenbaar 18e-eeuws vondstmateriaal aangetroffen. Direct tegen de noordzijde van de fundering bevond zich een gedeelte van een zorgvuldig aangelegde drupgoot van in de lengterichting geplaatste baksteentjes. Ruim een halve meter verder in noordelijke richting kwam eveneens een restant van een oost-west georiënteerde fundering tevoorschijn die evenwel in oostelijke richting niet kon worden vervolgd in verband met een 20e-eeuwse verstoring van de betonnen waterkelders. 28 Afbeelding 2.12 Werkput 1, sporen uit de Nieuwste Tijd, met de locatie van enkele relevante vondstnummers. Kaart: C.G. Koopstra en S.J. Tuinstra. Afbeelding 2.13 Funderingen van 18e-eeuwse bebouwing aan de oostzijde van werkput 1, foto richting oost. Foto: A. Ufkes. Afbeelding 2.14 Werkput 2, 12e-eeuwse sporen, met de locatie van enkele relevante vondstnummers.
archeologisch onderzoek in Vlissingen, Walcheren, Zeeland, terrein Alhambra. Hier zijn vele arche... more archeologisch onderzoek in Vlissingen, Walcheren, Zeeland, terrein Alhambra. Hier zijn vele archeologische resten geborgen uit de 17e en 18e eeuw.
leeftijdsbepaling van edelherten op basis van het gewei en edelhertgeweien in archeologische cont... more leeftijdsbepaling van edelherten op basis van het gewei en edelhertgeweien in archeologische context met de nadruk op de provincie Drenthe, Nederland
In het centrum van Tiel heeft in september 2006 een opgraving plaats gevonden aan de Agnietenstra... more In het centrum van Tiel heeft in september 2006 een opgraving plaats gevonden aan de Agnietenstraat 7. Voor dit onderzoek is een Programma van Eisen opgesteld dat in eerste instantie betrekking had op een veel groter te onderzoeken gebied en de onderzoeksvragen richtten zich vrijwel uitsluitend op de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis. In de praktijk kon slechts een zeer klein terrein worden onderzocht, dat bovendien voor een groot deel was verstoord door twee recente kelders, waartussen zich een grote gemetselde beerput bevond, opgevuld met 17e–18e-eeuws materiaal. De bestudering van het vondstmateriaal uit deze beerput valt buiten het in het PvE gestelde kader. De middeleeuwse sporen bestaan voornamelijk uit kuilen, enkele greppels, enkele paalsporen en twee waterputten. Het opgravingsareaal is te klein om eenduidige structuren te kunnen reconstrueren. De greppels die op verschillende niveaus zijn waargenomen hebben alle dezelfde oriëntatie, namelijk westnoordwest-oostzuidoost. De beide waterputten zijn opgebouwd uit tonnen. Eén van deze waterputten was slecht geconserveerd, van de tweede was het hout goed bewaard gebleven. Uit de vulling van deze waterput zijn onder meer resten van minimaal twee honden te voorschijn gekomen, alsmede relatief veel fragmenten van vroegmiddeleeuwse reliëfbandamforen. Bijzondere vondsten zijn verder twee ijzeren gespen van vermoedelijk paardentuig en een mogelijk secundair gebruikt hoefijzer, een glis van een radius van rund en een klein glazen ringetje, mogelijk een haarringetje dat in het kapsel werd gevlochten.
leeftijdsbepaling van edelherten op basis van het gewei en edelhertgeweien in archeologische cont... more leeftijdsbepaling van edelherten op basis van het gewei en edelhertgeweien in archeologische context met de nadruk op de provincie Drenthe, Nederland
archeologisch onderzoek in Vlissingen, Walcheren, Zeeland, terrein Alhambra. Hier zijn vele arche... more archeologisch onderzoek in Vlissingen, Walcheren, Zeeland, terrein Alhambra. Hier zijn vele archeologische resten geborgen uit de 17e en 18e eeuw.
archeologisch onderzoek nabij Selwerd, Groningen, alwaar restanten van een steenoven werden aange... more archeologisch onderzoek nabij Selwerd, Groningen, alwaar restanten van een steenoven werden aangetroffen. Deze steenoven kan waarschijnlijk worden gekoppeld aan het laatmiddeleeuwse Kasteel Selwerd te Groningen.
Archeologisch onderzoek op het kloosterterrein van Selwerd, Groningen, leverde aanwijzingen op vo... more Archeologisch onderzoek op het kloosterterrein van Selwerd, Groningen, leverde aanwijzingen op voor het laatmiddeleeuwse kloosterterrein. Daarnaast werd een compleet skelet aangetroffen van een jongvolwassen man, begraven met een mes.
