Naar inhoud springen

Gebruiker:Benedict Wydooghe/Wikipediaklas

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Christof Raym (overleg | bijdragen) op 2 nov 2014 om 12:57. (Deelnemers)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Welkom in het virtuele klaslokaal - een modelklas, naar analogie met onze collega's uit Torhout, ongeveer een eeuw geleden. Stap voor stap werken we aan een nieuw artikel.

De wikipediaklas is het virtuele leslokaal dat Benedict Wydooghe gebruikt voor diverse vakken. Hier krijgen studenten de opdracht om via Wikipedia informatie en kennis te zoeken, te delen en te bediscussiëren en hun steentje bij te dragen in de vorm van correcties, aanvullingen en een eigen lemma. Stop alvast dit spiekbriefje in je binnenzak. Elke student leest onderstaande voorbereiding en klikt vervolgens in de inhoudstafel op het vak dat zij of hij volgt.

Overzicht beheerpagina's
Pagina's met betrekking tot Wikipedia-richtlijnen en beleidsvoorstellen

Zie ook Artikelen bewerken
Zie ook Regels en richtlijnen

Voorbereiding 1

- Vraag: Hoe begin je?

- Antwoord: Gestructureerd.

  1. Werk niet anoniem. Maak een nickname aan of werk onder je eigen naam. Met een nick mag je meer fouten maken, maar ze zullen sneller aangepakt worden. Met je eigen naam straal je meer autoriteit uit en je verbindt je bijdragen aan je naam. Google zal je ook terugvinden op die manier. Sommigen vinden dit ok, anderen niet.[1]
  2. Breng de docent én je collega’s op de hoogte van je nick door die hieronder in de juiste klaslijst te plaatsen.
  3. Als nieuwe gebruiker krijg je een gebruikerspagina. Bedoeling is niet dat je die leeg laat: stel je zelf kort voor, schrijf er voorbereidingen, verzamel er interessante links (neem ze onder meer over van de gebruikerspagina van de docent), plaats er werkinstrumenten en afbeeldingen en foto’s.
  4. Als nieuwe gebruiker krijg je een overlegpagina. Hier communiceer en discussieer je. Die pagina's dienen als een soort discussieforum. Ikzelf hou niet zo van het begrip 'discussie'. Een overleg of dialoog lijkt me aangenamer. Afstandsstudenten zijn al erg op zichzelf bezig, wel maak van je overlegpagina een ‘eerder formeel’ communicatiemiddel. Facebook is een ‘informele’ leeromgeving. Wissel onderling die gegevens uit. Verwelkom elkaar bij wijze van oefening op het overleg en onderteken met vier tildes (~ ~ ~ ~), dan komt je naam en het moment van bijdragen er automatisch op.
  5. Lees deze inleiding voor je met de wiki-opdracht begint.
  1. Wikipedia:Wat Wikipedia niet is
  2. Wikipedia:Toch een paar regels
  3. Wikipedia:Conventies
  4. Wikipedia:Relevantie

Voorbereiding 2

  1. De student bekijkt de reportage Wiki’s waarheid en 'De wereld volgens Wikipedia'.
  2. Daarna bekijkt hij of zij dit didactisch filmpje over schrijven en dit om de werkwijze van Wikipedia te leren kennen.
  3. Als je een artikel maakt, doe je dat in twee of drie stappen. Wie dat wil kan eerst offline werken en daarna het artikel opmaken in de eigen kladblok. Heb je het artikel definitief op Wikipedia geplaatst en je wil er nog aan werken, dan kan het met bovenaan deze code {{wiu2}}. De code betekent Werk in Uitvoering en men laat je dan een tijdje met rust. Dan krijg je dit te zien:
Mee bezig
Mee bezig
Aan deze pagina of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.

Wie een actuele gebeurtenis wil beschrijven, kan dit met de code {{nieuws}}. Anderen zullen je dan wel snel helpen.

In dit artikel wordt een actuele gebeurtenis beschreven.
De informatie op deze pagina kan daardoor snel veranderen of inmiddels verouderd zijn.
Veiligheid en technologie... Stap 1. Wie zei dat horloges klokvast waren? Neem je tijd en ga niet overhaast te werk. Wiki betekent wel snel, maar het maken van nieuwe inhouden gebeurt niet raprap.


Studenten AO: Pers & communicatie

Cursus

Pers en media zijn in het sociaal agogische werkveld belangrijke partners. Media en pers ‘denken’ anders, houden er een eigen logica op na. Daarom wordt het communiceren met de pers in het sociaal agogisch werk vaak aan specialisten overgelaten. Deze woordvoerders verzorgen een pro-actieve samenwerking met de audiovisuele en gedrukte media: samenwerken is efficiënter dan dat de pers zelf stappen zet. Hierdoor sleutelen ze doelgericht en doordacht aan de beeldvorming over hun werkveld in de pers en in de alternatieve pers. De cursustekst Pers & communicatie is hier en hier uitgeschreven.

Opdracht

De opdracht is een theoretische en praktische verwerking van de cursus. De studenten verwerken twee boeken uit deze lijst en voegen inzichten en kennis toe aan Wikipedia. Ze maken minstens twee nieuwe lemma's en vullen er een tiental aan. De tekst van een nieuw lemma komt overeen met ongeveer 1A4. De studenten hebben hiervoor ongeveer 20 werkuren.

