generaliteit
Uiterlijk
- ge·ne·ra·li·teit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | generaliteit | generaliteiten |
verkleinwoord | - | - |
de generaliteit v
- algemeenheid
- (geschiedenis) overheidsorganisatie
1. algemeenheid
2. overheidsorganisatie
|
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord generaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.