In het centrum van Tiel heeft in september 2006 een opgraving plaats gevonden aan de Agnietenstra... more In het centrum van Tiel heeft in september 2006 een opgraving plaats gevonden aan de Agnietenstraat 7. Voor dit onderzoek is een Programma van Eisen opgesteld dat in eerste instantie betrekking had op een veel groter te onderzoeken gebied en de
onderzoeksvragen richtten zich vrijwel uitsluitend op de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis. In de praktijk kon slechts een zeer klein terrein worden onderzocht, dat bovendien voor een groot deel was verstoord door twee recente kelders, waartussen zich een grote gemetselde beerput bevond, opgevuld met 17e–18e-eeuws materiaal. De bestudering van het vondstmateriaal uit deze beerput valt buiten het in het PvE gestelde kader. De middeleeuwse sporen bestaan voornamelijk uit kuilen, enkele greppels, enkele paalsporen en twee waterputten. Het opgravingsareaal is te klein om eenduidige structuren te kunnen reconstrueren. De greppels die op verschillende niveaus zijn waargenomen hebben alle dezelfde oriëntatie, namelijk westnoordwest-oostzuidoost. De beide waterputten zijn opgebouwd uit tonnen. Eén van deze waterputten was slecht geconserveerd, van de tweede was het hout goed bewaard gebleven. Uit de vulling van deze waterput zijn onder meer resten van minimaal twee honden te voorschijn gekomen, alsmede relatief veel fragmenten van vroegmiddeleeuwse reliëfbandamforen. Bijzondere vondsten zijn verder twee ijzeren gespen van vermoedelijk paardentuig en een mogelijk secundair gebruikt
hoefijzer, een glis van een radius van rund en een klein glazen ringetje, mogelijk een haarringetje dat in het kapsel werd gevlochten.
In Hengelo ( province of Overijssel) a rural settlement was excavated by SOB Research, and the po... more In Hengelo ( province of Overijssel) a rural settlement was excavated by SOB Research, and the pottery was studied by the author. The pottery belongs to the Rhein-Weser-Germanische tradition and dates mainly in the 1st and 2nd centurys AD. The fill of a water well contained, not only a huge number of potsherds and other archaeological material, but also fragments of a kiln. Considering the fabric of the clay, the absence of signs of a very high oven-temperature, the absence of soot, the S-shaped profile of the dome and its relative height and narrowness, it is argued that the kiln was used for processing smoked or dried meat.
A mysterious Roman kiln from Hengelo (province of Overijssel). In Hengelo (province of Overijssel... more A mysterious Roman kiln from Hengelo (province of Overijssel). In Hengelo (province of Overijssel) a rural settlement was excavated by SOB Research, and the pottery was studied by the author. The pottery belongs in the Rhein-Weser-Germanische tradition and dates mainly from the 1st and 2nd centuries AD. The fill of a well contained not only a huge number of potsherds and other archaeological material, but also fragments of a kiln. Considering the fabric of the clay, the absence of signs of a very high oven temperature, the absence of soot, the S-shaped profile of the dome and its relative height and narrowness, it is argued that the kiln was used for processing smoked or dried meat.
De aanleiding voor het archeologisch onderzoek bestaat uit het voornemen van Rotij Grondontwikkel... more De aanleiding voor het archeologisch onderzoek bestaat uit het voornemen van Rotij Grondontwikkeling Oost BV, om ten noorden van Wijnbergen een ca. 3,35 ha groot terrein te ontwikkelen ten behoeve van woningbouw. Tijdens diverse vooronderzoeken was reeds aangetoond dat op een groot deel van het plangebied, archeologische resten kunnen worden verwacht uit de steentijd, IJzertijd en Middeleeu
archeologisch onderzoek nabij Selwerd, Groningen, alwaar restanten van een steenoven werden aange... more archeologisch onderzoek nabij Selwerd, Groningen, alwaar restanten van een steenoven werden aangetroffen. Deze steenoven kan waarschijnlijk worden gekoppeld aan het laatmiddeleeuwse Kasteel Selwerd te Groningen.