  • ANTHONISSEN P.F. Stop de pers! Hoe de media werken, hoe werken met de media. Armworstelen met de pers. Lannoo, Tielt, 2005, 267 p.
  • ANTHONISSEN P.F. In de vuurlinie. Armworstelen met de pers. Lannoo, Tielt, 2008, 235 p.
  • BOTTELBERGHS I. Consumensjes. Over kinderen, reclame en communicatie, Lannoo Campus, Tielt, 2007, 134 p.
  • BLOEM J., VAN DOORN & DUIVESTEIN S. Me the Media. Verleden, heden en toekomst van de derde mediarevolutie, VINT, Groningen, 2008.
  • CHRISTAKIS N.A. & FOWLER, J.H. Connected! Waarom geluk besmettelijk is en je vrienden je dik kunnen maken: hoe sociale netwerken bijna elk aspect van ons leven vormgeven. Balans, Amsterdam, 2010.
  • DE BENS E. & RAEYMAECKERS K. De pers in België. Het verhaal van de Belgische dagbladpers gisteren, vandaag en morgen, Lannoo Campus, Tielt, 2010, 523 p.
  • CUSTERS R., DE BONDT B. & SOETE H. Media activisme. EPO, Berchem, 2004, 246 p.
  • DELTOUR, P. Man bijt hond. Over pers, politiek en gerecht. Icarus, Antwerpen, 1996, 167 p.
  • DHOEST A. Populaire televisie. Essays. Acco, Leuven, 2006, 124 p.
  • HELLEMANS F. Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis. Lannoo, Tielt, 2009, 112 p.
  • HOOGHE M., DE SWERT K. & WALGRAVE S. Nieuws op televisie. Acco, Leuven, 2005, 237 p.
  • HOSPES C. & BOLTE G. Guerrilla marketing. Nieuwe sluiproutes naar het hart van je klant, Haystack, Zaltbommel, 2007, 132 p.
  • HUYBRECHTS L. Cross-over. Kunst, media en technologie in Vlaanderen. Lannoo, Tielt, 2008.
  • HUYPENS J. Omgaan met de media is (geen) kinderspel. Politeia, Brussel, 2008, 149 p.
  • IN'T HOUT B. De media methode. Professioneel optreden in de publiciteit. Het Spectrum, Utrecht, 2002, 288 p.
  • KLÖPPING A. Wikileaks. Alles wat je niet mocht weten, Prometheus, Amsterdam, 2011, 135 p.
  • MATHIJS E. & HESSELS W. (Ed.). Waarheid en werkelijkheid. Feitelijke, fictionele en artistieke representaties van de realiteit, VUBPress, Brussel, 2007, 336 p.
  • MERTENS P. Hoe durven ze? Epo, 2011.
  • TAMBUYZER S. & VAN DEN BULCK H. De celebritysupermarkt. EPO, Berchem, 2008, 263 p.
  • VANLERBERGHE P. Burgermedia. Opmars, ervaringen, bedenkingen. Indymedia, Brussel, 2008.
  • NIKKEN P. Mediageweld en kinderen. SWP, Amsterdam, 2007.
  • VANSPAUWEN B. Waarom reclame niet werkt. Lannoo, Tielt, 2001, 143 p.
  • VAN ZEEBROECK T. Let's crossmedia. Of hoe uw reclamegeld beter besteden. www.topcreation.be, 2010, 48 p.
  • VERHOFSTADT D. Media en ethiek. Academia Press, Gent, 2012, 294 p.

Studenten AO: Historische benaderingen / geschiedenis

Doel

  • De student leert het geschiedenisvak van binnenuit kennen door zelf een historisch artikel te produceren.
  • De student leert inschatten wat een relevant onderwerp is.
  • De student zoekt en brengt bronnen samen, refereert ernaar en schrijft een vlotte tekst.
  • De student leert de betrouwbaarheid van Wikipedia en de gebruikte bronnen beoordelen met dit instrument.
  • De student kadert zijn onderwerp in een geheel door interne en extern hyperlinks aan te brengen én door bij andere lemma's verwijzingen te maken naar het nieuwe lemma.
  • De student maakt origineel en relevant beeldmateriaal.

Opdracht

Tijdens het Academiejaar 2014-2015 focust de cursus op het thema Eerste Wereldoorlog en dorpsgeschiedenis'. De student verkent een onderwerp dat hij uitdiept in de plaatselijke bibliotheek, in de heemkring en/of op internet. Het onderwerp is een begrip, een activiteit of een ambacht, dorpswijk, een gebouw of een instelling, een archeologische site, een bekend (bovenlokaal) personage, een feit of gebeurtenis. Het onderwerp heeft nog geen lemma op Wikipedia.

Voorbeelden

Deze lemma's tonen het verwachte 'niveau' van je artikel.

Kies een relevant onderwerp

Voorwaarde is dat het onderwerp relevant moet zijn om in Wikipedia opgenomen te worden. De relevantie is aan te tonen met betrouwbare bronnen (dus geen origineel onderzoek via interviews of in archieven). Zonder betrouwbare bronnen mag een artikel niet. Klik hier om te zien wat Wikipedia 'relevant' vindt. Het bepalen van het onderwerp is essentieel opdat je project zou slagen. Zoek in je stadsbibliotheek (of via de rode linken) een relevant onderwerp en mail dat naar de docent. Motiveer ook waarom het onderwerp je interesse wegdraagt én waarom het relevant is voor anderen. Documenteer je via boeken en via wat er reeds op Wikipedia en internet te vinden is en plaats die bronnenlijst in de mail. Na de toestemming ga je offline aan de slag. Als je tevreden bent over het resultaat, plaats je het online en zorg je voor de opmaak.

Werkwijze

  1. VERKEN je onderwerp via boeken, de bibliotheek, websites en Wikipedia. Waar de student op Wikipedia onnauwkeurigheden ontdekt (inhouden of spelling) brengt hij naar eigen inzicht correcties aan. Het gaat om vijftig (of meer) kleine correcties in artikels in verband met je (brede) onderwerp. Begin hiermee, dit is makkelijk. Maak geen slagveld van de tekst waarin je werkt. Hou de tips uit de schrijftraining in je achterhoofd. Begin je zoektocht op het het Portaal:Eerste_Wereldoorlog.
  2. BEZOEK een museum waarvan je denkt dat het je zal documenteren over je onderwerp. Kies het in de Belgische Museumlijst én geef de Wikipediapagina van dat museum een onderhoudsbeurt. Vul ze aan met info, tussentitels interne en externe links (deze laatste onderaan de tekst, niet in de tekst), boeken, fotomateriaal in een galerij... Zorg dat de al dan niet bestaande museumpagina groeit. Wees niet bondig. Dit is stap twee.
  3. MAAK één of twee nieuwe lemma's die niet aan bod komen in Wikipedia. Doe die niet in het begin. Uit ervaring weet ik dat het starten van een nieuw artikel frustratie kan oproepen. Argumenten nemen het dan tegen elkaar op. Het artikel is te snel gelanceerd, versus het artikel krijgt geen ontwikkeltijd..., zelfpromotie of reclame versus of niet relevant zijn argumenten die een lemma na twee weken vernietigen. Laat je niet van de wijs brengen en begin met deze inleiding. Een goede startershandleiding vind je hier. Lees die en maak je artikel off-line en daarna in de kladblok. De tijd van wikipedia als experimenteerruimte is voorbij. Wie meer schrijftips wil, leest ze in dit tweede deel van de schrijfcursus en in de Wikipedia:Richtlijnen. Lezen kan frustratie besparen. Respecteer het auteursrecht en ga na hoe je kan citeren en refereren. Voeg minstens één foto/afbeelding toe. Hoe je dit doet, lees je wel ergens.

Afwerking en punten

Het aantal punten stijgt naarmate de kwaliteit en kwantiteit toeneemt inzake tekst, relevante afbeeldingen, inhoudstafels, referenties, bibliografische gegevens, interne en externe links... Om misverstanden te voorkomen, maak je, als je klaar bent een fysieke afspraak met de docent. Tijdens een samenkomst toon je in 15 minuten je bijdrage.

Deelnemers

De deelnemers plaatsen hier alfabetisch hun naam en mailen de docent hun onderwerp.

