Medisch toerisme
Medisch toerisme kan worden omschreven als het bezoeken van plaatsen en/of gebieden buiten het eigen woongebied ter bevordering van de mentale of fysieke gezondheid. Hoewel het verschijnsel tegenwoordig veel aandacht krijgt, is het in feite al eeuwen oud. Voor de ontwikkeling van medisch toerisme moeten plaatsen of gebieden beschikken over 'therapeutische eigenschappen'. Deze eigenschappen kunnen plaats- of streekgebonden zijn (geneeskrachtige bronnen of schone lucht) of specifiek voor medische doeleinden zijn geconstrueerd (medische klinieken). Uiteraard zijn mengvormen heel gebruikelijk (kuuroord, zeebadplaats).
Medisch toerisme mag niet verward worden met gezondheidstoerisme. Terwijl medisch toerisme het concreet behandelen van bestaande kwalen is, is gezondheidstoerisme eerder preventief. Deze twee vormen van toerisme werden vroeger als exact hetzelfde aanzien. In de moderne tijd zijn ze uitgegroeid tot twee verschillende vormen van toerisme.
Badcultuur tot de 18e eeuw
[bewerken | brontekst bewerken]Al in de Griekse Oudheid waren er plaatsen met een aantrekkingskracht vanwege hun (vermeende) geneeskrachtige eigenschappen. Epidaurus, met het nabijgelegen heiligdom van Asclepius, de halfgod van de geneeskunde, trok zieken van heinde en ver die genezing kwamen zoeken.
De Romeinen brachten de badcultuur tot grote bloei. In Rome genoten de Thermen van Diocletianus ( ± 245 – 316) en Caracalla (186-217) grote bekendheid. Onder Romeins bestuur werden in steden als Aken, Trier, Baden-Baden en Bath al thermen gebouwd waarbij gebruikgemaakt werd van ter plaatse aanwezige geneeskrachtige bronnen.
Na de val van het Romeinse Rijk duurde het tot de periode van de Kruistochten (11e – 13e eeuw) voordat de badcultuur opnieuw in Europa werd ingevoerd. In Spanje was dat onder de invloed van de Moren al eerder gebeurd.
Aan het einde van de Middeleeuwen werd de heilzame werking van minerale bronnen herontdekt. Plaatsen als Haszfurt, Aken en Bad Heilbrunn kregen een zekere faam vanwege de aanwezige bronnen. Later volgden o.a. Bad Kissingen, Bad Ems en Spa. In Engeland ontwikkelde Bath zich tot de belangrijkste badplaats van Europa. In het begin van de 20e eeuw telde Duitsland meer dan 300 kuuroorden met ongeveer 600.000 gasten per jaar.
Zeebaden
[bewerken | brontekst bewerken]De ontwikkeling van zeebaden kwam in de 18e eeuw op gang. Er verschenen publicaties, waarin het in- en uitwendige gebruik van zeewater werd aanbevolen ter bestrijding van kwalen als astma, kanker, reumatiek en hernia. Zout zeewater werd geacht de darmen schoon te spoelen. Tot die tijd beschouwde men de kust als een weinig aantrekkelijk landschap. De grens tussen land en zee werd gezien als de overgang naar een vijandig gebied.
In de loop van de 18e eeuw werd het zeebad populair bij de Europese elite. Brighton, Bath, Dieppe en Norderney ontwikkelden zich snel dankzij de belangstelling van adellijke en vorstelijke personen. Natuurlijk diende het langdurige verblijf van de aristocratische elite niet alleen medische doeleinden. Het diende ook de instandhouding van sociaal prestige. Men kon zich zo profileren als deel van de toonaangevende elite. In Nice werd de aristocratische gast aan het begin van het seizoen welkom geheten door een bericht in de lokale krant.
Vanaf 1834 brachten koning Leopold I van België en koningin Louise-Marie de zomermaanden door in Oostende. Vanaf de vroege 19e eeuw werd ook in Scheveningen gekuurd, waarvan de oude naam Kurhaus nog spreekt. Behalve badhuizen waren ook badkoetsen belangrijke elementen bij het zeebaden. De koets werd met badgast en al met paardenkracht in zee gereden. Artsen waren verantwoordelijk voor de badregels. In 1821 publiceerde Dr. Chemnitz, de badarts van het Duitse Wangerooge een brochure waarin gewezen werd op de heilzame werking van het zoute water, de golfslag en de schuimkoppen op de spijsvertering en de bloedcirculatie. Aan de hand van de zeewatertemperatuur werden de dagelijkse badvoorschriften opgesteld. Op veel plaatsen langs de Europese kusten ontstonden hydrotherapeutische instituten voor o.a. toepassing van de thalassotherapie.
In de loop van de 20e eeuw kreeg het gezondheidsargument een lagere prioriteit bij de keuze van een zeebadplaats. Ontspanning en vermaak kwamen centraal te staan. Na de Eerste Wereldoorlog maakte het aristocratische publiek eerst plaats voor de nieuwe rijken en in het midden van de jaren dertig van de twintigste eeuw verscheen de gewone burger in steeds groter wordende aantallen. Medische toeristen kunnen deze vakantiegangers meestal niet worden genoemd.