Tussen maart en 20 april 2012 heeft een archeologische opgraving plaats gevonden op een terrein t... more Tussen maart en 20 april 2012 heeft een archeologische opgraving plaats gevonden op een terrein ten zuiden van Biervliet (gem. Terneuzen). Dit onderzoek is uitgevoerd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) uit Groningen, in opdracht van Rijkswaterstaat. De aanleiding voor het onderzoek is het feit dat Rijkswaterstaat het tracé van de N61, Zeeuws-Vlaanderen zal verleggen. In een eerdere fase van onderzoek was het terrein gedeselecteerd voor nader onderzoek en daarmee vrijgegeven. Door een toevalsvondst bleek dat er toch archeologische waarden in de bodem aanwezig waren. Rijkswaterstaat heeft daarom, in overleg met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), besloten om een extra bureau-, boor-en proefsleuvenonderzoek uit te laten voeren. Deze onderzoeken bevestigden de archeologische waarden op het plangebied. Aangezien de archeologische resten, als gevolg van de te verwachten zetting van het wegtalud, niet in situ kunnen worden behouden, heeft Rijkswaterstaat, in overleg met RCE, besloten tot behoud ex situ. Hoewel het terrein dus feitelijk was vrijgegeven, stelde Rijkswaterstaat zich bereid om alsnog te willen investeren in een archeologisch onderzoek, echter met een gelimiteerd budget. De onderzoeksstrategie en de uitwerking is hierop aangepast (zie p. 1 van paragraaf 2.6). Ten behoeve van deze opgraving is een Programma van Eisen (PvE) opgesteld door drs. H.M.P. Bouwmeester en drs. C.A.M. van Rooijen, namens RCE.
Uit de 18e-en 19e eeuw werden aan de oostkant van werkput 1 de voorgangers van de recente funderi... more Uit de 18e-en 19e eeuw werden aan de oostkant van werkput 1 de voorgangers van de recente funderingen aangetroffen (afb. 2.12). Deze oudere voorlopers konden worden gedateerd aan de hand van het metselwerk en geassocieerd aardewerk. Deze huisjes waren bescheiden van formaat. De breedte van de pandjes was circa 5 m en ze waren waarschijnlijk niet veel langer dan ongeveer 12 m (afb. 2.13). Het deel van het huis in het noordoosten van de werkput komt overeen met kadasternummer 1277 van de kadastrale minuut. Het pand in het noordwesten is kadasternummer 1278 inclusief een uitbouw in westelijke richting. Volgens de plattegrond van J.F. van Druten (1903) en tevens op de kadastrale minuut van 1832 was achter deze huisjes een onbebouwd gedeelte. Door 20e-eeuwse verstoringen kon dit niet volledig worden geverifieerd maar het is zeer aannemelijk dat dit inderdaad het geval was. Vondstmateriaal in de vorm van scherven van bloempotten duiden op het gebruik van tuinen. Een vergelijking met kaartmateriaal van de westelijke helft van de werkput leverde problemen op. Aan de noordkant werden resten van 18e-eeuwse bebouwing teruggevonden, waarschijnlijk behorend bij kadasternummers 1271 en 1275 van de kadastrale minuut uit 1832. Aan de zuidkant werden echter resten van funderingen gevonden met een afwijkende oriëntatie. De hoofdrichting was vrijwel oost-west, in tegenstelling tot de overige funderingen die ook in deze periode meer noordoostzuidwest was. De oost-west georiënteerde structuur bestond uit een brede vleilaag voor een fundering die voor een lengte van ca. 15 m vervolgd kon worden. Iets voor het midden van de werkput maakte de vleilaag een hoek in zuidelijke richting. Evenwijdig aan deze smallere fundering lagen op onregelmatige afstanden nog vier noord-zuid georiënteerde vleilagen. In de tussenruimtes werd onmiskenbaar 18e-eeuws vondstmateriaal aangetroffen. Direct tegen de noordzijde van de fundering bevond zich een gedeelte van een zorgvuldig aangelegde drupgoot van in de lengterichting geplaatste baksteentjes. Ruim een halve meter verder in noordelijke richting kwam eveneens een restant van een oost-west georiënteerde fundering tevoorschijn die evenwel in oostelijke richting niet kon worden vervolgd in verband met een 20e-eeuwse verstoring van de betonnen waterkelders. 28 Afbeelding 2.12 Werkput 1, sporen uit de Nieuwste Tijd, met de locatie van enkele relevante vondstnummers. Kaart: C.G. Koopstra en S.J. Tuinstra. Afbeelding 2.13 Funderingen van 18e-eeuwse bebouwing aan de oostzijde van werkput 1, foto richting oost. Foto: A. Ufkes. Afbeelding 2.14 Werkput 2, 12e-eeuwse sporen, met de locatie van enkele relevante vondstnummers.