Galle Katty

Studenten AO BaMV2: Beeld

Inleiding

In de enge zin verwijst de naam 'beeldcultuur' naar audiovisuele producten en de productie ervan. Daarnaast verwijst de term naar een bewustzijn inzake kunst en fotografie, architectuur en grafische vormgeving, publiciteit en reclame, pop, decorbouw, (teken)film, strip en cartoon, kleding en mode, dans en theater. Kortom, beeldcultuur is op te vatten in de twee betekenissen van ‘cultuur’: het omvat zowel creaties als een mentaliteit. Die beeldcultuur behoort tot de dagelijkse werkomgeving. Via beelden worden informatieve en documentaire, exploratieve en culturele mogelijkheden regelmatig aangewend. Alles wat met "zien" te maken heeft, zelfs met andere vakken (waarnemingspsychologie, kleurenleer, esthetica, lay-out…) staat in deze cursus centraal, want om te leren moet men eerst leren waarnemen, het belangrijke onderscheiden. Beelden worden door verschillende personen verschillend geïnterpreteerd. Niet dat een oneindig aantal interpretaties mogelijk is, maar afhankelijk van de voorkennis zullen de beelden op andere wijzen verstaan worden. Desalniettemin wordt, wie wil werken met audiovisuele media en beeldcultuur vaak met dezelfde soort problemen geconfronteerd:

  • Weinig inzicht in de audiovisuele ‘taal’;
  • Afwezigheid van een instrumentarium bij het beoordelen van kwaliteit;
  • Schaarse achtergrondinformatie over de problematiek van de beeldcultuur en de audiovisuele media;
  • Weinig ervaring met de technische mogelijkheden en de planmatigheid die vereist is bij het creëren van een audiovisueel product.

Doel

Daarom focust deze ‘stoomcursus’ op elementaire criteria en beoogt om de volgende doelstellingen te realiseren.

  1. De student verwerft inzicht in de audiovisuele ‘taal’;
  2. De bachelor kan videoproducties beoordelen op hun kwaliteit;
  3. De bachelor verwerft inzicht in de problematiek van de beeldcultuur en de audiovisuele media;
  4. De bachelor kan de camera hanteren en verwerft inzicht in de planmatige opbouw van audiovisuele producties.

Cursus

De cursus bestaat uit:

De inleiding media-educatie

  1. Hoofdstuk 1: beeldtaal
  2. Hoofdstuk 2: belichting
  3. Hoofdstuk 3: esthetische compositie,
  4. Hoofdstuk 4: cameravoering
  5. Hoofdstuk 5: mise-en-scène
  6. Hoofdstuk 6: script (film en televisie) en
  7. Hoofdstuk 7: montage.

De tekst is hier na te lezen, te downloaden en uit te printen.

Opdracht en evaluatie

Op basis van deze teksten maak je drie opdrachten:

Tussenstap: kies een onderwerp waar je toegang toe hebt. Als je er niet 'in' komt, kan je er niet over schrijven. Deze foto is van Jacob Riis, een sociaal geëngageerde Deen in New York, twee eeuwen terug.

Filmbespreking

Je bespreekt op basis van de cursus een film, een regisseur of een fotograaf waarover op Wikipedia geen lemma bestaat. Je kan zelf een voorstel doen of je kan kiezen uit deze lijsten.

Je schrijft een vormelijk verslag. Dit wil zeggen dat niet de levensloop van een persoon voorop staat, maar zijn of haar stijl. Bij een film wil dat zeggen dat je niet de inhoud van het verhaal vertelt, maar hoe het verhaal in beeld is gebracht. Een voorbeeld van zo'n vormelijk filmverlag bekijk je hier.

Een kortfilm

Je maakt een kortfilm (van minimum 1 minuut en maximum 2 minuten) die gepubliceerd wordt op Youtube over de Eerste Wereldoorlog. Studenten die samenwerken, vermenigvuldigen de duur met het aantal groepsleden. Doorloop alle fasen chronologisch: maak een synopsis, schrijf een scenario, maak een draaiboek en een draaiplan. Ga op locatie, film en monteer je product en publiceer het op Youtube. Zorg voor auteursrechten vrije muziek. Die is overvloedig te vinden.

Fotomontage

Maak een documentaire reeks van 24 foto's over de Eerste Wereldoorlog in je stad of dorp die je publiceert op Wikicommons. Bij je reeks hoort ook een document voor de docent waarbij je elke foto beschrijft aan de hand van een je de beeldelementen en aantoont dat je de beeldtaal, de belichting, de esthetische compositie, de cameravoering en de mise-en-scène. De opdrachten overleg je op voorhand met de docent.

Deelnemers

In alfabetische volgorde:

Gebruiker: Ilie Cremers

  • Opdracht 1= Filmregisseur Joe D'amato
  • Opdracht 2= Kortfilm over de Slag om de Ijzer (samen met collega-student Gebruiker:Christof Raym
  • Opdracht 3= Fotomontage 'eer aan mijn overgrootvader voor zijn bijdrage aan ons land in de grote oorlog'

Gebruiker:Christof Raym

  • Opdracht 1= Filmregisseur Menahem Golan
  • Opdracht 2= Kortfilm over de Slag om de Ijzer (samen met collega-student Gebruiker:Ilie Cremers)
  • Opdracht 3= Fotomontage begraafplaatsen van de slachtoffers van de Slag om Sint-Magriete-Houtem

-

Studenten BaMV2: Beeld

Inleiding

In de enge zin verwijst de naam 'beeldcultuur' naar audiovisuele producten en de productie ervan. Daarnaast verwijst de term naar een bewustzijn inzake kunst en fotografie, architectuur en grafische vormgeving, publiciteit en reclame, pop, decorbouw, (teken)film, strip en cartoon, kleding en mode, dans en theater. Kortom, beeldcultuur is op te vatten in de twee betekenissen van ‘cultuur’: het omvat zowel creaties als een mentaliteit. Die beeldcultuur behoort tot de dagelijkse werkomgeving. Via beelden worden informatieve en documentaire, exploratieve en culturele mogelijkheden regelmatig aangewend. Alles wat met "zien" te maken heeft, zelfs met andere vakken (waarnemingspsychologie, kleurenleer, esthetica, lay-out…) staat in deze cursus centraal, want om te leren moet men eerst leren waarnemen, het belangrijke onderscheiden. Beelden worden personen verschillend geïnterpreteerd. Niet dat een oneindig aantal interpretaties mogelijk is, maar afhankelijk van de voorkennis zullen de beelden op andere wijzen verstaan worden. Desalniettemin wordt, wie wil werken met audiovisuele media en beeldcultuur vaak met dezelfde soort problemen geconfronteerd:

  • Weinig inzicht in de audiovisuele ‘taal’;
  • Afwezigheid van een instrumentarium bij het beoordelen van kwaliteit;
  • Weinig ervaring met de technische mogelijkheden en de planmatigheid die vereist is bij het creëren van een audiovisueel product.

Doel

Daarom focust deze ‘stoomcursus’ op elementaire criteria en beoogt om de volgende doelen.

