Naar inhoud springen

cadavre

Uit WikiWoordenboek

cadavre m

  1. (spreektaal) leeggedronken fles [1]
  2. (spreektaal) lijk, mager persoon
    «François, c'est un cadavre ambulant qui ne cesse de fumer.»
    François, da's een levend lijk dat maar blijft roken. [1]
  3. (spreektaal) lelijk persoon
    «Sophie, tu la connais? – Laisse tomber, c’est un cadavre
    Ken je Sophie? – Laat maar zitten, die is foeilelijk. [1]