archeologisch onderzoek in Vlissingen, Walcheren, Zeeland, terrein Alhambra. Hier zijn vele arche... more archeologisch onderzoek in Vlissingen, Walcheren, Zeeland, terrein Alhambra. Hier zijn vele archeologische resten geborgen uit de 17e en 18e eeuw.
leeftijdsbepaling van edelherten op basis van het gewei en edelhertgeweien in archeologische cont... more leeftijdsbepaling van edelherten op basis van het gewei en edelhertgeweien in archeologische context met de nadruk op de provincie Drenthe, Nederland
In het centrum van Tiel heeft in september 2006 een opgraving plaats gevonden aan de Agnietenstra... more In het centrum van Tiel heeft in september 2006 een opgraving plaats gevonden aan de Agnietenstraat 7. Voor dit onderzoek is een Programma van Eisen opgesteld dat in eerste instantie betrekking had op een veel groter te onderzoeken gebied en de onderzoeksvragen richtten zich vrijwel uitsluitend op de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis. In de praktijk kon slechts een zeer klein terrein worden onderzocht, dat bovendien voor een groot deel was verstoord door twee recente kelders, waartussen zich een grote gemetselde beerput bevond, opgevuld met 17e–18e-eeuws materiaal. De bestudering van het vondstmateriaal uit deze beerput valt buiten het in het PvE gestelde kader. De middeleeuwse sporen bestaan voornamelijk uit kuilen, enkele greppels, enkele paalsporen en twee waterputten. Het opgravingsareaal is te klein om eenduidige structuren te kunnen reconstrueren. De greppels die op verschillende niveaus zijn waargenomen hebben alle dezelfde oriëntatie, namelijk westnoordwest-oostzuidoost. De beide waterputten zijn opgebouwd uit tonnen. Eén van deze waterputten was slecht geconserveerd, van de tweede was het hout goed bewaard gebleven. Uit de vulling van deze waterput zijn onder meer resten van minimaal twee honden te voorschijn gekomen, alsmede relatief veel fragmenten van vroegmiddeleeuwse reliëfbandamforen. Bijzondere vondsten zijn verder twee ijzeren gespen van vermoedelijk paardentuig en een mogelijk secundair gebruikt hoefijzer, een glis van een radius van rund en een klein glazen ringetje, mogelijk een haarringetje dat in het kapsel werd gevlochten.
leeftijdsbepaling van edelherten op basis van het gewei en edelhertgeweien in archeologische cont... more leeftijdsbepaling van edelherten op basis van het gewei en edelhertgeweien in archeologische context met de nadruk op de provincie Drenthe, Nederland
archeologisch onderzoek in Vlissingen, Walcheren, Zeeland, terrein Alhambra. Hier zijn vele arche... more archeologisch onderzoek in Vlissingen, Walcheren, Zeeland, terrein Alhambra. Hier zijn vele archeologische resten geborgen uit de 17e en 18e eeuw.
archeologisch onderzoek nabij Selwerd, Groningen, alwaar restanten van een steenoven werden aange... more archeologisch onderzoek nabij Selwerd, Groningen, alwaar restanten van een steenoven werden aangetroffen. Deze steenoven kan waarschijnlijk worden gekoppeld aan het laatmiddeleeuwse Kasteel Selwerd te Groningen.
Archeologisch onderzoek op het kloosterterrein van Selwerd, Groningen, leverde aanwijzingen op vo... more Archeologisch onderzoek op het kloosterterrein van Selwerd, Groningen, leverde aanwijzingen op voor het laatmiddeleeuwse kloosterterrein. Daarnaast werd een compleet skelet aangetroffen van een jongvolwassen man, begraven met een mes.