  1. De student verwerft inzicht in de audiovisuele ‘taal’;
  2. De bachelor kan videoproducties beoordelen op hun kwaliteit;
  3. De bachelor kan de camera hanteren en verwerft inzicht in de planmatige opbouw van audiovisuele producties.

Cursus

De cursus bestaat uit:

De inleiding media-educatie

  1. Hoofdstuk 1: beeldtaal
  2. Hoofdstuk 2: belichting
  3. Hoofdstuk 3: esthetische compositie
  4. Hoofdstuk 4: filmtechnieken
  5. Hoofdstuk 5: cameravoering
  6. Hoofdstuk 6: mise-en-scène
  7. Hoofdstuk 7: script (film en televisie) en
  8. Hoofdstuk 8: montage.

De tekst is hier na te lezen, te downloaden en uit te printen.

Opdracht en evaluatie

Op basis van deze teksten maak je één opdracht:

Tussenstap: kies een onderwerp waar je toegang toe hebt. Als je er niet 'in' komt, kan je er niet over schrijven. Deze foto is van Jacob Riis, een sociaal geëngageerde Deen in New York, twee eeuwen terug.

Een kortfilm

Je maakt in een groep van 5 of 6 personen een kortfilm (van 5 minuten) die gepubliceerd wordt op Youtube, een trailer van 35 seconden en een kortfilm over de eerste lesdag op school. Academiejaar 2014-2015 is het thema 'radicalisering'. Het onderwerp wordt de eerste lesdag toegelicht. Doorloop alle fasen chronologisch: maak een synopsis, schrijf een scenario, maak een draaiboek en een draaiplan. Ga op locatie, film en monteer je product en publiceer het op Youtube. Bij je film hoort ook een document voor de docent waarbij je elke scène inhoudelijk (tekst) en vormelijk (beeldtaal, de belichting, de esthetische compositie, de cameravoering en de mise-en-scène) beschrijft.

Bijlage

Studenten AO: Cybercrime

Stap 2. Leg je naslagwerken rond je, open internet, zorg voor een aangenaam werkklimaat. Koffie?

Inleiding

De cursus probeert om een actueel overzicht te geven van de schaduwkanten van de netwerksamenleving en de ethische maatschappelijke discussie die hierbij aansluit. Het seminarie focust daarbij op het auteursrecht, vrije meningsuiting, twijfelachtige en bedenkelijke informatie, cyberpesten en -stalken, pornografie, racisme, smaad, laster en eerroof, de digitale kloof, gamen en geweld, het potentieel en het gevaar van sociale netwerksites en de (on)wenselijkheid van een on-line ordehandhaving.[2] De ‘Community Survey on ICT usage in Households and by Individuals’ (2010) schrijft dat één op drie Vlaamse internetters het afgelopen jaar geconfronteerd werd met veiligheidsproblemen zoals computerinfectie, misbruik van persoonlijke info, schending van privacy, financiële schade of het in contact komen van kinderen met ongeschikte sites of potentieel gevaarlijke personen. Als we spam erbij rekenen, komen we tot hogere percentages. De Vlaming scoort in de EU hoog voor het vermijden van risicovolle toepassingen en het gebruiken van veiligheidstools om de pc te beschermen. Het updaten gebeurt iets minder bij de Vlaamse dan bij de EU-bezitters. Lees het volledige artikel.

De vakinhoud

Bekijk de Panorama-reportage 'Cyberwar.be' van 31 mei 2012 over cyberterrorisme (beschikbaar in de bieb op DVDIPSOC875 of op streaming (impulscentrum). Verder bekijk je de uitgebreide theorie op Slideshare, allerhande interessante documenten ontsluiten zich via Delicious. Wie een account aanmaakt op slideshare kan de presentatie downloaden, wie een account aanmaakt op delicious kan documenten toevoegen. Verder gebruiken we de on-line encyclopedie als onafgewerkte cursustekst. De studenten informeren zich en nemen alle onderstaande categorieën en hun lemma’s (dit zijn de trefwoorden in de encyclopedie) door.

Wie zelf interessante categorieën vindt, voegt die toe.

Stap 3. Documenteer je op allerlei wijzen en maak een kladversie die je laat groeien. Een goede plaats daarvoor is bijvoorbeeld op je gebruikerspagina.

Aan de slag

Waar de student op wikipedia onnauwkeurigheden ontdekt, inhoudelijk of naar spelling, kan hij naar eigen inzicht correcties aanbrengen. Bedoeling is om:

  1. Vijftig (of meer) kleine correcties aan te brengen in bovenstaande artikels: spellingsfouten of onderwerp een artikel aan de Elsschotproef. Begin hiermee, dit is makkelijk. Maak geen slagveld van de tekst waarin je werkt. Hou de tips die je in de schrijftraining kreeg, in je achterhoofd.
  2. Vijf bestaande pagina’s aan te vullen met relevante informatie, tussentitels interne en externe links (deze laatste alleen onderaan de tekst, niet in de tekst), boeken, fotomateriaal... Zo zorg je dat bestaande artikels groeien. Wees niet te bondig, overdrijf ook niet. Neem dit als tweede stap. Documenteer je via websites en de aanbevolen cursusliteratuur.
  3. Eén compleet nieuw lemma toe te voegen, een trefwoord dat past in E-veiligheid en hier niet aan bod komt. Doe die niet in het begin. Uit ervaring weet ik dat het starten van een nieuw artikel frustratie kan oproepen. Argumenten nemen het dan tegen elkaar op. Het artikel is te snel gelanceerd, versus het artikel krijgt geen ontwikkeltijd..., zelfpromotie of reclame versus of niet relevant zijn argumenten die een lemma na twee weken vernietigen. Laat je niet van de wijs brengen en begin met deze inleiding. Een goede starters handleiding vind je hier. Lees die door en maak je artikel off-line. De tijd van wikipedia als experimenteerruimte is voorbij. Wie meer schrijftips wil, leest ze in dit tweede deel van de schrijfcursus en in de Wikipedia:Richtlijnen. Lezen bespaart frustratie. Respecteer het auteursrecht en ga na hoe je juist kan citeren en refereren. Voeg minstens één foto/afbeelding toe die je zelf maakte. Hoe je dit doet, lees je ergens op wikipedia. Gebruik minstens twee goede boeken over E-Veiligheid, waar je gepast naar verwijst en opneemt in je bibliografie onderaan. Inspiratietip: kijk in de Engelstalige versie, misschien bestaat het lemma niet in het Nederlands.
Stap 4: Onderwerp de teksten die je leest aan de Elsschotproef. Het maakt je teksten alleen maar beter. Bekijk ook deze educatieve insteek.

Punten

Als de drie bovenstaande elementen (en hun onderdelen) vervuld zijn, krijg je 10/20. Het aantal punten stijgt naarmate de kwaliteit en kwantiteit toeneemt inzake tekst, relevante afbeeldingen, inhoudstafels, referenties, bibliografische gegevens, interne en externe links... Om misverstanden te voorkomen, maak je, als je klaar ben per mail of telefonisch een fysieke afspraak met de docent. Tijdens een samenkomst toon je in 15 minuten zijn of haar bijdrages. De samenkomst is uiteraard op een dag dat je al op school bent.