Klimaattherapie
[bewerken | brontekst bewerken]Niet alleen het zeewater werd heilzaam geacht. Aan het einde van de 18e eeuw kwamen ook de eerste ideeën op over klimaattherapie. De snel uitbreidende industrialisatie in combinatie met een explosieve groei van het aantal (vaak slechte) woningen veroorzaakten tal van problemen voor het leefklimaat in de stedelijke gebieden (slechte hygiëne en zware luchtvervuiling). Men constateerde dat scrofulose zeldzaam was bij Engelse vissersfamilies en concludeerde daaruit dat het zeeklimaat een heilzame werking moest hebben. In 1767 kwam er al een zeehospitium in Margate. Op het continent werd het Ospice Marine in Viareggio als eerste in 1841 geopend. Later volgden Berck in Noord Frankrijk (Hôpital Maritime, 1869) en het Seehospiz Kaiserin Friedrich op Norderney in 1886. In veel Duitse Oostzeebadplaatsen werden Kinderheime gesticht voor de genezing of op het krachten komen van kinderen uit doorgaans minder gegoede milieus. Nederland en België kenden vanaf ongeveer 1880 kinderkoloniehuizen zoals in Egmond aan Zee, Oostvoorne, Oostduinkerke en Middelkerke.
Niet alleen zeelucht werd heilzaam geacht. Hogere delen van de Alpen werden bezocht vanwege de zuivere lucht. Dankzij Alexander Spengler (1827-1901), een der pioniers van de klimaattherapie, kon Davos uitgroeien tot een vooraanstaand centrum voor de behandeling van longaandoeningen. Het was Spengler opgevallen dat geen van de bewoners in dit gebied aan tuberculose leed. Onder de vele medische klinieken in Davos is ook het Nederlands Astmacentrum. In Duitsland zijn momenteel 50 erkende kuuroorden voor klimaattherapeutische behandelingen.
Modern medisch toerisme
[bewerken | brontekst bewerken]Vandaag is het medisch toerisme het reizen naar bepaalde plaatsen om daar operaties te ondergaan. Vaak zijn de lagere kosten en kortere wachtlijsten een reden die mensen ertoe aanzetten om operaties in het buitenland te laten uitvoeren.
Er is een groeiende groep mensen die over de nodige middelen beschikt om verre reizen te maken voor een medische behandeling. Vooral behandelingen op het gebied van de cosmetische chirurgie zijn populair, omdat deze niet zelden door verzekeraars niet vergoed worden en de consument dus prijsgevoeliger is dan voor medisch noodzakelijke ingrepen die door verzekeraars wel vergoed worden het geval is. Aan de andere kant is er ook sprake van een stijging van het aantal mensen 'zonder papieren', die voor hun medische problemen een oplossing zoeken in landen met een hoog medisch verzorgingsniveau.[bron?]
De eerste groep vormt een groeiende markt voor landen als Thailand en India. Er werden en worden, met inzet van particulier kapitaal, gespecialiseerde klinieken gebouwd met een hoog voorzieningenniveau, niet zelden in combinatie met luxe hotelfaciliteiten. Het Bumrungrad Hospital in Bangkok, bijvoorbeeld, ontvangt jaarlijks meer dan 400.000 patiënten uit het buitenland.[1] Dit aantal patiënten zorgt momenteel voor ongeveer 35% van de omzet van dit ziekenhuis. Inmiddels zijn ook in de bekende Thaise toeristencentra als Phuket en Chiang Mai privéklinieken geopend.
Particuliere ziekenhuizen in India streven ernaar om in 2012 een kwart van hun inkomsten uit dit medisch toerisme te halen. Belangrijke instellingen in dit land zijn Escorts, Apollo en Max Health.
Deze vorm kent ook nadelige effecten. Er wordt medisch personeel onttrokken aan de zorg voor de lokale bevolking en dat niet alleen in de bestemmingslanden voor medisch toerisme. Ontwikkelingslanden zien meer en meer hoogopgeleide lokale artsen en specialisten vertrekken om beter betaalde banen in privéklinieken elders te accepteren. De andere kant van de medaille is echter dat veel doorgaans in het buitenland opgeleide artsen nu wel terugkeren naar hun vaderland om daar toch een relatief goed betaalde baan te accepteren. Medisch toerisme kan dus een bijdrage leveren aan het tegengaan van de braindrain van ontwikkelingslanden naar de geïndustrialiseerde wereld.
Ook in Nederland zijn er initiatieven om in bepaalde gebieden te profiteren van de groeimarkt van het medisch toerisme. In het Heuvelland van Zuid-Limburg voorziet men de ontwikkeling van zogenaamde joint-care programma's. Zorginstellingen, verzekeraars, hoteliers en bungalowparken ontwikkelen herstelprogramma's voor mensen die bijvoorbeeld een operatie ondergaan.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Jos Berndsen, Peter Saal, Flip Spangenberg, Met zicht op zee. Tweehonderd jaar bouwen aan badplaatsen in Nederland, België en Duitsland, Staatsuitgeverij, Den Haag, 1985
- Marc Constandt, Een eeuw vakantie. 100 jaar toerisme in West-Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 1986
- Alain Corbin, Het verlangen naar de kust, SUN, Nijmegen, 1989
- Lex Dalen Gilhuys, Scheveningen Bad 175 jaar, Boekhandel Paagman, Den Haag, 1993
- Heerlijkheid Heuvelland. Nieuwe markten en allianties voor toerisme in het Heuvelland, LIOF/TouriSME i.o.v. de provincie Limburg en NV Industriebank LIOF, 2005
- A. Hessels, Vakantie en vakantiebesteding sinds de eeuwwisseling, Bouwstenen voor de kennis der Maatschappij, 70, Boekhandel Gianotten, Tilburg/Breda, z.j.
- Fiona Smyth, Medical geography: therapeutic places, spaces and networks, Progress in Human geography, 2005, pp. 488-495
- ↑ https://www.bumrungrad.com/en/hospital-faq FAQ ziekenhuis. Gearchiveerd op 9 juli 2022.