In het centrum van Tiel heeft in september 2006 een opgraving plaats gevonden aan de Agnietenstra... more In het centrum van Tiel heeft in september 2006 een opgraving plaats gevonden aan de Agnietenstraat 7. Voor dit onderzoek is een Programma van Eisen opgesteld dat in eerste instantie betrekking had op een veel groter te onderzoeken gebied en de
onderzoeksvragen richtten zich vrijwel uitsluitend op de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis. In de praktijk kon slechts een zeer klein terrein worden onderzocht, dat bovendien voor een groot deel was verstoord door twee recente kelders, waartussen zich een grote gemetselde beerput bevond, opgevuld met 17e–18e-eeuws materiaal. De bestudering van het vondstmateriaal uit deze beerput valt buiten het in het PvE gestelde kader. De middeleeuwse sporen bestaan voornamelijk uit kuilen, enkele greppels, enkele paalsporen en twee waterputten. Het opgravingsareaal is te klein om eenduidige structuren te kunnen reconstrueren. De greppels die op verschillende niveaus zijn waargenomen hebben alle dezelfde oriëntatie, namelijk westnoordwest-oostzuidoost. De beide waterputten zijn opgebouwd uit tonnen. Eén van deze waterputten was slecht geconserveerd, van de tweede was het hout goed bewaard gebleven. Uit de vulling van deze waterput zijn onder meer resten van minimaal twee honden te voorschijn gekomen, alsmede relatief veel fragmenten van vroegmiddeleeuwse reliëfbandamforen. Bijzondere vondsten zijn verder twee ijzeren gespen van vermoedelijk paardentuig en een mogelijk secundair gebruikt
hoefijzer, een glis van een radius van rund en een klein glazen ringetje, mogelijk een haarringetje dat in het kapsel werd gevlochten.
In Bakel (Prov. Noord-Brabant, the Netherlands) is een erf uit de Vroege IJzertijd opgegraven, be... more In Bakel (Prov. Noord-Brabant, the Netherlands) is een erf uit de Vroege IJzertijd opgegraven, bestaande uit een veekraal, een bijgebouw en een huis van het type Oss 3. Dit huistype wordt doorgaans beschreven als een woonstalhuis. Fosfaatanalyse toont echter aan dat binnen deze gebouwen geen vee werd gestald.
Uploads
Papers by adrie ufkes
onderzoeksvragen richtten zich vrijwel uitsluitend op de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis. In de praktijk kon slechts een zeer klein terrein worden onderzocht, dat bovendien voor een groot deel was verstoord door twee recente kelders, waartussen zich een grote gemetselde beerput bevond, opgevuld met 17e–18e-eeuws materiaal. De bestudering van het vondstmateriaal uit deze beerput valt buiten het in het PvE gestelde kader. De middeleeuwse sporen bestaan voornamelijk uit kuilen, enkele greppels, enkele paalsporen en twee waterputten. Het opgravingsareaal is te klein om eenduidige structuren te kunnen reconstrueren. De greppels die op verschillende niveaus zijn waargenomen hebben alle dezelfde oriëntatie, namelijk westnoordwest-oostzuidoost. De beide waterputten zijn opgebouwd uit tonnen. Eén van deze waterputten was slecht geconserveerd, van de tweede was het hout goed bewaard gebleven. Uit de vulling van deze waterput zijn onder meer resten van minimaal twee honden te voorschijn gekomen, alsmede relatief veel fragmenten van vroegmiddeleeuwse reliëfbandamforen. Bijzondere vondsten zijn verder twee ijzeren gespen van vermoedelijk paardentuig en een mogelijk secundair gebruikt
hoefijzer, een glis van een radius van rund en een klein glazen ringetje, mogelijk een haarringetje dat in het kapsel werd gevlochten.
onderzoeksvragen richtten zich vrijwel uitsluitend op de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis. In de praktijk kon slechts een zeer klein terrein worden onderzocht, dat bovendien voor een groot deel was verstoord door twee recente kelders, waartussen zich een grote gemetselde beerput bevond, opgevuld met 17e–18e-eeuws materiaal. De bestudering van het vondstmateriaal uit deze beerput valt buiten het in het PvE gestelde kader. De middeleeuwse sporen bestaan voornamelijk uit kuilen, enkele greppels, enkele paalsporen en twee waterputten. Het opgravingsareaal is te klein om eenduidige structuren te kunnen reconstrueren. De greppels die op verschillende niveaus zijn waargenomen hebben alle dezelfde oriëntatie, namelijk westnoordwest-oostzuidoost. De beide waterputten zijn opgebouwd uit tonnen. Eén van deze waterputten was slecht geconserveerd, van de tweede was het hout goed bewaard gebleven. Uit de vulling van deze waterput zijn onder meer resten van minimaal twee honden te voorschijn gekomen, alsmede relatief veel fragmenten van vroegmiddeleeuwse reliëfbandamforen. Bijzondere vondsten zijn verder twee ijzeren gespen van vermoedelijk paardentuig en een mogelijk secundair gebruikt
hoefijzer, een glis van een radius van rund en een klein glazen ringetje, mogelijk een haarringetje dat in het kapsel werd gevlochten.