Bibliografie

  • CASTELLS M. Communication power. University Press, Oxford, 2011.
  • DE PAUW E. Me, myself and my space. Over internet, informatieververgaring en privacy. In: BRUGGEMAN W., VAN EERT A. & VAN VELDHOVEN A. (Eds.). What's in a name? Identiteitsfraude en -diefstal. Maklu, Antwerpen, 2012, p. 91-111.
  • DE PAUW, E. Jongeren en digitale media. Over de kansen, risico’s en de rol van de politie. Lezing gehouden tijdens studiedag CPS: “CSI – een fictie of non-fictie programma. Is nieuwe technologie bruikbaar in ons politielandschap? Blairon Campus, Turnhout, 20 oktober 2011.
  • DE PAUW E. (Ed). Veilig online. Over sociale controle bij netwerksites. In: Themanummer, Orde van de Dag, Kluwer, 2010.
  • DE PAUW E. Sociale controle in online gemeenschappen. Een taak van de overheid of volstaat zelfregulering? In: Orde van de Dag, Kluwer, 49, 2010, 5-15.
  • DE PAUW E. & PLEYSIER S. Schuilt in ieder gamer een moordenaar? Videospelletjes als evidente zondebok. In: Crimelink, 1, 1, 2008, 16-19.
  • DE PAUW E., PLEYSIER S., VAN LOOY J. & SOETAERT R. (Eds.). Jongeren en Gaming. Over de effecten van games, nieuwe sociale netwerken en educatieve kansen, Acco, Leuven, 2008.
  • PLEYSIER S. & WYDOOGHE B. Stuck in the middle. The thin line between virtual and real violence. Paper presented at the British Society of Criminology (BSC) Conference, London School of Economics, 18-20 September 2007.
  • WYDOOGHE B. & PLEYSIER S. Dansen op de vulkaan. Over geweld in films & games. In: De gids op maatschappelijk gebied, 97 (2006), 9, 3-11.
  • WYDOOGHE B. & PLEYSIER S. Geweld in films & games. In: CineMagie, 257, winter 2006, 4-10.
  • WYDOOGHE B. & PLEYSIER S. Game over. Over game- en filmgeweld, over angst en onzekerheid. Garant, Antwerpen, 2007.
  • WYDOOGHE B. Game on! We krijgen er niet genoeg van, viWTA-Dossier 14, Brussel, 2008.
  • WYDOOGHE B. Weerbaar, veerbaar en eerbaar in cyberspace. Van digitale flirt tot cyberstalking. In: DE PAUW E. Orde van de dag, criminaliteit en samenleving. Thema Veilig online, over sociale controle bij netwerksites. Kluwer, maart 2010, nr. 49.
  • WYDOOGHE B. Waarde redactie. Verslaafd aan internet. In: De Standaard, 13 & 14 februari 2010.
  • WYDOOGHE B. & PLEYSIER S. Me and my Beretta. In: De Morgen, 14 maart 2009.
  • WYDOOGHE B. & PLEYSIER S. Het manifest van de angst. Spoken van geweld, veiligheid & risico, controle & technologie. Katho, Ipsoc, Kortrijk, 2010.

Deelnemers

Vul hier je gebruikersnaam in en het onderwerp of lemma dat je wil starten.

Stefbry : De nieuwe politie (boek van Steven de Smet)


Stefbry : De nieuwe politie (boek van Steven de Smet)

Studenten Regulier: Cybercrime

Stap 5. Werk samen, lees en corrigeer elkaars bijdragen. Alle studenten van deze cursus op de klasfoto.

Inleiding

De cursus begint met een test. Zelfkennis is het begin van alle wijsheid. Ontdek die hier en 'challenge' hoe bewust je omgaat met bedreigingen op het internet. kijk ook op https://www.security.nl.

En Cybercrime begon met de “Bistel”-zaak. Die opende in België het debat rond Cybercrime. Het Belgian Information System By Telephone was een federale databank en een communicatiesysteem. Een medewerker van de eerste minister verschafte zich in 1988 de toegang met het paswoord van de premier en nam kennis van vertrouwelijke info. De Correctionele Rechtbank veroordeelde hen op drie gronden: 1. Valsheid in geschrifte, een paswoord was een geschrift. 2. Diefstal van computerenergie en 3. Verduistering van de aan de RTT toevertrouwde mededelingen. Twee-derden van de uitspraak werd in beroep ongedaan gemaakt. Een paswoord bleek geen geschrift (artikel 193 Sw) en hackers hebben niet de intentie computerenergie te stelen. De beklaagden werden veroordeeld op basis van de RTT-Wet. die dateerde uit 1930. De uitspraak toont dat de Belgische regelgeving niet aan computer-gerelateerde misdrijven was aangepast.

De cursus Cybercrime geeft een actueel overzicht van de schaduwkanten van de netwerksamenleving en de ethische maatschappelijke discussie die hierbij aansluit.[3] Het seminarie focust op:

  1. Internethistoriek
    1. Cyberspace
    2. Informatiesamenleving
    3. Onafhankelijkheidsverklaring van Cyberspace
    4. Informatievaardigheden
    5. Six degrees of separation-theorie (Frigyes Karinthy)
  2. Materieel cyberstrafrecht en Computercriminaliteit
    1. Valsheid in informatie
    2. Hacking
    3. Informaticabedrog
    4. Internetsabotage
    5. Kinderporno en pedofilie
    6. Spamming
    7. Internetfraude
      1. Pharming
      2. Phishing
      3. Spyware
      4. Acquisitiefraude
      5. Nep-virusscanner
      6. Ransomware
      7. Faker
      8. Nigeriaanse oplichting
      9. Zakenkans de Multi Level Marketing
      10. Koersmanipulatie
      11. PayPal
      12. Spoofing
      13. Klikfraude
      14. Misbruik van advertenties, netwerksites, vacaturesites, contactadvertentiesites
      15. Geldtransacties
      16. Loterijen of kansspelen
      17. Erfenissen
      18. Exotische investeringen
      19. Paspoorten, visa, documenten
      20. Kopen en verkopen
  3. Spionage en oorlogsvoering
    1. Klokkenluiders
    2. Wikileaks
    3. Anonymous
    4. Internetactivisme
    5. Informatielekken
    6. Censuur
    7. Staatsveiligheid en internet
    8. Virtuele spionage
    9. Vijftigcentleger
    10. Draagbaar vaderland
    11. Cyberoorlog
    12. Syrisch elektronisch leger
  4. Auteursrechten
  5. Sociale media en rampen
    1. Noodweer tijdens Pukkelpop 2011
  6. Privacy
  7. Toekomst en futurologie
    1. Web 3.0
    2. Web 4.0: Internet of Things
    3. Web 5.0: Cyborg
    4. Robot’s
  8. Gaming
    1. Game over (boek)
    2. Game on (boek)
    3. Verslaving
    4. Sociale media en sociale netwerksites
    5. Oorlog / AA - Nazigames
    6. De partygame We Dare
  9. Stroomafkoppeling
  10. Radicalisering
    1. Nieuwsmedia
    2. IS
    3. Cyberpesten (web 2.0)
    4. Racisme
    5. stalken
    6. Pornografie
    7. Smaad, Laster en Eerroof
    8. Negationisme
    9. Sexting
    10. Cyber-balkanisering
  11. Burgermedia
    1. Vrije meningsuiting
    2. Twijfelachtige en bedenkelijke informatie
    3. Bloggen
    4. Burgerverslaggeving bij crisissen
    5. Burgerverslaggeving bij criminaliteit
    6. Hacktivisme
  12. Digitale kloof
  13. On-line ordehandhaving
    1. Cybercrime-verdrag van de Raad van Europa (2001)
    2. De nieuwe politie (boek van Steven de Smet)
    3. Wet inzake de informaticacriminaliteit van 28 november 2000
    4. Sinds 1993 kent Nederland een Wet Computercriminaliteit. Sinds 2001 is in het Belgische Strafwetboek dit van toepassing: Boek II, Titel IXbis: misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen.
    5. Internettap
    6. Telefoontap
    7. Dataretentie
    8. Fysieke recovery
    9. Mobile mapping
      1. T500-Camera
      2. ThruVision
    10. De Yahoo-zaak
  14. Digitale recherche en geheime diensten
    1. FCCU - RCCU
    2. Utah Data Center
    3. Cyber Defence Navo
    4. Cert.be
    5. Comprehensive National Cybersecurity Initiative
    6. NSA (National Security Agency)
    7. U.S. Cyber Command
    8. European Cybercrime Centre
    9. J-Cat
  15. Auteurs, hactivisten...
    1. Evgeny Morozov
    2. Bart Preneel
    3. Luc Beirens
    4. Hans Schnitzler
    5. Ben Caudron
    6. Dirk Verhofstadt
    7. Dimitri Tokmetzis
    8. Steven de Smet.
  16. Bijlages

Advanced Persistent Threat, Arabische Lente, Black Hat, Botnet, Dark Comet, FinSpy, Fox-IT, Hydraq-trojan die Google viseerde, Lektober, Panda Cloud Antivirus, Splinternet, Stuxnetworm die Iran viseerde, VK (sociaal netwerk), Zeus (Trojaans paard). Zie ook: de publicatie http://www.infopuntveiligheid.nl/Infopuntdocumenten/201406%20IFV%20VDMMP%20SocialeMedia%20veranderen%20het%20veiligheidsdomein.pdf toont hoe social media het veiligheidsdomein veranderen.

  1. Sites

De uitgebreide theorie bekijk je op Slideshare, allerhande documenten ontsluiten zich via Delicious. Wie een account aanmaakt op Slideshare kan de presentatie downloaden, wie een account aanmaakt op delicious kan documenten toevoegen. Verder gebruiken we de on-line encyclopedie als onafe cursus. De studenten informeren zich en nemen alle onderstaande categorieën en hun lemma’s (dit zijn de trefwoorden in de encyclopedie) door. Een onderwerp vinden ze in of voegen ze toe aan deze categorieën:

Verder uit de Engelstalige Wikipedia:

Aan de slag

Waar je (in verband met de cursus, uiteraard) onnauwkeurigheden ontdekt, inhoudelijk of naar spelling, kan je naar eigen inzicht correcties aanbrengen. Bedoeling is om:

Bestand:ACJCameraWoman.jpg
Stap 6. Zorg voor goede illustraties bij je artikel. Maak ze zelf en load ze op naar wikicommons Foto van Alfred Cheney Johnston, voor 1920.
  1. Vijftig (of meer) kleine correcties aan te brengen in bovenstaande artikels en de artikels van de studenten die jullie voorgaan: spelfouten of onderwerp een artikel aan de Elsschotproef. Begin hiermee, dit is makkelijk. Maak geen slagveld van de tekst waar je in werkt. Hou de schrijftips in je achterhoofd.
  2. Vijf bestaande pagina’s aan te vullen met relevante informatie, tussentitels, interne en externe links (deze laatste alleen onderaan de tekst, niet in de tekst), boeken, fotomateriaal... Zo zorg je dat bestaande artikels groeien. Wees niet te bondig, overdrijf ook niet. Neem dit als tweede stap. Documenteer je via websites en de cursusliteratuur.
  3. Eén compleet nieuw lemma toe te voegen, een trefwoord dat past in E-veiligheid en hier niet aan bod komt. Doe dit niet in het begin. Het starten van een nieuw artikel kan frustratien oproepen. Argumenten nemen het dan tegen elkaar op. Het artikel is te snel gelanceerd, versus het artikel krijgt geen ontwikkeltijd..., zelfpromotie of reclame versus of niet relevant zijn argumenten die een lemma na twee weken vernietigen. Laat je niet van de wijs brengen en begin met deze inleiding. Een goede starters handleiding vind je hier. Lees die door en maak je artikel off-line. De tijd van wikipedia als experimenteerruimte is voorbij. Wie meer schrijftips wil, leest ze in dit tweede deel van de schrijfcursus en in de Wikipedia:Richtlijnen. Lezen kan frustratie besparen. Respecteer het auteursrecht en ga na hoe je juist kan citeren en refereren. Voeg minstens één foto/afbeelding toe die je zelf maakte. Hoe je dit doet, lees je ergens op wikipedia. Gebruik minstens twee goede boeken over E-Veiligheid, waar je gepast naar verwijst en opneemt in je bibliografie onderaan. Inspiratietip: kijk in de Engelstalige versie, misschien bestaat het lemma nog niet in het Nederlands.

Bibliografie

Dertig bladzijden naar keuze uit:

  • CAUDRON B. Niet leuk. Mijmeringen over nieuwe media, mensen en macht, Pelckmans, Kalmthout, 2012.
  • DE PAUW E. & PLEYSIER S. Schuilt in ieder gamer een moordenaar? Videospelletjes als evidente zondebok. In: Crimelink, 1, 1, 2008, 16-19.
  • DE PAUW E. (Ed). Veilig online. Over sociale controle bij netwerksites. In: Themanummer, Orde van de Dag, Kluwer, 2010.
  • DE PAUW E. Sociale controle in online gemeenschappen. Een taak van de overheid of volstaat zelfregulering? In: Orde van de Dag, Kluwer, 49, 2010, 5-15.
  • DE PAUW E., PLEYSIER S., VAN LOOY J. & SOETAERT R. (Eds.). Jongeren en Gaming. Over de effecten van games, nieuwe sociale netwerken en educatieve kansen, Acco, Leuven, 2008.
  • DE SMET S. De nieuwe politie. Lannoo, Tielt, 2012.
  • KERKHOFS J. Cybercrime. Politeia, Brussel, 2013.
  • MOROZOV E. Om de wereld te redden, klik hier. De Wereld, Tilburg, 2013.
  • PLEYSIER S. & WYDOOGHE B. Stuck in the middle. The thin line between virtual and real violence. Paper presented at the British Society of Criminology (BSC) Conference, London School of Economics, 18-20 September 2007.
  • SCHNITZLER H. Sociale media bedreigen onze veiligheid. Essay de gevaren van een digitale samenleving. In: Crimelink, over misdaad en veiligheid, september 2011, jg. 4, nr. 3.
  • Themanummer Panopticon over Nieuwe Sociale media, mei-juni 2012.
  • TOKMEZIS D. De digitale schaduw. Hoe het verlies van privacy en de opkomst van digitale profielen uw leven beïnvloeden, Spectrum, Antwerpen, 2012.
  • VERHOFSTADT D. Media en ethiek. Academia Press, Gent, 2012.
  • WYDOOGHE B. & PLEYSIER S. Het manifest van de angst. Spoken van geweld, veiligheid & risico, controle & technologie. Katho, Ipsoc, Kortrijk, 2010.
  • WYDOOGHE B. & PLEYSIER S. Dansen op de vulkaan. Over geweld in films & games. In: De gids op maatschappelijk gebied, 97 (2006), 9, 3-11.
  • WYDOOGHE B. & PLEYSIER S. Geweld in films & games. In: CineMagie, 257, winter 2006, 4-10.
  • WYDOOGHE B. & PLEYSIER S. Game over. Over game- en filmgeweld, over angst en onzekerheid. Garant, Antwerpen, 2007.
  • WYDOOGHE B. & PLEYSIER S. Me and my Beretta. In: De Morgen, 14 maart 2009.
  • WYDOOGHE B. Weerbaar, veerbaar en eerbaar in cyberspace. Van digitale flirt tot cyberstalking. In: DE PAUW E. Orde van de dag, criminaliteit en samenleving. Thema Veilig online, over sociale controle bij netwerksites. Kluwer, maart 2010, nr. 49.
  • WYDOOGHE B. Game on! We krijgen er niet genoeg van, viWTA-Dossier 14, Brussel, 2008.
  • WYDOOGHE B. Waarde redactie. Verslaafd aan internet. In: De Standaard, 13 & 14 februari 2010.

Punten

Stap 7. Schrijven maar, al dan niet zoals deze typiste met een maskertje uit New York op 16 oktober 1918, ten tijde van de pandemie de Spaanse griep, toen men geloofde ziek te worden van documenten en toebehoren. De foto komt uit het Nationale Archief van College Park, MD. Record nr. 165-WW-269B-16.

Als de drie bovenstaande elementen (en hun onderdelen) vervuld zijn, krijg je 10/20. Het aantal punten stijgt naarmate de kwaliteit en kwantiteit toeneemt inzake tekst, relevante afbeeldingen, inhoudstafel, referenties, bibliografie, en links... De opdracht is klaar op vrijdag 19 december 2014, de indiendatum voor de tweede zittijd is 17 augustus 2015. Op het examenrooster staat dit vak geprogrammeerd in januari 2015. Tijdens die samenkomst toon je in 15 minuten je bijdrages.

Deelnemers

Studenten Bijscholing: Schrijftraining

Stap 8. Deel je werk met de wereld en volg je artikel. Van de aanvullingen die er regelmatig gemaakt worden, leer je ontzettend veel bij.

Deelnemers

Tim Lefevre

Vakinhoud

De studenten vinden deze cursus onder de lemma's schrijven en schrijfstijl en beperken zich niet tot het gebruik van deze twee lemma's. Ze kunnen aan de slag na het bekijken hoe bondige teksten beter scoren.

Opdracht

Waar de student op wikipedia onnauwkeurigheden ontdekt, inhoudelijk of naar spelling, kan hij naar eigen inzicht correcties aanbrengen. Bedoeling is om:

  1. Vijftien (of meer) kleine correcties aan te brengen in artikels: spellingsfouten of onderwerp een artikel aan de Elsschotproef. Begin hiermee, dit is makkelijk. Maak geen slagveld van de tekst waar je in werkt. Hou de tips die je in de schrijftraining kreeg, in je achterhoofd.
  2. Twee bestaande pagina’s aan te vullen met relevante informatie, tussentitels interne en externe links (deze laatste alleen onderaan de tekst, niet in de tekst), boeken, fotomateriaal... Zo zorg je dat bestaande artikels groeien. Wees niet te bondig, overdrijf ook niet. Neem dit als tweede stap. Documenteer je via websites en literatuur.
  3. Eén compleet nieuw lemma toe te voegen, een trefwoord naar keuze. Doe die niet in het begin. uit ervaring weet ik dat het starten van een nieuw artikel frustratie kan oproepen. Argumenten nemen het dan tegen elkaar op. Het artikel is te snel gelanceerd, versus het artikel krijgt geen ontwikkeltijd..., zelfpromotie of reclame versus of niet relevant zijn argumenten die een lemma na twee weken vernietigen. Laat je niet van de wijs brengen en begin met deze inleiding. Een goede starters handleiding vind je hier. Lees die door en maak je artikel off-line. De tijd van wikipedia als experimenteerruimte is voorbij. Wie meer schrijftips wil, leest ze in dit tweede deel van de schrijfcursus en in de Wikipedia:Richtlijnen. Lezen kan frustratie besparen. Respecteer het auteursrecht en ga na hoe je juist kan citeren en refereren. Voeg minstens één foto/afbeelding toe die je zelf maakte. Hoe je dit doet, lees je ergens op wikipedia, en hebben we uitgelegd in de les.
  4. Wie zelf geen onderwerp kan bedenken kiest uit deze lijst een onderwerp om uit te werken tot een artikel van ongeveer 500 woorden.[4] Inspiratietip: kijk in de Frans- of Engelstalige versie, misschien bestaat het lemma niet in het Nederlands.

De cursus

De cursus is hier na te lezen of te downloaden.

Punten

Als de 3 bovenstaande elementen (en hun onderdelen) vervuld zijn, krijg je 10/20. Het aantal punten stijgt naarmate de kwaliteit en kwantiteit toeneemt inzake tekst, relevante afbeeldingen, inhoudstafels, referenties, bibliografische gegevens, interne en externe links... Om misverstanden te voorkomen, maak je, als je klaar ben per mail of telefonisch een fysieke afspraak met de docent. Tijdens een samenkomst toon je in 15 minuten zijn of haar bijdrages. De samenkomst is uiteraard op een dag dat je al op school bent. Zo, dat is een hele boterham. Ik wens jullie veel succes met deze opdracht die normaliter in januari af zal zijn. Wie met vragen zit, of problemen heeft, hoeft zich niet te generen om te passeren of te mailen.

Bijlage

Wat als het echt niet lukt

Lukt het je maar niet -ook na overleg met de docent - om je tekst op wikipedia te zetten, dan kan je altijd terecht op het Wikipedia:Coachingsprogramma. Vrijwillige Wikipedianen begeleiden je op je eerste stappen.

Virtuele lessen

Spreken in het openbaar

Boeken

Elsschotproef

Schrijven is schrappen. De Elsschotproef zorgt dat de essentie overblijft.

De Elsschotproef is een schrijfterm. De proef schrapt zoveel mogelijk woorden uit een (ruwe versie) van een tekst, zonder dat inhoud verloren gaat. De Elsschotproef verhoogt de leesbaarheid.[1]

Schrijven is schrappen

De Elsschotproef is genoemd naar de auteur Willem Elsschot en is op verschillende manieren te realiseren.

  • Vermijd passieve taal en het werkwoord 'worden'
  • Vermijd het nietszeggende 'men'
  • Vermijd teveel hulpwerkwoorden: zouden, kunnen, hebben...
  • Schrap formele en ambtelijke taal zoals derhalve (dus), dientengevolge (daardoor), door middel van (door), in ogenschouw nemen (kijken, bekijken), met betrekking tot (over, voor), onder invloed van (door), onderhavig (dit), op het gebied van (op), ten behoeve van (voor), thans (nu), uiting geven aan (zeggen), vooralsnog (voorlopig).
  • Concretiseer weinig zeggende woorden zoals af en toe, andere, bij benadering, betrekkelijk, desalniettemin, diverse, doorgaans, door de band genomen, echter, enigszins, enkele, meerder, meestal, min of meer, misschien, mogelijks, overigens, over het algemeen, soms, tamelijk, tot op zekere hoogte, vaak, veel, veelal, waarschijnlijk, weinig, wellicht.
  • Vermijd dubbele ontkenningen zoals 'het is niet onwaarschijnlijk dat...' of 'het is niet onzeker dat ze zal komen.' Positief geschreven teksten lezen prettiger en makkelijker.
  • Vervang 'maar' door en, ook of bovendien. 'Maar' is defensief en heeft een negatieve bijklank.

De Elsschotproef is niet het herschrijven of het inkorten van de tekst naar sms- of MSN-taal waarbij de zinsbouw van ondergeschikt belang is en (zelf gecreëerde) afkortingen en emoticons algemeen aanvaard zijn. Een afkorting die een begrip is (zoals OCMW) blijft na de Elsschotproef staan, afkortingen zoals m.a.w. of b.v. worden na de proef voluit geschreven of vervangen door één woord.

De Elsschotproef is verwant maar niet gelijk aan het schrijfprincipe Kill your darlings. Kill your darlings schrapt datgene waarvan de auteur vindt dat het niet kan worden gemist, terwijl een redacteur vanuit een objectievere positie oordeelt dat het schrappen de leesbaarheid verhoogt.

Actief taalgebruik

De Elsschotproef zorgt voor een actief taalgebruik en maakt de zin

  • korter en duidelijk
  • directer en persoonlijker
  • levendig
  • minder ambigu of vrijblijvend.

Schermschrijven

De Elsschotproef wordt vaak gesuggereerd bij webschrijven. Omdat weblezen niet lijkt op het lezen van een boek, is een bondig taalgebruik aangewezen. Een weblezer lijkt de tekst eerder te 'scannen' en te 'skimmen' dan te lezen. Bij het scannen glijdt de lezersblik over de inhoud en staat hij kort stil bij titels, woorden en beelden. Skimmen is een snelle blik over de inhoud om de belangrijkste delen in kaart te brengen.

Bibliografie

  • GRIJS P. Opperlans! Taal en letterkunde, Querido, Amsterdam, 2003.
  • KUSSENDRAGER N. & VAN DER LUGT D. Basisboek journalistiek. Achtergronden, genres, vaardigheden, Wolters Noordhoff, Groningen, 2002.
  • WYDOOGHE B. SADAN-Informatiesysteem: Sociaal-Agogische Digitale en Analoge Naslag, deel III. Spel! Schrijf en oefenboek, Garant, Antwerpen, 2005.

Zie ook

[[Categorie:Communicatie]] [[Categorie:Literatuur]] [[Categorie:Grammatica]] [[Categorie:Taalbeheersing]] [[Categorie:Tekstanalyse]]

Voor pupillen: orde in de klas

Hallo gebruiker, welkom op de Nederlandstalige Wikipedia!
Vlag van Verenigd Koninkrijk Welcome message in English

Hartelijk dank voor je belangstelling voor Wikipedia! We werken hier aan het ideaal van een vrij beschikbare, vrij bewerkbare, volledige en neutrale gemeenschapsencyclopedie. We waarderen het enorm als ook jij hieraan wilt bijdragen!

De Nederlandstalige Wikipedia is sinds 19 juni 2001 online en telt inmiddels 2.172.562 artikelen. In de loop van de jaren zijn er voor het schrijven of bewerken van artikelen en voor de onderlinge samenwerking een aantal uitgangspunten en richtlijnen geformuleerd. Neem die als nieuwkomer ter harte. Lees ook eerst even de informatie in dit venster voordat je aan de slag gaat. Geen van de richtlijnen heeft kracht van wet, want Wikipedia is en blijft vóór alles vrij bewerkbaar, maar een beetje houvast voordat je in het diepe springt kan nooit kwaad.

Deze pagina, die nu op je scherm staat, is trouwens je persoonlijke overlegpagina, de plaats waar je berichten van andere Wikipedianen ontvangt en ze kunt beantwoorden. Iedere gebruiker heeft zo'n pagina. Wil je een nieuw overleg met iemand anders beginnen, dan kan dat dus op zijn of haar overlegpagina. Sluit je bijdragen op overlegpagina's altijd af met vier tildes, dus zo: ~~~~. Een klik op de handtekeningknop (zie afbeelding) heeft hetzelfde effect: je bericht wordt automatisch ondertekend met je gebruikersnaam en de datum en tijd waarop je je boodschap voltooide. Je vindt die knop onder InvoegenMeer. Versturen doe je met de knop Wijzigingen publiceren. Dit is alleen van toepassing bij gebruik van de brontekstbewerker. Bij gebruik van de reageerknop of Nieuw onderwerp wordt je handtekening automatisch ingevoegd.

Dit bericht is automatisch geplaatst. Je kunt hier je opmerkingen over dit bericht achterlaten. --Gebruiker:FoxBot FoxBot 30 sep 2011 11:34 (CEST)

Wikipedia is meer...


Weet je niet wat gedaan?

Deze lemma's staan op het verlanglijstje en verdienen een plaats. Wie ontfermt zich erover?

Verdienen meer uitwerking

Bestaan niet

Op de pagina van Antoine Depage staan enkele lemma's rood. Ze zijn allen even interessant.

Prioritair